Je hebt net een opdracht waar je nachtenlang van wakker hebt gelegen afgerond, die relatiecrisis met je vriend is opgelost en de gezondheid van je moeder is aan de beterende hand. ‘Heerlijk, even geen zorgen,’ denk je waarschijnlijk. Maar als snel doemen de problemen weer op. Want waarom negeert die ene vriendin je whatsapp en is collega ineens zo kortaf?
Blue-Dot-Effect
Dat dit gebeurt is niet zo gek, schrijft Jurian De Cocq van Delwijnen op SogetiLabs. Je bent namelijk mens, en mensen zijn nu eenmaal zo ingesteld dat we altijd op zoek gaan naar problemen. Ook als die in de verste verte niet te bekennen zijn. Dat blijkt uit het zogenaamde Blue-Dot-Effect -Onderzoek. Deelnemers kregen verschillende stippen te zien, die varieerden van blauw tot allerlei variaties daarop, van bijna wit tot donkerpaars. Als de stip die ze voor zich hadden blauw was, moesten ze op de ene knop drukken, als de bol niet blauw was op de andere. De eerste groep kreeg gedurende het experiment redelijk regelmatig een blauwe stip te zien. Bij de tweede groep was dit een stuk minder. Maar opvallend genoeg drukte die laatste groep net zo vaak op de knop als de eerste.
Hoe kan dat? Dit heeft ermee te maken dat naar mate het aantal blauwe stippen verminderde, de definitie van wat nu precies blauw is verbreedde. Wanneer het aantal echt blauwde stippen vervolgens weer toenam, werd ook de definitie van wat de deelnemers nu precies onder blauw verstonden weer nauwer.
Ons brein zoekt problemen
Dit idee zou je volgens wetenschappers ook kunnen toepassen op ons gedrag. Want wat gebeurt er als je de stippen vervangt door dreigend uitziende gezichten? Naarmate het aantal dreigend uitziende gezichten minder wordt, wordt de definitie van een dreigend gezicht ook steeds rekbaarder. Een gezicht wat eerder dus door kon als OK wordt op het moment dat er minder écht enge gezichten verschijnen, opeens als bedreigend ervaren.
Hetzelfde geldt voor de omgeving waarin we leven. Die kan nog zo veilig zijn, dat betekent niet dat we ons ook perse beter gaan voelen. Bij gebrek aan echte dreiging kunnen we een loszittende stoeptegel dan ineens als een ernstig probleem ervaren.
Laten we eerlijk zijn, in vergelijking met onze voorvaderen hebben wij in feite bar weinig om ons druk over te maken. Eten hoeven we te niet te zoeken in een bos, maar kopen we in de supermarkt. Als we het koud hebben, zetten we gewoon de verwarming aan. Om vervolgens op de bank te ploffen en te kiezen uit de honderden series en films die beschikbaar zijn op Netflix. En toch maken we ons constant druk om hele onnozele dingen.
Relativeren helpt
Betekent dit dat we ons hier maar gewoon bij neer moeten leggen omdat ons brein nu eenmaal zo is ingesteld? Nee, zegt de schrijver. Je kunt deze problemen namelijk wel degelijk relativeren. Je brein is misschien geneigd om het feit dat je Instagram niet snel genoeg laadt als een probleem te zien. Aan jou de taak of je hier je dag door laat verpesten.