Een senior headhunter noemde laatst authenticiteit als een van de kernwaarden van zijn bureau. Hè, dacht ik, toprecruiters nemen toch bij uitstek de mores, geur en kleur aan van de boardroom die zij betreden? Toch eens even doorvragen wat die term voor hen dan betekent. ‘Eh… (ongemakkelijke stilte). Het zit in onze mensen…’
Hij kan best gelijk hebben gehad, we maken het begrip vaak veel te groot. Mogelijk hadden – of ervoeren – zijn collega’s de ruimte om met hun eigen gekkigheden of stokpaardjes succesvol te zijn. Zoveel te beter, iedereen authentiek.
Ik dacht terug aan mijn tijd bij het grote adviesbureau waar iedereen naast expert ook commerçant diende te zijn. Collega Wilfred – inhoudelijke jongen, op en top vakman – vond commercie maar vies, vuil en vunzig. ‘Daar ben ik hier niet voor gekomen.’ Hij bleek echter aan de lopende band leesbare boekjes te produceren. Dat werd zíjn manier om prominent te zijn in de markt. Niet rondbellen maar schrijven (en daar de nodige ketelmuziek bij maken, dat dan weer wel).
Authenticiteit – echtheid, eigenheid – duikt als term vaak op in vacatures of zelfontboezemingen. Nogal wiedes: wie noemt zichzelf nou ‘standaard’. Bedrijven zoeken mensen die het verschil maken en wij willen graag gezien worden als uniek exemplaar. Er schuurt hier echter iets.
Organisaties willen uiteindelijk toch vooral voorspelbaarheid, neergepend in handboeken en functiedocumenten. Authenticiteit, best, maar niet te excentriek alsjeblieft. Dat blijft voorbehouden aan de DGA met zijn kekke pet, sjaaltje en opzichtige bolide. Het moet wel functioneel blijven. De nieuweling wéét ook dat hij of zij eigenheid inlevert zodra hij door de poort gaat, heeft daar geen probleem mee, krijgt er geborgenheid, salaris en een groepsidentiteit voor retour. Eerst aansluiting vinden en dan maar eens een eigen draai aan dingen gaan geven, als het er al van komt.
Laten we authenticiteit hier beperken tot waarachtigheid en niet de buitenissige variant: mensen die trouw zijn aan hun eigen principes en opvattingen, ook tegen de heersende stroom in. Als iedereen het over pure klantbeleving heeft zeggen: ‘Data zijn belangrijker dan de onderbuik.’
- Authentiekelingen zijn geen politieke dieren, ze veren maar tot op zekere hoogte mee;
- Ze gaan niet voor de populariteitsprijs, blijven kalm als iedereen laaiend enthousiast is en andersom;
- Ze zijn consistent – en met een zekere onverstoorbaarheid – in hun opvattingen;
- Ze moeten waken voor stokpaardjes, hobbyisme of het gevoel van ‘roepende in de woestijn’.
Beschikken deze authentiekelingen ook nog eens over scherpzinnigheid en een open mind, dan kunnen we spreken van integere intelligentie. Ik ken er wel enkelen in eigen kring. Een BN’er als voorbeeld is lastiger te geven. In al te fel licht verliezen ze toch iets van hun geloofwaardigheid; het Maarten van Rossem effect.