‘Mijn generatie was bang dat de wereld in 2014 zou zijn overgenomen door robots. We hebben nu de elektronica en de mechanica, maar het ontbreekt robots nog aan bewustzijn – het kijken en denken zoals wij dat doen. Als we dat onder de knie krijgen wordt ons leven gemakkelijker en komen we tot nu nog ondenkbare technologieën.’ Aan het woord James Dyson (66), de Britse uitvinder die met zijn bedrijf vijf miljoen pond investeert in universitair onderzoek naar technologie die robots beter laat ‘zien’ en zelfstandig ‘denken’. Zelf neemt Dyson ook 3000 extra mensen in dienst om de R&D te versnellen. Want dat is de stofzuigerfabrikant aan zijn status als uitvindersbedrijf verplicht.
Hoe begon Dyson?
Vanuit frustratie: industrieel ontwerper James Dyson ergerde zich aan zijn kruiwagen, die telkens wegzakte in de blubber toen hij zijn huis verbouwde. Hij ging aan het ontwerpen en vond de kruiwagen opnieuw uit als Ballbarrow: een lichte constructie met een ballonvormig wiel, dat in 1974 in productie ging. Internationaal brak Dyson door met zijn tweede grote ergernis: een stofzuiger die zijn zuigkracht verloor doordat de stofzak snel dichtslibde met stof. Voor de oplossing liet Dyson zich inspireren door een plaatselijke houtzagerij, waar een enorme afzuiginstallatie dankzij een cycloon het stof keurig bij elkaar hield. Welgeteld 5127 prototypes en vele jaren leuren bij stofzuigerfabrikanten later nam een Japans bedrijf een licentie op zijn zakloze techniek. Dat gebeurde net op tijd, want Dyson stond aan de rand van de financiële afgrond door de kostbare strijd om zijn patenten te vestigen en verdedigen. Pas in 1993 had Dyson dankzij die licentie-inkomsten zijn Dyson Company opgezet en kwam de eerste stofzuiger onder eigen merk op de markt: de Dual Cyclone. Het werd van begin af aan een wereldhit.
Hoe groeide Dyson verder?
Er volgden veel variaties op de cycloonzuiger, een wasmachine en in 2009 uiteindelijk de AirBlade handdroger, die in de betere horecagelegenheden niet meer weg te denken is uit de wc. Een jaar later kwam Dyson met ventilatoren die gebruikmaken van dezelfde technologie. Maar de stofzuigers bleven de absolute cash cow. Inmiddels is de omzet van Dyson het miljard pond voorbij en biedt het werk aan meer dan 4500 mensen, van wie het grootste deel in Maleisië, waarnaar hij vanaf 2002 de productie verplaatste. Niet alles wat Dyson bedenkt verandert overigens in goud: de ‘Contrarotator’ wasmachine met twee tegengesteld draaiende trommels uit 2000 werd een flop, die in 2010 geruisloos van de markt verdween.
En hoe gaat het met de uitvinder zelf?
Uitstekend: James Dyson is inmiddels in de adelstand verheven, zijn naam is zo’n beetje het synoniem voor innovatie en zijn persoon geldt als beschermheilige van de Britse industriële ingenieurs. 14 jaar lang stak hij zich in de schulden om het stof te bedwingen, Forbes’ rijkenlijst prikt hem nu op 4,4 miljard dollar. Dyson wordt nooit moe om te hameren op het belang van goed opgeleide techneuten – en daarmee bedoelt hij niet de zoveelste webwizzard of gamedeveloper, maar de mensen die fabrieksschoorstenen laten roken. En daaraan is een schrijnend tekort. Onlangs schreef Dyson nog een ingezonden brief in de Financial Times: prima dat we geld verdienen met het opleiden van buitenlandse ingenieurs, maar trap ze daarna niet het land uit maar probeer ze binnen te houden.
Wat is het geheim van Dysons succes?
Een vijftal dingen zijn bepalend geweest voor het succes van de eigenwijze Britse ontwerper:
1. Onvrede met bestaande producten
Zoals het ging met de kruiwagen, zo ging het ook met de stofzuiger en de handblazer op de wc: Dyson ergerde zich groen en geel aan de dichtkoekende stofzak en de slechte zuigkracht en zocht net zo lang, tot hij een oplossing had die beter functioneerde.
2. Niet innoveren, maar opnieuw uitvinden
Dyson was niet van plan iets bestaands te verbeteren, maar begon met een leeg vel papier een grondige analyse van probleem, oplossing en de functionele eigenschappen die een nieuw product zou moeten hebben. Uitgangspunt; de bestaande technologie – stofzuiger of handdroger – is compleet verouderd. Alleen zo kon hij een handdroger ontwikkelen die binnen 15 seconden met koude lucht zijn werk doet. En daarmee de warme en trage bacterieblazers compleet belachelijk maakt. De weg daarnaartoe is – denk aan die 5127 prototypes – lang en kronkelig. ‘We moeten mislukkingen omarmen, er bijna een kick van krijgen,’ zegt Dyson zelf. ‘Niet op een perverse manier, maar in de hoop een probleem op te kunnen lossen.’
3. Exhibitonistische verpakking
Consumenten zouden het maar niets vinden, de lawaaiïge en halfdoorzichtige verpakking van de eerste stofzuiger. Maar Dyson liet ook nog eens in felle kleuren en met spectaculaire, ongebruikelijke vormen zien hoe anders en innovatief zijn producten zijn, en dat slaat goed aan.
4. Niet bang voor stevige prijzen
Dyson is niet te beroerd om de hoofdprijs te vragen voor zijn vindingen. Bijna 600 euro voor een stofzuiger, of die Animal Complete nu een koolstofvezel-turboborstel heeft of niet, is pakweg driemaal zoveel als een topper van Miele. De Airblade handdroger kost rond de 1600 euro, maar mikt op de zakelijke markt. Daar kan Dyson op een bierviltje uitrekenen dat zijn machine zichzelf binnen een jaar via de stroomrekening terugverdient.
5. Een goede buzz creëren
Dyson weet dan ook als geen ander zijn producten als premium neer te zetten – en dat meestal zonder een al te groot reclamebudget. Toen een concurrent in België gedaan kreeg, dat hij niet meer mocht afgeven op stofzuigerzakken, maakte de uitvinder in de volgende printadvertentie alle gewraakte verwijzingen daarnaar zwart, met in de kleine lettertjes: sorry België, van de rechter mag u de feiten niet kennen waar u recht op heeft. De ontwerper gaat er prat op, dat 80 procent van zijn spullen dankzij mond-tot-mondreclame worden verkocht.