Het aantal vacatures per 100 werklozen liep in het eerste kwartaal van 2022 op tot 133. Ondernemers zitten met de handen in het haar. Waar haal je nog geschikte mensen vandaan?
Een ander kijk op kandidaten kan wellicht een beetje verlichting bieden. Het boek Uitblinkers van Malcom Gladwell leert je anders kijken.
Allereerst een waarschuwing vooraf. Dit is geen boekbespreking van een boek dat jou als ondernemer of manager precies gaat vertellen hoe je de huidige krapte op de arbeidsmarkt te lijf gaat. Ten eerste is het boek al een oudje uit 2008, en ten tweede gaat het eigenlijk over een vaak genegeerde sociale misstand.
Maar toch, toen ik het boek onlangs herlas, zag ik meteen de relevantie voor de problemen op de arbeidsmarkt van vandaag.
Werken is belangrijker dan talent
Malcolm Gladwell, journalist bij de New Yorker, zoekt in Uitblinkers uit wat sommige mensen tot toppers maakt. Onze natuurlijke neiging is om een succesvolle carrière toe te schrijven aan talent. Daar maakt Gladwell korte metten mee. Talent blijkt een veel kleinere factor dan hard werken.
Gladwell populariseerde het idee dat je, ook al ben je maar een middelmatig talent, ergens heel goed in kan worden als je er zo’n 10.000 uur insteekt. Uit onderzoek naar de carrières van violisten op het conservatorium bleek dat het verschil tussen een toekomst als muziekleraar of concertviolist bij een toporkest een-op-een gecorreleerd was met het aantal uren dat een violist oefent.
De Beatles werden een topband omdat ze avond aan avond, week in week uit in Hamburgse nachtclubs speelden aan het begin van hun carrière. Wat voor muzikanten geldt, geldt ook voor computerprogrammeurs. Bill Gates werd goed in programmeren, omdat hij in zijn jonge jaren in staat was veel meters te maken.
Afkomst en stom toeval
Hoewel we geneigd zijn talent te overschatten en hard werken te onderschatten, past het wel in ons idee dat vlijt tot resultaat leidt. Maar waar Gladwell ons vervolgens ook op wijst, is dat je natuurlijk ook in staat moet zijn óm die 10.000 uren te maken. En dan blijken ineens veel factoren grote invloed te hebben. Sociale afkomst, opleidingsniveau van je ouders, stom toeval, maar ook de maand of het jaar waarin je geboren bent.
Laten we met het laatste beginnen. Gladwell keek naar de geboortemaanden van succesvolle ijshockeyers in Canada. Twee derde van de hockeyers bleek geboren in de maanden januari, februari of maart. Veel meer dan je op basis van toeval zou mogen verwachten.
Late leerlingen worden vaak als slimmer gezien, terwijl ze misschien alleen maar rijper zijn
Wat bleek hierachter te zitten? Op 1 januari begon men met een nieuwe lichting jeugdspelers, bijvoorbeeld de lichting 2000. Spelertjes die in december 1999 waren geboren kwamen dus niet in deze lichting terecht, terwijl ze qua rijpheid niet veel verschilden van de spelertjes uit januari.
Op 5-jarige leeftijd, de leeftijd waarop de selectie begon, maken een aantal maanden enorm veel uit. Het resultaat: jonge spelers uit de eerste maanden van het jaar waren fysiek verder en werden als beter beschouwd. Ze werden vaker geselecteerd voor eerste elftallen, kregen betere trainers en haalden zodoende vaker de top.
Bovenstaande geldt niet alleen voor ijshockeyers, maar ook voor leerlingen in het schoolsysteem. Late leerlingen, die dus relatief oud zijn als ze instromen, worden vaak als slimmer gezien, terwijl ze misschien alleen maar rijper zijn. Zij belanden wel in de plusklasjes en worden bevestigd in wat ze kunnen. De september-leerling staat op achterstand en bokst zijn of haar hele schoolcarrière tegen een achterstand op.
Geboren in succesjaar 1955
Niet alleen de maand speelt een rol, ook het geboortejaar. Veel van de grote techondernemers van de afgelopen decennia, van Bill Gates (Microsoft) tot Steve Jobs (Apple) en Eric Schmidt (Google), zijn geboren in of rond 1955.
Toeval? Allerminst. Het betekent dat ze alle drie in de twintig waren toen de pc-revolutie uitbrak. Ze hadden daardoor niet alleen toegang tot gloednieuwe technologie, maar omdat ze nog geen vaste banen hadden, waren ze meer geneigd om risico’s te nemen dan de mensen die toen dertig waren.
Wat moet je als ondernemer of manager met deze kennis? Als je de komende weken weer eens een stapel cv’s op je bureau krijgt waarbij weer geen ideale kandidaat zit, kijk dan eens verder.
Zitten er bij die kandidaten met een vlekje niet gewoon een paar pechvogels? Zijn ze misschien in het verkeerde jaar geboren waardoor ze de arbeidsmarkt opkwamen midden in de financiële crisis? Komen ze uit een lager sociaal milieu of zijn ze misschien in de eerste jaren van hun carrière vanwege hun geslacht niet voor vol aangezien?
Er zouden best weleens talenten tussen kunnen zitten. Of liever, kandidaten die als je ze de kans geeft best 10.000 uur of meer voor je willen werken.
▸ Malcom Gladwell, Uitblinkers, Business Contact, 2008
Meer boekentips
Mazzelpikjes
Dezelfde thematiek die Gladwell in Uitblinkers behandelt, komt ook aan de orde in het nieuwste boek van journalist Joris Luyendijk. De zeven vinkjes uit de titel van het boek staan voor eigenschappen die iemand – zonder dat hij er ooit iets voor heeft hoeven doen – op voorsprong zetten: man, wit, hetero, vwo, universiteit, Nederlandse en rijke en/of hoogopgeleide ouders. Als je zelf een zevenvinker bent en veel je is aan komen waaien, is het boek best confronterend. Ben je het niet, dan geeft het je waarschijnlijk een goed gevoel: het ligt niet allemaal aan jou.
▸Joris Luyendijk, De zeven vinkjes
Lees ook het interview dat MT/Sprout had met Joris Luyendijk: ‘Als iedereen aan de top op elkaar lijkt, denkt niemand nog na’
Baasbashen
Hoe val je op in het woud van managementboeken? Door je titel slim te kiezen. Bart Groothuis schreef het boek Ziek van je baas – Zo overleef je een slechte manager. Veel managers kunnen volgens hem niet delegeren, zijn wispelturig en komen hun afspraken niet na. Hij lepelt in totaal maar liefst 33 slechte managementeigenschappen op. Dat is natuurlijk lekker lezen als gefrustreerde ondergeschikte – ‘ja, dat doet de mijne ook!’. Alleen, je doet er weinig aan. Want Groothuis’ bewering dat dit boek je kan helpen jouw manager te kunnen verbeteren, is een illusie. De enige die er iets aan kan veranderen is de manager. Het is dan ook gewoon een boek voor managers zelf. Misschien een cadeautje voor je oude baas op je laatste werkdag?
▸Bart Groothuis, Ziek van je baas – Zo overleef je een slecht manager
Business-thriller
Frederic Forsyth had het niet spannender kunnen bedenken: het boek dat investeerder Bill Bowder schreef over zijn ervaringen in Rusland. Bowder, een van de grootste buitenlandse investeerders in Rusland in de jaren negentig, viel begin deze eeuw in ongenade bij Vladimir Poetin. Na zijn deportatie uit Rusland in 2005 en de moord op zijn advocaat Sergej Magnitski, volgt een jarenlange strijd om zijn geld en om gerechtigheid. Bowder probeert al jaren het door en door corrupte systeem van Poetin aan de kaart te stellen. Soms met gevaar voor zijn eigen leven. Wrang is het wel dat Bowder pas nu, na de oorlog in Oekraïne, echt serieus wordt genomen.
Lees ook over andere boeken die Thijs Peters las:
- ‘Powerful’ van Patty McCord: het publieke geheim achter het succes van Netflix
- ‘Compassievol leiderschap’ van Rasmus Hougaard: nuttige lessen zonder opsmuk
- ‘De kracht van spijt’ van Daniel Pink: wat we kunnen leren van terugblikken