Je begon in december 2019 bij AzkoNobel – dat moet een behoorlijke achtbaan zijn geweest
‘Ik kwam in een tijd binnen dat iedereen al met Kerst bezig was. In die tijd heb ik met veel mensen kennisgemaakt en teammeetings gehad. Toen ik in het nieuwe jaar terugkwam naar kantoor, begon eigenlijk het coronavirus al vrij snel op te komen in Nederland. Op een gegeven moment kwam ik tot de conclusie dat ik ruim de helft van de tijd dat ik bij AkzoNobel in dienst ben, vanuit huis werk.’
Wat was het lastigste van de afgelopen maanden?
‘Je probeert een band op te bouwen met mensen in een internationaal bedrijf. In Nederland heb ik twaalf teamleden, maar internationaal zijn dat er zo’n nog een tiental meer. Wat mijn werk bemoeilijkte, was dat alle landen op verschillende manieren geraakt werden door corona. Daarmee waren alle maatregelen ook anders. Elke dag was een cursus omgaan met verandering – overheden die regels aanpasten, fabrieken die sloten of juist weer openden. Constant managen wat vanuit HR het beste is voor onze 33.000 medewerkers, dat was een baan bovenop mijn eigen werkzaamheden.’
Wat heeft deze periode gevraagd van jou als manager?
‘Ik denk dat het belangrijk is dat je oog hebt voor de onzekerheid en bezorgdheid van je team. Je moet weten wat er in je team speelt, om hen goed leiding te kunnen geven. Daarnaast denk ik dat het belang van transparantie onderstreept is. Wees duidelijk over wat je weet en geef het ook aan als je geen antwoord hebt.’
Wat deed deze periode met je eigen energieniveau?
‘Doordat we internationaal werken, merkte ik dat werktijden langzaam verschoven. Op een gegeven moment begon mijn dag om half 8 ‘s ochtends en klapte ik elf uur later m’n laptop weer dicht. Dan loop je naar beneden en sta je binnen tien seconden middenin de hectiek van het gezin. Dat was behoorlijk slopend, dus ik ben blij dat ik sinds kort weer deels naar kantoor mag.’
Wat heb je eraan gedaan om toch tussentijds op te kunnen laden?
‘Ik heb mezelf allereerst gedwongen om niet allemaal videobelafspraken achter elkaar te maken, maar ook wat pauze te nemen. Ook plande ik wat belafspraken in, zodat ik die wandelend buiten kon doen. Daarnaast wilde ik ‘s avonds wat actiefs doen, om even los te komen van het werk. Om te reflecteren moet ik iets actiefs doen.’
Geen strandvakantie dus voor jou?
‘Ik geniet er het meest van om samen actief te zijn, erop uit om dingen te ontdekken. Doordat je tijdens je vakantie zo’n andere omgeving hebt, kun je even van een afstand dingen bekijken en over grotere dingen nadenken.’
Bedenk je van tevoren onderwerpen waarover je wilt denken of laat je je gedachten de vrije loop?
‘Ik heb altijd een notitieboekje mee, zodat ik dingen kan opschrijven. Daarin staan voor deze zomervakantie ook al een paar onderwerpen om over na te denken, die vooral gerelateerd zijn aan ‘het nieuwe normaal’. De manier waarop we als team gaan werken, gaat veranderen. Hoe ga je samenwerken? Hoe organiseer je meetings en zorg je er persoonlijk voor dat je agenda goed georganiseerd is?
Die verandering raakt ook aan mijn vakgebied – hoe gaan we straks om arbeidsvoorwaarden zoals regelingen voor reiskosten en leaseauto’s als mensen meer thuis gaan werken?’
Ben je iemand die veel kennis bijspijkert over zijn eigen vakgebied?
‘Ik probeer dat soort dingen zeker in de gaten te houden. Als ik managementboeken lees, probeer ik vaak wel iets te lezen dat raakt aan m’n eigen vakgebied. Laatst heb ik 100 Year Life gelezen, een boek over wat het betekent als onze levens en carrières straks veel langer duren. Hoe ga je dan om met persoonlijke ontwikkeling en je eigen financiën? Ik wil wel altijd iets uit m’n boeken halen.
Andere boeken die ik echt interessant vind, zijn journalistieke boeken over grote bedrijven. Zoals Het drama Ahold van Jeroen Smit of De Staatsbank van Ivo Bökkerink en Pieter Couwenbergh. Die laatste was ook vooral interessant omdat het gaat over ABN Amro, in een tijd dat ik daar ook heb gewerkt.’
Welke boeken gaan er deze vakantie in de koffer mee?
‘Een aantal weken geleden heb ik Nine Lies about Work gekregen, een boek waarin negen stellingen worden gepareerd. Daarnaast neem ik Collaboration mee van Morton Hanson – een boek over samenwerken, dat vaak als doel gezien wordt, terwijl het eigenlijk een middel is om iets te bereiken.’