Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom werken voor een baas onnatuurlijk is: ‘Ons brein is zo niet geprogrammeerd’

Doen wat de baas vraagt, past niet bij ons oerbrein, zegt evolutionair psycholoog Mark van Vugt. 'Onze hersenen zijn niet geëvolueerd voor de realiteit van moderne organisaties. De hiërarchie op de werkvloer ondermijnt ons instinct en daarmee ook effectief leiderschap.' Hoogste tijd voor een nieuw soort baas.

werken voor een baas
Foto: Getty Images

Mark van Vugt doet gedragsonderzoek naar evolutionaire psychologie. Die uitkomsten vertaalde hij, onder meer in zijn boeken Mismatch (2016) en Gezag (2022), naar de hedendaagse werkvloer.

Zijn conclusie? ‘Het oude leiderschap, op basis van macht, werkt niet in moderne organisaties.’

mark van vugt
Mark van Vugt. Foto: Erik Fecken

De mens is autonoom geprogrammeerd

Volgens Van Vugt is ons brein gevormd in de tijd waarin wij jagers en verzamelaars waren. ‘We leefden in kleine nomadische groepen op de savanne. Daar waren geen managers of bazen, wel leiders met gezag.’

Dat wil zeggen: leiders naar wie mensen luisterden omdat zij dat wilden, niet omdat zij dat moesten. Denk bijvoorbeeld aan een leider van de jacht of aan een medicijnman. Dit waren ‘inspirators, aldus Van Vugt, zonder autoriteit buiten hun domein van expertise.

‘Niemand haalde het in zijn hoofd om een ander te vertellen wat hij moest doen. Zodoende zijn wij mensen heel autonoom ontwikkeld. En is het begrip ‘baas’ ons eigenlijk vreemd. Ons brein is simpelweg niet geprogrammeerd om lukraak te doen wat een ander ons zegt.’

Ja maar, zo ‘heurt’ het toch?

Het is volgens Van Vugt dan ook niet zo vreemd dat we massaal wisselen van baan omdat we onze baas niet mogen. ‘Wij zijn van nature niet gewend om ons in hiërarchische relaties tot elkaar te verhouden. Helaas leeft in onze maatschappij het idee dat dit wel zo hoort. Want we doen het al zo lang, toch?’

Organisaties zijn er nu eenmaal bij gebaat om controle te houden

Nee, daar gaan we weer de mist in, aldus de evolutionair psycholoog. In de 2,5 miljoen jaar aan menselijke revolutie hebben we pas zo’n tweehonderd jaar te maken met bazen en ondergeschikten.

‘In die periode besloten wij ons werk te gaan organiseren. We houden nu eenmaal van controle en beheersbaarheid. Daardoor ontstond er hiërarchie op de werkvloer. Nu luidt de vraag: hoe komen we daar weer vanaf?’

Roulerende bazen en netwerkorganisaties

Van Vugt bespeurt in het bedrijfsleven een trend rondom andere opkomende organisatievormen. Bijvoorbeeld holocratieën: platte organisaties die afstand nemen van het traditionele top-downmanagement en kiezen voor een organische structuur van teams.

Er zijn ook experimenten bij bedrijven waar de bazen rouleren en door de medewerkers gekozen worden. Dus ja, er zijn opkomende alternatieven. Maar of die uiteindelijk krachtig genoeg zijn om het hiërarchisch denken teniet te doen? Dat is volgens Van Vugt de vraag. ‘Organisaties zijn er nu eenmaal bij gebaat om controle te houden.’

De meeste toekomst ziet Van Vugt in netwerkorganisaties, die wat losser en agile werken. En waar medewerkers en/of freelancers als multidisciplinair team samenkomen om aan één project te werken. ‘In zo’n structuur is alles gericht op het neerzetten van het beste resultaat als team. En krijgen factoren zoals vertrouwen, binding, zelfsturing en autonomie, in de juiste verhouding ruimte.’

Waarom er zoveel slechte managers zijn

Stel, de netwerkorganisatie heeft de toekomst, verdwijnt de rol van baas of manager dan voorgoed van het toneel? ‘Nee’, zegt Van Vugt, ‘die rol blijft, maar dan in een andere hoedanigheid.’

Op dit moment zijn er volgens hem helaas (te) veel slechte managers. Het gaat al mis bij de, vaak traditionele, selectie van die managers. ; Deze mensen worden top-down ingevlogen. Zonder zeggenschap van de medewerkers. Zij bepalen dus niet voor wie zij gaan werken.’

De krappe arbeidsmarkt creëert een nieuw soort relatie tussen leidinggevende en medewerker

Een ander probleem zit ‘m in de ouderwetse competenties van deze managers. Die komen nu nog te vaak neer op plannen, controleren en evalueren. Taken die inmiddels ook goed uitgevoerd kunnen worden door algoritmes, op basis van data.

Van Vugt: ‘De skills die overblijven noemen we de soft skills. Denk aan motiveren en inspireren. Dat vraagt om een ander soort manager. Niet om een baas, maar om een visionair of inspirator.’

De baas van de toekomst

Die inspirerende man of vrouw, moet volgens Van Vugt ook een echt ‘mensenmens’ zijn. ‘De krappe arbeidsmarkt creëert een nieuw soort relatie tussen leidinggevende en medewerker. Die laatste heeft het nu voor het kiezen en kan zich meer wensen en vrijheden permitteren.’

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Denk bijvoorbeeld aan het flexibeler indelen van de gemaakte werkuren. Dat betekent: een team dat deels vanuit huis werkt. Hoe houd je dan iedereen bevlogen en betrokken? Daar heeft de ‘baas’ van de toekomst antwoord op. Hij of zij is niet alleen inspirerend, maar weet mensen te motiveren en in beweging te brengen.

‘De baas van de toekomst is de leider van toen, op de savanne’, zegt Van Vugt. ‘Iemand naar wie mensen luisteren. Niet omdat het moet, maar omdat zij daar zelf voor kiezen.’

Lees meer over omgaan met collega’s: