Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Flipboard nu in zakformaat

Flipboard, de iPad-applicatie die favoriete websites en social media samenvoegt tot één goed leesbaar persoonlijk magazine, komt naar de iPhone. Goed nieuws voor leestijgers, met een Hollands tintje. 

 

Nieuws en ander leesvoer doorvlooien was nooit zo'n succes op het kleine schermpje van een smartphone. Te kleine letters, oeverloos tikken en vegen op het schermpje om wat bij elkaar te harken en nooit voldoende overzicht. Een heel verschil met de lees-applicaties die sinds anderhalf jaar voor de iPad en andere tablets op de markt zijn. Flipboard, met de Nederlander Arthur van Hoff als cto  in zijn bestuur, is veruit de bekendste van dergelijke persoonlijke lees-apps. Na het aangeven de favoriete websites en social media-plekken krijgt de gebruiker een overzichtelijk en fraai gelayout persoonlijk magazine voor zijn neus.

Flipboard goes iPhone

Moeten leestijgers dan toch maar aan de tablet? Misschien niet. Agelopen week lanceerde Flipboard zijn product in een vorm, aangepast voor de iPhone. En wel zó, dat met een simpele duimbeweging bijzonder soepel door het belangrijkste nieuws, facebook en twitter kan worden gebladerd op een manier die doet denken aan het draaien aan de aloude papieren contactendatabase Rolodex: de tweets, headlines en foto's rollen verticaal langs.

Uitnodigend

Het is indrukwekkend, hoe Flipboard van het eigenlijk veel te kleine schermpje van een iPhone een magazine weet te brouwen dat in elk geval uitnodigt tot bladeren. Zelfs de luie gebruiker die binnen een minuut achteloos wat voorgebakken categorieën als Business, Design en Technology aanvinkt, maakt al een vliegende start. De nieuws-headlines worden vervolgens gepresenteerd als de tegels die we kennen van Windows Phone. Vooral door de manier van presenteren bewijst Flipboard zijn nut: niet meer elke app van alle nieuwssites en sociale netwerken na elkaar starten en sluiten, maar alles bij de hand. Helemaal goed gevonden is de onderkant van  het scherm, die als het ware 'wappert' om aan te geven dat er op de volgende pagina meer te vinden is. Speels, maar effectief.

Twitter, Facebook

Nog even inloggen op Facebook en Twitter en die tegeltjes vertonen ook de laatste bijdragen. Maar niet zonder dat Flipboard zijn eigen interface er als het ware overheen heeft gelegd. Op Facebook zijn foto's meteen beeldvullend, en komen pas na een volgende tik commentaren en likes in beeld. Ook op Twitter krijgt grafische verfraaiïng de voorrang: eerst het beeld waarnaar een tweet verwijst, daaronder de tekst en afzender. Goed gedaan.

Hollands glorie

Flipboard heeft zijn lezer nog uitgebreid met Flipboard Accounts, dat het profiel opslaat, zodat het op andere apparaten (we gokken in dit geval: een iPad) ook te gebruiken valt. We zijn zelf fan van Flipboard. Wat daarbij helpt is het feit dat Arthur van Hoff, de Nederlandse stamvader van Java en een serial entrepreneur die al meer dan tien jaar vanuit Silicon Valley actief is, er in de board zit. Na startups als Strangeberry en Zing kwam hij vorig jaar via een overname aan boord bij Flipboard, in zijn favoriete rol: cto.

Concurrenten

Flipboard is natuurlijk niet de enige persoonlijke bladeraar van zijn soort. Ook de rivalen van Van Hoffs bedrijf zullen niet lang wachten met hun eigen interpretatie van de persoonlijke leesassistent voor de smartphone. Zo heeft Zite zijn iPhone-app ook ijlings gelanceerd en werkt AOL Editions, een dagelijkse digitale knipseldienst van de mediagigant, aan een editie voor de smartphone. Yahoo heeft Livestand voor de iPad en belooft volgend jaar ook naar andere platforms uit te breiden, inclusief Android tablets en misschien ook smartphones. En Google kan natuurlijk niet achterblijven met een gepersonaliseerde lees-app. Maar voorlopig is er geen zo fraai en Hollands als die van Flipboard.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Lees ook:

 


 

Hoe de Indiase gierencrisis een perfecte metafoor is voor falend management

Toen miljoenen gieren stierven in India, volgde een economische ramp van 32 miljard euro en stierven honderdduizenden mensen. Dezelfde fatale denkfout die daartoe leidde, zien we dagelijks terugkomen in Nederlandse boardrooms, schrijft innovatie-expert Simone van Neerven.

india gierencrisis
Foto: Getty Images

Halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw begint het sterftegetal in bepaalde regio’s in India toe te nemen. Het is onduidelijk waarom mensen te vroeg sterven, maar de problemen lijken het grootst in drukke verstedelijkte gebieden. Al gauw ontdekt men dat ook het aantal gieren ontzettend is afgenomen. Nog niet zo heel lang geleden telde India zo’n 50 miljoen gieren, maar daarvan is ondertussen zo’n 97 procent verdwenen. Die gieren blijken een cruciale rol te vervullen.

In India is de koe heilig en mag die niet worden opgegeten. Zodra een koe overleed, doken de gieren erop af en aten het karkas in een mum van tijd op. Het was een fantastisch werkend systeem voor afvalverwerking en ziektepreventie, maar door het verdwijnen van de gier bleven de karkassen lang liggen.

Bacteriën en ziekteverwekkers kwamen in het drinkwater terecht en konden zich onbelemmerd verspreiden. Straathonden namen de rol van de gieren over, maar die zijn veel minder effectief in het opruimen van rottende resten en werden bovendien zelf ook ziek. Dat leidde tot meer hond-gerelateerde problemen, zoals agressie en een stijging van hondsdolheid, die ernstige gevolgen hadden voor de volksgezondheid. Elk jaar stierven er zo’n 100.000 mensen.

Grote stappen, snel thuis

Bij nader onderzoek bleek dat de gieren stierven door nierfalen. De koeienkarkassen die ze aten zaten namelijk vol met diclofenac, een goedkope pijnstiller die voor vee prima werkt maar dodelijk is voor gieren. Naarmate de boeren dat middel steeds vaker en in grotere hoeveelheden aan hun zieke koeien toedienden, steeg ook de sterfte onder de gieren.

In plaats van de tijd te nemen om op zoek te gaan naar de kern van het probleem, neemt men maar al te graag het snelle pad. De nadruk ligt veel te vaak op het snel fixen van problemen. Er wordt niet ingezien dat het herstellen van ontstane problemen achteraf juist veel meer tijd, geld en energie kost.

In het voorbeeld van de gierensterfte in India sprong Elam Pharma maar al te graag in het gat om zieke koeien beter te maken met medicijnen en daar flink veel geld mee te verdienen. Uiteindelijk was de gevolgschade enorm. De inschatting is dat het de Indiase samenleving zo’n 32 miljard euro per jaar heeft gekost.

Pleister op pleister

Bij het oplossen van problemen wordt er vaak opportunistisch en reductionistisch gehandeld zonder de tijd te nemen om goed te onderzoeken wat er daadwerkelijk aan de hand is. We verliezen daarmee het grote geheel volledig uit het oog. De oplossingen die worden bedacht zijn suboptimaal en zorgen op hun beurt vaak juist weer voor nieuwe problemen.

Dit fenomeen van compartimenteren zie je overal terug. Bij de overheid die complexe problemen opknipt en verdeelt over de ministeries waardoor er vervolgens geen logisch en zelfs onuitvoerbaar beleid ontstaat waar geen touw aan vast te knopen is.

Verzuiling en interne concurrentie

In veel organisaties gebeurt precies hetzelfde. Daar werken afdelingen als strategie, innovatie, sustainability, (digitale) transformatie, IT en D&I nauwelijks met elkaar samen, terwijl ze wél veel raakvlakken en uiteindelijk óók hetzelfde doel hebben. Sterker nog, ze concurreren met elkaar om dezelfde resources en vechten daar hard voor om zo hun eigen KPI’s te halen, volledig blind voor het grotere plaatje.

In plaats van met elkaar samen te werken, werken ze elkaar tegen en zijn ze druk bezig om problemen weg te werken die een andere afdeling heeft veroorzaakt. De organisatie wordt er niet beter van en de echte problemen blijven onopgelost.

Bezint eer ge begint

Ren dus niet achter de feiten aan. Het loont vaak om wat langer stil te staan bij het probleem. Want door daar dieper in te graven, komt men tot andere inzichten.

Toen Jerry Sternin van Save the Children jaren geleden de opdracht kreeg om de ondervoeding van Vietnamese kinderen aan te pakken, trok hij de dorpen in om in gesprek te gaan met bewoners en met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. Hij ontdekte dat er ook arme gezinnen waren waar de kinderen wel gezond waren.

In plaats van na te denken over hoe hij de logistiek van een enorm voedsel distributieprogramma van de grond zou krijgen, stelde hij zichzelf de vraag: “Hoe kan het dat de kinderen van sommige arme gezinnen wel gezond zijn?”. De inzichten die hij kreeg door hier verder op door te gaan, hielpen hem om een programma op te zetten dat gebruik maakte van lokale voedselbronnen die voorheen niet werden gebruikt waardoor het probleem veel structureler werd opgelost.

In het geval van de gieren in India had de vraag niet moeten zijn “Hoe krijgen we de koeien weer gezond?”, maar “Waarom worden die koeien eigenlijk ziek?”.

Lees ook deze columns van Simone van Neerven: