Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Lukt het Brabant om met een eigen zonnecelfabriek China te verslaan?

Ooit liep Nederland voorop in zonneceltechnologie, maar tegenwoordig komt 90 procent van alle zonnepanelen uit China. Noord-Brabant wil de bedrijfstak nieuw leven in blazen. Over een paar jaar moet een nieuwe fabriek 5 tot 10 procent van alle Nederlandse zonnecellen leveren. Niet op een paneel, maar op een folie of laminaat. TNO levert de technologie en bedrijven als Heijmans en Aldowa staan klaar om er mee te gaan bouwen. Maar wie gaat de zonnecellen maken?

noord-brabant zonnecel fabriek
In het TNO-lab worden nu al laminaten en folies met zonnecellen bedrukt. Foto: TNO

De Europese en Nederlandse zonnepanelenfabrikanten hebben het zwaar. De concurrentie uit China is moordend. Dat land levert wereldwijd 92 procent en in Nederland 89 procent van alle zonnepanelen, vaak tegen dumpprijzen.

Daarnaast is door de dreigende afschaffing van de salderingsregeling en de terugleverboete die energiebedrijven rekenen, de verkoop met 95 procent gedaald. Exasun, de oudste zonnepanelenproducent van Nederland, ging begin dit jaar failliet. Een grote producent als het Zwitserse Meyer Burger wilde door de verslechterde marktomstandigheden zijn Duitse fabrieken naar de VS verplaatsen, maar kreeg dat nog niet rond.

Lees ook: Volle daken, politiek gezwabber en slechte pers: ‘perfect storm’ treft solarbedrijven

SolarNL

Om minder afhankelijk te worden van China wil de EU de productie van zonnepanelen weer terughalen naar Europa. Nederland onderschrijft dat. Hier heeft een consortium van Nederlandse zontechnologiebedrijven, TNO, universiteiten, hogescholen en diverse bedrijven een nationaal programma opgezet voor grootschalige productie van zonnecellen en zonnepanelen in eigen land: SolarNL. Dat heeft een subsidie van 312 miljoen euro gehad uit het Nationaal Groeifonds. Verder wordt nog eens 586 miljoen op tafel gelegd door bedrijven en de deelnemers zelf.

SolarNL gaat niet met China concurreren door gewone zonnepanelen te produceren, maar richt zich juist op nieuwe, meer hoogwaardige technologie. Het focust op de productie van lichtgewicht, recyclebare zonnecellen met een hoog rendement, die geïntegreerd kunnen worden in gebouwen, verkeersborden, voertuigen, op water en in infrastructuur. Bijvoorbeeld door ze te plakken op folie en laminaat dat op ramen, gevels, wegen en daken van vrachtwagens bevestigd kan worden. Uiteindelijk ook op tentzeilen, kunst of kleding.

Perovskiet-zonnecellen

TNO heeft hiervoor een technologie ontwikkeld met zonnecellen op basis van perovskiet, een mineraal dat overal voorkomt en niet schaars is. Geplakt op folies kunnen die cellen op staal, glas of alle type gevels of materiaal bevestigd worden.

De afgelopen jaren is de technologie zo verbeterd, dat binnen enkele jaren massaproductie mogelijk moet zijn. ‘Bij TNO geloven we dat elk oppervlak gebruikt kan en moet worden voor de opwekking van zonne-energie’, zegt senior wetenschapper Veronique Gevaerts van TNO. ‘Daarom zijn slimme oplossingen nodig om zonne-energie in de gebouwde omgeving te integreren.’

Nieuwe fabriek

Om tegengas te bieden aan China wil Noord-Brabant samen met TNO de grootschalige zonne-energie-industrie terugbrengen naar de zuidelijke provincie. Brabant startte dertien jaar geleden al een samenwerking met TNO op de High Tech Campus in Eindhoven. Onderzoeksconsortium Solliance deed sindsdien onderzoek naar dunne film zonnecellen, die licht en buigzaam zijn en op alle oppervlakten geplakt kunnen worden.

Nu worden die zonnelaminaten en -folies nog in het lab van TNO geproduceerd, waar ze in rollen van de band komen. Om een nieuwe dunne film PV-industrie uit de grond te stampen, wil de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) samen met TNO binnen twee tot vijf jaar een fabriek bouwen, die 1 gigawatt aan zonnecellen kan produceren. Die kan uiteindelijk 5 tot 10 procent van alle vraag leveren.

Kijk hoe Noord-Brabant een fabriek voor perovskiet-zonnecellen wil bouwen:

Lagere voetafdruk

De perovskiet-zonnecellen wekken meer zonnestroom op dan standaard zonnepanelen. In het lab werd al een rendement van 30 procent gehaald, terwijl de meeste panelen tussen de 15 en 22 procent zitten.

Uit een levenscyclusanalyse blijkt dat de productie van flexibele perovskietcellen ook een stuk milieuvriendelijker is dan de standaard zonnepanelen. ‘De CO2-footprint is 40 procent lager dan conventionele zonnecellen en ze zijn recyclebaar. Daarom denken we dat we een concurrentievoordeel hebben’, zegt programmanager Paul Gosselink van de BOM.

Integreren in gebouwen

Door zonnecellen op folies en laminaten te plakken, wordt het mogelijk om zonne-energie overal in gebouwen te integreren. Op veel daken staan al zonnepanelen, maar straks wekken ook ramen en gevels en allerlei andere oppervlakten duurzame stroom op. Dat heet Building Integrated PV (BIPV).

Dat wordt steeds belangrijker omdat de energie-eisen voor gebouwen steeds strenger worden. Zo schrijft de BENG-regel voor dat een gebouw 50 procent van zijn energie zelf moet opwekken. Ook de energielabels die kantoren verplicht moeten hebben, drijven de vraag naar BIPV-oplossingen op.

Bouwbedrijf Heijmans wil zonne-energie daarom meer gaan integreren in gebouwen. Zo kunnen die niet alleen energieneutraal worden, maar zelfs meer energie opwekken dan ze gebruiken. ‘We bouwen nu al energiepositieve woningen en in de toekomst ook energiepositieve wijken. Daar hebben we geïntegreerde zonne-energie voor nodig’, zegt Ronalt Folbert, innovatiemanager bij Heijmans Energie. ‘Als we de producten hebben, kunnen we gaan bouwen.’

Geld verdienen

Heijmans zoekt dan ook leveranciers die gevels en ramen met geïntegreerde zonnecellen kunnen leveren. Dat kan Aldowa doen. Dat bedrijf levert gevels die volledig uit zonnepanelen- en cellen bestaan. In alle kleuren of vormen.

‘Wij geloven dat gevels in de toekomst niet alleen een kostenpost zijn, maar ook geld opleveren’, zegt Roel Rennen van Aldowa. ‘Je kunt het dak vol leggen met zonnepanelen, maar bij hogere gebouwen moet je ze verticaal in de gevel plaatsen om genoeg energie op te kunnen wekken. Bovendien wekken zonnepanelen in gevels in de winter meer stroom op dan die op het dak.’

Krant drukken

Ook TNO ontwerpt allerlei toepassingen voor gevels, waarbij zonnecellen onzichtbaar worden geïntegreerd in gevels, ramen of kunstwerken. Dat kan in elke vorm of kleur. ‘Technisch is het al mogelijk, maar nu is het handwerk. De kosten moeten omlaag. Dat betekent meer automatisering’, zegt Gevaerts.

In de nieuwe Brabantse fabriek moet de technologie uit het TNO-lab opgeschaald worden naar massaproductie en moeten straks kilometerslange rollen met zonnecellen van de band rollen. ‘Net alsof er een krant wordt gedrukt’, zegt ze.

De vraag is nu wie die zonnecellen gaat maken en welke bedrijven ze gaan kopen. Daarvoor zijn de BOM en TNO op zoek naar investeerders en naar bedrijven die de productie op zich willen nemen. Die zijn nog niet gevonden en daarom deden ze tijdens een webinar een oproep aan alle partijen die belangstelling hebben. ‘Als je geïnteresseerd bent, laat het ons alsjeblieft weten’, zei Gevaerts daar.

Dit artikel verscheen eerder op Change Inc., het platform voor duurzaam nieuws in het bedrijfsleven. Change Inc. is onderdeel van de MT MediaGroep, net als MT/Sprout.