Greenpeak verkoopt 1 miljoen chips per week. Die zitten nu vooral in set-top boxen en afstandsbedieningen maar in de toekomst hoopt Links zijn chips terug te zien in alle stekkers en sensoren die het “internet of things’ mogelijk moeten maken.
De stand van Links op de CES wordt elk jaar groter: “Ik spreek hier in één week al mijn klanten. Ik heb zo’n 20 afspraken op een dag. Het scheelt me een hoop tijd en kosten om overal heen te vliegen.”
Voor wie niet technisch is aangelegd is de stand van Greenpeak op de CES slechts een grote vitrine vol stekkers en knipperende kastjes. Posters met een opgewekte oma moeten inzicht geven in waar Greenpeak op inzet: “Het gaat er natuurlijk om hoe technologie je leven beter maakt. Als jij op je mobiel kan zien of je moeder die op leeftijd is elke dag nog wel goed uit haar bed komt dan voegt dat wat toe.”
Opstaan
Links laat op zijn mobiel zien hoe het nu bij hem thuis gaat; “Ik kan precies zien wanneer mijn vrouw is opgestaan. Kijk, dit was midden in de nacht. Ze moest waarschijnlijk even naar de wc.”
Gaat dat niet heel ver? “In verzorgingshuizen hebben ze al tien jaar ervaring hiermee. Uit onderzoek blijkt dat als iemand steeds langzamer door zijn huis loopt, immobieler wordt, er een verhoogde kans is dat iemand zijn heup breekt. Het gaat er natuurlijk om: Hoe kunnen we dit soort informatie gebruiken om eerder in te grijpen en te voorkomen dat het zover komt?”
Gijzelen
Het Internet of Things, het is vooral een grote belofte. Volgens voorspellingen beschikt onze wereld in 2020 over 50 miljard op Internet gekoppelde apparaten. Maar voor die belofte uitkomt zijn nog een hoop hindernissen te nemen: Hoe gaan we al die sensoren op een zo duurzaam mogelijke manier van energie voorzien? Is het wel veilig genoeg? Nu al kunnen computers gegijzeld worden waarbij je losgeld moet betalen om weer bij je bestanden te kunnen.
Dadelijk kun je ook je koelkast of -nog erger- je huis niet meer in. En hoe zorgen we ervoor dat ze op dezelfde manier met elkaar praten? Van Samsung tot Comcast, ze hebben allemaal hun IoT apparaten met een eigen ecosysteem en platform.
Belachelijke term
We staan nog aan het begin, geeft Cees Links toe. Nu komt zo’n 10% van de omzet uit IoT gerelateerde diensten. “Internet of things is een belachelijke term. Het gaat helemaal niet om dingen. Ook als je hier rondloopt op de CES denk ik: het is allemaal veel te veel gedreven vanuit het product.” Links werkt samen met Sensara, een Nederlands data-analyse bedrijf, zodat Greenpeak niet alleen een chip biedt, maar een oplossing waar consumenten echt wat aan hebben.
“Het gaat uiteindelijk om de dienst, niet om het ding.” Links laat zijn Fitbit zien: “Deze fitnessarmband op zich is niets. Je hebt ook de data nodig zodat wij als mensen uiteindelijk op basis daarvan betere beslissingen kunnen nemen. Zodat we meer vrije tijd over hebben, geld kunnen besparen of zoals met dit ding gezonder kunnen leven. Tja. Lukt het écht om je gedrag te veranderen en meer te gaan bewegen? Dat is dan aan jou.”
China
Greenpeak draait met het platform waarbij op afstand familieleden in de gaten gehouden kunnen worden pilots China. “Ik mag van de klant niet vertellen hoe groot de proef is. Maar het gaat om aanzienlijke aantallen bij twee operators.” Waarom niet in Nederland? “Wij zijn in Nederland geen technologiepioniers. Weet dat wij het 37e land waren ter wereld die Wi-Fi implementeerde? Er was indertijd een enorme weerstand. Wi-Fi zou duur zijn en gevaarlijke straling hebben. Ik heb er tien jaar aan lopen duwen en trekken.”
Links ziet dat de Chinezen die meedraaien in de pilot de zorgapp snel omarmen. Die noodzaak is er in het land ook: Het aantal 1-kind gezinnen is er groot, de jongeren werken vaak in de grote stad met hun ouders ver weg op het platteland. “We zien dat door de app kinderen vaker gaan bellen met hun ouders. Omdat ze meer inzicht hebben in hun activiteiten zijn hun ouders meer in hun gedachten en denken ze: ‘Mama is net opgestaan, laat ik even kijken hoe het met haar is.‘”