Wat is BikeFlip?
Startup BikeFlip biedt abonnementen aan voor tweedehands kinderfietsen. Kinderen groeien, waardoor hun fietsen na verloop van tijd te klein worden. In plaats van telkens een nieuwe te kopen, kunnen ouders een abonnement op kinderfietsen afsluiten bij BikeFlip.
Groeit een kind uit de fiets, dan biedt de startup direct een nieuwe, opgekalefaterde fiets aan uit het tweedehands-segment. Is de fiets van een gebruiker kapot, dan voorziet BikeFlip in de reparatie. BikeFlip doet qua model dan ook denken aan PON-dochter Swapfiets, die in plaats van kinderfietsen een abonnementsmodel aanbiedt op reguliere fietsen.
Wie zitten erachter?
BikeFlip is een initiatief van Doora Millenaar (25), Casparis Bijer (25), Karlien de Boer (24), Gwen Aartsma (25) en Sacha van Wetten (25). Ze kennen elkaar van de studies Sustainable Development en Sustainable Business Innovation aan de Universiteit van Utrecht. Voor een vak dat zij alle vijf volgden, moesten de ondernemers een hypothetische duurzame startup bedenken.
“We dachten: waarom bestaat er niet zoiets als Swapfiets, maar dan met kinderfietsen?”, zegt Millenaar. “Geen product is zo tijdelijk als een kinderfiets. In onze thuissteden Utrecht en Amsterdam zie je zoveel afgedankte kinderfietsen op straat staan. Mensen hebben er geen plek meer voor, omdat de kinderen te groot zijn geworden.”
Zo kwamen ze tot BikeFlip, dat in september dit jaar het licht zag. Het doel achter het bedrijf, zo legt Millenaar uit, is het bevorderen van de circulaire economie, oftewel de afvalloze economie van hergebruik. Vandaar de – opgekalefaterde – tweedehandsfietsen, want vintage is duurzamer dan nieuwe modellen laten maken. Millenaar: “We willen klanten toegankelijker maken voor het idee van tweedehands.”
Wie zitten erop te wachten?
BikeFlip stelt zich te richten op drukke ouders met kinderen, die, zo stelt Millenaar, “geen gedoe met fietsenmakers willen”. Dit type klant wil tijd winnen en heeft volgens de ondernemer een “duurzaam hart”. Millenaar stelt zich te richten op ouders die wat te besteden hebben, dus de middenklasse.
Ze vermoedt dat écht rijke ouders eerder voor een “flitsende Veloretti-fiets” zullen gaan. “Tweedehands is voor ons belangrijk, dus zo zien de fietsen bij ons er ook wat meer uit.” BikeFlip richt zich voorlopig uitsluitend op de regio’s Amsterdam en Utrecht.
Hoever is BikeFlip?
De dienst is gelanceerd en de site is operationeel. Nu nog de klanten. Op dit moment stelt de startup nog maar vijf particuliere klanten te hebben, maar goed: ze zijn dan ook nog maar 2 maanden bezig. De komende maanden zullen de ondernemers dan ook bedreven hengelen naar nieuwe klanten.
Millenaar stelt momenteel in gesprek te zijn over een project om kinderen in de Utrechtse wijk Overvecht meer te laten fietsen. Als dit lukt, kan de startup mogelijk veel nieuwe abonnementen leveren. De startup koopt zijn opgeknapte fietsen van verscheidene aanbieders, al hebben ze nog geen vaste samenwerkingsovereenkomsten afgesloten. Het bedrijf hoopt in de toekomst ook met sociale werkplaatsen samen te kunnen werken. Daarnaast mogen particulieren hun oude kinderfiets doneren.
Wat is het businessmodel?
Gebruikers sluiten voor 12,50 euro per maand een abonnement af bij BikeFlip. De startup zit hiermee dus onder het minimumtarief van Swapfiets, dat 16,50 euro per maand bedraagt. Swapfiets zet echter in op fietsen voor volwassenen en die zijn duurder, vandaar het prijsverschil. Het tarief voor BikeFlip kan nog veranderen; Millenaar stelt nog klantonderzoek te doen naar de ideale prijs voor potentiële klanten. Om snel veel data te verzamelen, bezoeken de ondernemers momenteel speeltuinen en basisscholen, waar ze direct in gesprek kunnen gaan met meerdere ouders.
Levert BikeFlip ouders naast een ontzorging echter ook een financieel voordeel op? Een abonnementje op BikeFlip nemen, kost je 150 euro per jaar. Volgens BikeFlip zelf kan dit bedrag ongeveer gelijk zijn aan het kopen van een opgeknapte tweedehands kinderfiets. Millenaar rekent voor: een opgeknapte kinderfiets kost volgens haar in de winkel minimaal 150 euro en een kind groeit volgens haar gemiddeld al na anderhalf jaar uit de fiets. De kosten voor een dergelijke koopfiets zijn dus 100 euro per jaar, en daar komen gemiddeld 50 euro per jaar aan onderhoudskosten bij.
Daar valt wat op af te dingen: fietsen voor de allerjongsten zijn kleiner en daarmee een stuk goedkoper dan reguliere kinderfietsen. Investeren de ouders in opgeknapte tweedehandsfietsen, dan valt het prijsvoordeel voor de allerjongsten bij het BikeFlip-model dus weg. Niet ieder kind hoeft bovendien al na anderhalf jaar van fiets te wisselen, soms is 2 of 3 jaar ook afdoende. Wanneer ouders bovendien meer dan één kind hebben, kunnen ze de jongste(n) in de afgedankte fietsen van de oudere(n) laten fietsen, wat een extra besparing oplevert.
Zoek je een goede tweedehands kinderfiets bij de lokale kringloopwinkel, dan kun je bovendien al voor 50 euro tot 100 euro klaar zijn. Daartegenover staat dat veel nieuwe modellen kinderfietsen een prijskaartje van 200 tot 500 euro hebben. Ten opzichte van deze fietsen is het BikeFlip-model dus zeker voordeliger.
Wie echter slim inkoopt, is al snel minder veel kwijt dan BikeFlip-gebruikers, wat ook bij Swapfiets geldt. Daarom is het verstandig dat BikeFlip net als Swapfiets inzet op het gemak van de service, waarbij je nooit meer naar de fietsenmaker hoeft. Swapfiets werft onder het credo ‘altijd een werelde fiets’ pijlsnel abonnees. Een dergelijke marketingstrategie in combinatie met het benadrukken van de duurzaamheid van het product zou weleens de weg kunnen zijn naar potentieel succes voor BikeFlip.
Nog geld nodig?
De ondernemers hebben in totaal 2.500 euro eigen vermogen in het prille bedrijf gestoken. Momenteel zoekt BikeFlip naar groeikapitaal. Millenaar hoopt 25.000 euro te kunnen ophalen aan groene subsidies. Ook hengelt ze naar private financiering. BikeFlip is op zoek naar 200.000 euro aan seed capital. Dit geld willen ze inzetten voor de marketing, het openen van meerdere opslag- en werkplaatsen en het kopen van bakfietsen, om de BikeFlip-fietsen mee te vervoeren.
Foto: Thijs Kurpershoek.