Flinterdunne zonnefolie die het mogelijk maakt om op veel meer plekken zonne-energie te vangen dan met de vertrouwde panelen. Rombout Swanborn (62) werkt er met zijn Arnhemse bedrijf HyET Solar al heel lang aan, maar de folie staat nu op doorbreken.
Invest-NL investeert in HyET
Deze week maakte HyET een financiering van 29 miljoen euro bekend, de helft afkomstig van twee investeerders, de andere helft verstrekt staatsfonds Invest-NL als risicodragende lening. Met het geld kan de fabriek worden afgebouwd die de folie gaat produceren. Vraag is er genoeg: Swanborn heeft al een grotere fabriek in de planning en wil binnen twee jaar naar de beurs, om 150 tot 200 miljoen euro groeikapitaal op te halen voor volgende stappen.
De aanloop daarnaartoe lijkt wel een behoorlijke marathon. Swanborn ontfermde zich in 2012 over het solarbedrijf, dat toen als Helianthos al jaren aan de weg timmerde met zijn revolutionaire Powerfoil. Toenmalig eigenaar Nuon was overgenomen door Vattenfall en dat wilde van het dochterbedrijf af. De buigzame zonnefolie kon onvoldoende concurreren met de stijve glaspanelen die de grote spelers produceerden. Helianthos stond al tijden te koop en zou sluiten bij gebrek aan gegadigden.
Derde leven voor Helianthos/HyET
Tot Swanborn zich op het laatste moment meldde – de veiling van de inboedel liep al, de werknemers waren zo’n beetje vertrokken – een aan TU Delft gepromoveerde techondernemer die eerder had gecasht met de verkoop van bedrijven in de olie- en gastechnologie. Swanborn herdoopte Helianthos tot HyET Solar, voegde het toe aan zijn bedrijvengroep en haalde de belangrijkste medewerkers terug. De proeffabriek werd letterlijk gered van de schroothoop.
Zo begon Helianthos aan zijn derde leven, want het was vijf jaar eerder ook al bijna opgerold. AkzoNobel was de eigenaar, die vanaf eind jaren negentig van de vorige eeuw een nieuwe generatie zonnecellen ontwikkelde die goedkoop gemaakt zou kunnen worden. Een joint venture met Shell Solar strandde in 2004, toen Shell zijn zonne-activiteiten terugschaalde. AkzoNobel wist de technologie, inclusief die proeffabriek, maar net over te doen aan Nuon.
Lees ook: Verticale zonnepanelen tussen de koeien: ‘Dit kan een extra verdienmodel zijn voor boeren’
Opboksen tegen zonnepanelen uit Azië
In een interview kort na de overname legde Swanborn nog uit dat productie van de folie op de rol in Nederland, zoals Nuon had geprobeerd, niet verstandig was: ‘Je kunt helemaal niet opboksen tegen de goedkope zonnepanelen uit Azië.’ Swanborn wilde de technologie in Arnhem wel verder ontwikkelen en de proeffabriek door laten draaien, maar voor de productie zocht hij licentienemers in Azië en Latijns-Amerika, vertelde hij in vakblad De Ingenieur.
De dunne folie uit zogeheten amorf silicium kan prima concurreren met de vertrouwde statische panelen. Niet alleen doordat het veel makkelijker is aan te brengen op golfplaten en gebogen oppervlakken: dat is een kwestie van neerleggen, vastplakken en aansluiten. Dat scheelt installatiekosten en maakt zonne-energie mogelijk op plaatsen waar panelen geen plek kunnen krijgen. Mooie voorbeelden zijn opslagtanks van Vopak en het dak van Ikea Duiven die werden voorzien van de Arnhemse folie. In Heerlen werden in 2019 golfplaatdaken voorzien van zonnefolie.
Powerfoil kan goedkoper dan panelen
Maar de folie is niet alleen flexibeler. Als hij grootschalig wordt toegepast in enorme zonneparken, kan dat ook op prijs concurreren met een zee van panelen. Een kwart goedkoper is de Powerfoil per opgewekte energie-eenheid, heeft de maker berekend. En als de folierollen op echt grote schaal worden gemaakt, kan de prijs zelfs uitkomen op een derde van conventionele panelen.
Toch is de schaalvergroting die nodig is om de prijzen echt omlaag te dringen de afgelopen jaren niet bereikt. Zijn proeffabriek had in 2012 een capaciteit van 20 MW per jaar, het tienvoudige was volgens Swanborn nodig om groot de markt op te kunnen. De nieuwe productielijn stampt er straks 300.000 vierkante meter aan zonnefolie uit, ofwel 40 MW.
Wederopstanding solar-maakindustrie
Je mag de nieuwe investering in HyET zien als definitieve comeback van de folie. En tegelijkertijd markeert die ook de wederopstanding van de hele solarindustrie in Nederland.
Het demissionaire kabinet stelde in juli nog 412 miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds beschikbaar voor een nationaal programma rond de grootschalige productie van zonnecellen en zonnepanelen in Nederland. Geld dat bestemd is voor SolarNL, een consortium van solarbedrijven en kennisinstellingen dat de maakindustrie voor solar wil uitbouwen. Daarbij zetten ze in op nieuwe technologie voor zonnecellen met een hoog rendement, flexibele zonnefolie en varianten die goed in gebouwen of auto’s te integreren zijn.
Lees ook: Solar Sedum installeert groene zonnedaken: ‘90% van onze klanten is particulier’
Invest-NL-topman Rinke Zonneveld
‘Zonne-energie heeft de toekomst’, juichte topman Rinke Zonneveld van Invest-NL dinsdag op LinkedIn over de lening die zijn fonds aan HyET verstrekt. ‘Wij denken dat er ruimte en noodzaak is voor nieuwe solar-maakindustrie in Nederland. Ruimte omdat we in nichemarkten technologisch voorop lopen. Noodzaak omdat we de afhankelijkheid van China vanuit strategische autonomie niet moeten willen.’
En bovenal: de zon is een van de energiebronnen die we nodig hebben voor de energietransitie. Invest-NL bracht in augustus een rapport uit over ‘noodzaak en momentum’ voor het opzetten van een productieketen voor solar op Europese schaal. Het momentum is duidelijk: Brussel wil dat in 2030 40 procent van de nieuwe solarsystemen in Europa wordt geproduceerd. Daarvoor moet de productie verzesvoudigen.
Lees ook: Deze zonnepanelen maken direct waterstof uit zonne-energie
Gezocht: 600 miljoen van investeerders
Daarbij moet voor Nederlandse partijen, met hun kennis van folie en andere geavanceerde solarmaterialen, een rol zijn weggelegd. Ook voor de productie in Nederland: in het rapport hebben makers als HyET, Exasun (solardakpannen), Solarge (lichtgewicht modules) en MCPV (nieuwe generatie zonnecellen met hoge capaciteit) samen plannen voor 19 GW aan opwekcapaciteit tegen 2033. Daarvoor moeten private investeerders wel een kleine 600 miljoen euro mee-investeren, naast de bijdrage van de overheid.
Australische miljardair
De opschaling van de wonderfolie van HyET Solar lijkt intussen eerder ver buiten Nederland plaats te gaan vinden. Zelf heeft Swanborn de afgelopen jaren op vele continenten geprobeerd om fabrieken van de grond te krijgen met lokale partners. Na Brazilië, Maleisië en India lijken nu afspraken om in Oman fabrieken te (helpen) bouwen het meest concreet. Tijdens het bezoek van het koninklijk paar aan Indonesië tekende hij daar in 2020 een intentieovereenkomst met staatsoliebedrijf Pertamina.
Maar de grote klap komt waarschijnlijk nog een eindje verder, in Queensland, Australië. In 2020 nam de Australische miljardair Andrew Forrest met FFI (Fortescue Future Industries) een meerderheidsbelang in de groep waar HyET Solar onderdeel van is. En hij heeft grootste plannen.
FFI wil een fabriek neerzetten voor jaarlijks 1 GW aan oprolbare panelen. Die zijn bestemd voor een eigen zonnepark dat de stroom opwekt die nodig is om waterstof te produceren. En nu komt het: daarmee wil Forrest de staalfabrieken in zijn conglomeraat vergroenen. Dat klinkt als een tip voor Tata Steel.
Lees ook: Deze startup wekt zonne-energie op met gekleurde gevelpanelen