Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Onderzoek: Nederlandse manager denkt dat digitale transformatie tijdverspilling is

De helft van de Nederlandse leidinggevenden geeft toe dat ze doelen hebben bepaald voor hun transformatieprogramma zonder vast te stellen wat er überhaupt moet worden verbeterd.

vernandermanagement model Vlerick Kotter
Foto: Getty Images

Ondanks de grote druk om transformatie-initiatieven door te voeren, geeft meer dan de helft van de Nederlandse senior leiders (zo’n 56 procent) toe dat ze niet weten waar ze moeten beginnen bij het ontwikkelen van hun transformatiestrategie, blijkt uit een wereldwijd onderzoek van Celonis onder 1.009 bedrijfsanalisten en 1.002 leidinggevenden in bedrijven met meer dan 500 werknemers in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

Verspilling

Meer dan de helft (58 procent) van de Nederlandse leiders (C-level leidinggevenden) gelooft dat hun bedrijfstransformatie een verspilling van tijd is geweest. Bovendien lopen veel organisaties het risico op enorme kosten die geen rendement opleveren. Want zo’n 36 procent van de Nederlandse bedrijven heeft in de afgelopen twaalf maanden tussen de 100.000 en 500.000 euro heeft besteed aan transformatiestrategieën.

“Transformatiestrategieën moeten gebaseerd zijn op concrete inzichten die voortkomen uit processen die daadwerkelijk binnen een bedrijf plaatsvinden”, zegt medeoprichter en mede-chief executive officer Alexander Rinke van Celonis. “Uit onderzoek blijkt dat veel bedrijven te snel investeren in kostbare initiatieven die ze niet eens per se hoeven door te voeren. Een beter begrip van inefficiënties in onderliggende bedrijfsprocessen kan organisaties helpen om op een verstandige manier te investeren.”

Kloof

Het is niet verwonderlijk dat transformatie-initiatieven niet het gewenste resultaat opleveren. Managers maken namelijk geen gebruik van de expertise van degenen die het dichtst bij de bedrijfsvoering van de organisatie staan. Zo’n 52 procent van de leidinggevenden geeft toe dat eerstelijnsmedewerkers alleen betrokken zijn bij transformatie-initiatieven zodra het middenmanagement of adviseurs hen vertellen welke veranderingen zij moeten doorvoeren. Dit toont de kloof aan die bestaat tussen degenen die transformatiestrategieën ontwikkelen en degenen die deze uitvoeren. 

Daarnaast geeft de helft van de senior leidinggevenden toe dat ze doelen bepalen voor hun transformatieprogramma zonder vast te stellen wat er überhaupt moet verbeteren. Dit kan komen omdat ze niet weten hoe ze deze concrete inzichten kunnen krijgen. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft (54 procent) van de leidinggevenden meer vertrouwen zou hebben in de implementatie van hun transformatiestrategie als ze een beter beeld hadden van hoe hun bedrijf wordt gerund. 

Startpunt

Organisaties erkennen dat een goed begrip van de huidige bedrijfssituatie noodzakelijk is om transformatiestrategieën te onderbouwen. Toch gaan ze zonder deze kennis direct aan de slag met de uitvoering. Zo zeg 74 procent van de managers dat AI/machine learning en automatisering (80 procent) gebieden zijn waarop ze hun investeringen willen handhaven of zelfs verhogen.

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Daarentegen verklaart slechts 22 procent van de senior leidinggevenden dat ze van plan zijn om meer te investeren in een betere zichtbaarheid van hun processen. Maar voor organisaties die hun investeringen in innovatie willen verhogen, is inzicht in hun huidige processen juist essentieel om uit te vinden welke technologieën het meest gunstig zijn voor het bedrijf.

“Organisaties moeten begrijpen hoe interne processen hun bedrijfsstrategie beïnvloeden, van het beginstadium van digitale transformatie tot erna”, zegt Principal Analyst Jeremy Cox toe. “Door met behulp van process mining-technologie te onderzoeken hoe werk wordt uitgevoerd, kan de impact van bestaande of nieuw aangepaste processen worden gemeten. Dit helpt bedrijven vervolgens om te bepalen wat er daadwerkelijk moet veranderen.”