Millennials zeggen bij bosjes hun goed betaalde baan op op om hun passie achterna te gaan. Voor de een betekent dit werken voor een maatschappelijk betrokken organisatie, de ander wordt freelance yogadocent en weer iemand anders start een eigen duurzame meubelzaak.
Dat ze blij zijn met deze nieuwe stap steken ze niet onder stoelen of banken. Maar met dit soort werk kun je dan ook aankomen op feestjes. Kan dat dan niet met alle banen? Nee. Zo blijkt uit dit stuk in The New York Times. Hierin schrijft een zekere K.L Houston aan journalist en adviseur Megan Greenwell dat hij zich eigenlijk schaamt voor zijn baan in de detailhandel. Want wat zullen zijn voormalige collega ’s uit de muziekindustrie zeggen?
Status
Twintig jaar lang werkte K.L Houston bij een PR-bedrijf in de platenindustrie. Zijn droombaan, al zegt hij het zelf. Toen hij na twintig jaar later ontslagen werd volgden allerlei functies die bij lange na niet in de buurt kwamen van het niveau van zijn eerder functie.
Uit financiële noodzaak zag Houston zich vorig jaar genoodzaakt het over een andere boeg te gooien. Hij solliciteerde bij een grote detailhandelketen en werd aangenomen. Zes maanden later heeft hij al een promotie te pakken. En reken maar dat hij daar blij mee is. Maar hoewel hij de neiging had dit op Linkedin te posten hield iets hem tegen. Namelijk de angst voor het oordeel van zijn voormalige collega’s. Ooit werkte hij net als zij met de grote namen uit de muziekindustrie. Zouden zij nu op hem neerkijken?
Werk en liefde meest betekenisvol
Dat Houston bang is voor het oordeel van anderen is eigenlijk niet zo gek. Was je werk vroeger gewoon iets waar je de kost mee verdiende, inmiddels is werk voor ons veel meer dan dat. Zo hechten we enorm veel belang aan zingeving binnen ons werk, zo blijkt uit dit stuk op MT. Filosoof Alain de Botton stelt zelfs dat liefde en werk tegenwoordig de meeste betekenisvolle aspecten in ons leven zijn. Een baan bepaalt voor een groot deel onze identiteit. Op feestjes is het vaak het eerste waar naar gevraagd wordt. Werk is allang niet meer alleen een middel om de rekeningen te betalen. Nee, je moet je passie vinden en daar vervolgens je werk van maken. Dus als wij in een sector werken die in de ogen van anderen misschien niet zo cool is, wat zegt dat dan over ons?
Journalist en coach van The New York Times Megan Greenwell snapt Houstons dilemma dan ook precies. Sterker nog, ze heeft er zelf ook last van. Als journalist houdt ze zich vaak genoeg bezig met de vraag wat ze zal gaan doen op het moment dat er in haar vakgebied echt geen droog brood meer te verdienen is. Wat als ze iets totaal anders zou gaan doen? Ook bij haar komt de vraag op of haar collega’s dan laatdunkend over haar zouden denken.
Geen toffe baan? Kom er voor uit
Het goede nieuws is volgens Greenwell dat Houston wel degelijk een verschil kan maken. Hoe? Door op sociale media te vertellen hoe blij is met zijn nieuwe baan in de detailhandel. Ze is ervan overtuigd dat anderen die zich in een soortgelijke situatie bevinden hier iets aan zullen hebben. Al is het alleen maar omdat ze er even aan worden herinnerd dat een ‘toffe baan’ geen voorwaarde is voor een gelukkig leven. Bovendien, Houston mag dan niet trots zijn op zijn functie, hij wordt er wel gelukkig van. En ook dat is niet iedereen gegeven, zo schreven we eerder op MT.