Wie is de oprichter van Lego?
Lego is gebouwd op de creativiteit en volhardendheid van de Deense timmerman Ole Kirk Christiansen, die in 1916 zelfstandig ondernemer werd. Eerst kocht Christiansen een werkplaats in Billund en ging hij huizen en meubels bouwen voor boeren in de omgeving. Acht jaar lang wist hij door hard werken zijn bedrijf draaiende te houden, samen met een groepje jonge timmerlieden in opleiding. Daarna voltrok zich een ramp: een van zijn zonen stak zijn werkplaats in brand.
Christiansen boog deze tegenvaller om in de kans om een groter atelier te bouwen. Toen in de jaren dertig de depressie de kop opstak, zocht hij een manier om zijn productiekosten zo laag mogelijk te houden. Die vond hij in het maken van miniatuurversies van zijn producten als hulp bij het ontwerpen. Deze miniatuurladdertjes en ijzeren bordjes inspireerden hem na verloop van tijd om speelgoed te gaan maken.
Christiansen surfte mee op de jojo-rage, stapte ook in het moderne plastic speelgoed en was er ook vroeg bij met een vrachtwagen die uit elkaar gehaald en opnieuw gebouwd kon worden. Toen hij stuitte op prototypespeelgoed van concurrent Kiddicraft, rook hij een gouden kans. Het waren plastic bouwsteentjes, ontworpen en gepatententeerd door Hilary Harry Fisher Page, een Britse immigrant.
Lees hoe Arno Fluitman een bedrijf bouwt op Lego met Bricks2Play
In 1949 begon de Lego Group met het produceren van soortgelijke bouwstenen, die aan de bovenkant een paar nopjes bevatten en aan de onderkant hol waren. Daardoor konden ze gemakkelijk aan elkaar verbonden worden. Eerst wilden maar weinig winkeliers en consumenten weten van het nieuwe speelgoed: leveringen werden geannuleerd of teruggestuurd. Christiansen toonde echter weer zijn vastberadenheid en bleef in het product geloven. Tien jaar later kon de Lego Group daardoor nogmaals een brand overleven: de productielijn voor houten speelgoed ging in rook op, maar het bedrijf verkocht inmiddels zoveel plastic bouwsteentjes dat het zijn houten assortiment voorgoed van de hand kon doen. De rest is geschiedenis.
Waarom veranderde zijn product de markt?
De Lego Group veranderde de productie, het verdienmodel en de beleving van speelgoed. Lego was geschikt voor massaproductie, waar houten speelgoed destijds handwerk was. Doordat de blokjes eindeloos aan elkaar vastgemaakt kunnen worden tot andere bouwsels, blijft er altijd vraag naar. In tegenstelling tot bijvoorbeeld (actie)poppen, die het kind naar verloop van tijd allemaal verzameld heeft. Verder introduceerde Lego al heel vroeg belevenismarketing: kinderen kunnen zich in hun eigen Madurodam wanen en volledige fantasiewerelden bouwen. Lego kwam als één van de eerste bedrijven, na Disney, ook met een eigen themapark: Lego-Land.
Ook is Lego het eerste speelgoed dat niet alleen puur vermaak biedt, maar ook kinderen echt iets leert. Legostenen zijn altijd bedoeld om te bouwen, wat door sommige onderwijzers als bijzonder waardevol werd beschouwd bij het ontwikkelen van creativiteit en de vaardigheid om problemen op te lossen bij kinderen.
Hoe staat het er nu voor?
In de jaren zestig, zeventig en tachtig heeft het bedrijf een gigantische groei doorgemaakt, met onder meer de introductie van ‘technische’ Lego, ridders, -astronauten en natuurlijk de kleuterbouwstenen van Duplo. Vanaf de eeuwwisseling liep het echter minder succesvol: het bedrijf verloor zijn patent op de bouwsteentjes, diversifieerde in Lego-films, meer Lego-pretparken, Lego-videogames en zelfs Lego-kleding en balanceerde in 2004 zelfs op de rand van een faillissement.
Daarop nam het toenmalige management een radicaal besluit: terug naar de basis: de steentjes. Alle afgeleide producten zijn afgestoten en worden tegen licentievergoeding voortgezet door anderen. De themadozen met Star Wars, Superman en Lego City lopen inmiddels heel goed, en het succes van de ‘meisjeslego’ Lego Friends kan bezoekers van speelgoedwinkels niet zijn ontgaan. De omzet is in vijf jaar meer dan verdubbeld tot 3,1 miljard euro, de winst was in 2012 4,5 keer zo hoog als in 2008: 740 miljoen. Het bedrijf maakt nu meer winst dan het grotere Mattel en passeerde Hasbro als de op een na grootste speelgoedproducent ter wereld. Alsof de crisis helemaal niet bestaat.