Michel van Ierland, managing partner van Unified International, staat sinds kort in de spotlights. Niet alleen in de Nederlandse media, maar ook bij de BBC, in The Guardian en in Aviation Week. Hét blad dat de hele luchtvaartwereld leest, mocht hij vertellen over de wereldprimeur: het nieuwe vliegtuig op waterstof.
Vliegen op waterstof in 2028
Al is het geen nieuw vliegtuig, want eigenlijk wordt de motor uit een bestaand toestel gesloopt en vervangen door een hybride waterstof/elektrische motor. Waterstof wordt omgezet in elektriciteit en met die elektriciteit worden de propellers aangedreven. Het vliegtuig heeft dan een bereik van zo’n 750 kilometer. En dat is interessant voor regionale commerciële vluchten.
Het vliegtuig is ook nog niet omgebouwd, maar de deadline staat al vast: in 2028 moeten met dit toestel de eerste commerciële vluchten met passagiers worden uitgevoerd, bijvoorbeeld van Rotterdam naar Londen. Dit alles wordt ontwikkeld en uitgevoerd met 17 Nederlandse organisaties. De eerste aanvragen voor offertes zijn al binnen, ook uit Azië en Amerika.
Een A-merk voor vliegtuigbouwers
Van Ierland vindt vooral de erkenning belangrijk. ‘Dat de vliegtuigmaakindustrie er nog toe doet in Nederland. Dat we na honderd jaar het volgende hoofdstuk kunnen gaan schrijven als leverancier van volledig groene voortstuwingssystemen.’
Het vergroenen en verduurzamen leeft bij het grote publiek, zegt hij. ‘Iedereen is er best wel enthousiast over, en klaar om groen te gaan vliegen.’ Ook jonge technici kloppen inmiddels aan de deur. ‘Die willen gewoon deel uitmaken van iets dat ook hun toekomst zal zijn.’
Het samenwerkingsverband moet echter nog flink aan de bak. Het doel is namelijk om met dit project opnieuw een vaste plek te veroveren voor de toekomst. En dat betekent een A-merk worden, een tier one, in de supply chain van nieuwbouwprogramma’s van de grote jongens, zoals Airbus, Boeing en Embraer.
Versnellen van duurzaam vliegen
‘We zeggen zelf: we gaan Champions League voetballen. We zitten als Nederland in de selectie, maar als je opgesteld wil worden moet je wel zorgen dat je gaat leveren. Je moet tot iets goed komen, met resultaat.’
Dat is ook wel een groot verschil met andere onderzoekstrajecten, legt Van Ierland uit. Het gaat niet om fundamenteel onderzoek, het gaat om het versnellen van duurzaam vliegen gekoppeld aan een ‘verdienvermogen’ voor morgen.
Wij willen in de vliegtuigmaakindustrie een ASML-achtige partij worden
‘We hebben een vliegtuigtype hiervoor uitgekozen waarmee het technisch kan, maar waar ook het marktvolume groot genoeg voor is. In ons voorstel zitten 1500 toestellen die in aanmerking komen voor het ombouwen. Belangrijk is ook dat 90 procent van het bestaande netwerk van de luchtvaartmaatschappijen die ze exploiteren intact zal blijven.’
Landen op Ypenburg
Bij de partners van dit project zitten startups, gevestigde bedrijven, kennisinstellingen zoals TU Delft, maar ook bedrijven die maritiem actief zijn of in transport en zo de overstap kunnen maken naar de luchtvaart. ‘Na een aantal werksessies hebben we gezien dat de chemie erg goed is.’
Van Ierland laat zich inspireren door ASML in het Eindhovense. ‘Dat is een partij die sterk dingen samenbrengt. Dat kunnen ze doen doordat er rondom ASML een goed ecosysteem zit. Die parallel kun je wel trekken. Wij willen in de vliegtuigmaakindustrie een ASML-achtige partij worden.’
Lees ook: Zo werd ASML de grootste chipmachinefabrikant ter wereld
De volgende stap is het oprichten van een nieuwe organisatie, die ‘ergens in september’ gelanceerd zal worden. ‘Deze ASML voor de luchtvaart gaat landen op Technology Park Ypenburg Den Haag, waar een nieuw hightech ecosysteem aan het ontstaan is. Daar komen de engineers, en daar worden ook testfaciliteiten ingericht.’
Over twee jaar testvluchten
‘Wat nu in onze roadmap staat, is dat we over twee jaar geschaald willen gaan testen. Dat noemen ze een iron bird. Je bouwt de opstelling in het vliegtuig na op de grond en gaat de hele keten geïntegreerd testen. Dat gebeurt bij het Koninklijke Nederlandse Lucht- en Ruimtevaartcentrum. De verwachting is dat we twee, drie jaar later de eerste testvluchten gaan uitvoeren op Woensdrecht en Rotterdam.’
Dit is geen rocket science, we gaan dit gewoon voor elkaar krijgen
Van Ierland maakt zich geen zorgen over de technische oplossingen waar nog wel wat werk aan is. ‘Of het nu een brandstofcel is of het ontwikkelen van de motor. Dit is geen rocket science, we gaan dit gewoon voor elkaar krijgen.’
Nu zijn de veiligheidseisen in de luchtvaart extreem streng, een reden waarom innovaties lang op zich laten wachten. Ook hier ziet Van Ierland geen beren op de weg. ‘Certificering is best wel een ding, maar dit gaat niet over een heel nieuw vliegtuig. We gaan alleen het stuk pakken waar de verandering zit, daardoor kunnen we dit proces versnellen.’
Technische discussies over vliegen op waterstof
De grootste uitdaging is misschien nog wel koers houden, zo heeft hij de afgelopen twee jaar bij de voorbereidingen gemerkt. Natuurlijk worden er met zo’n verzameling knappe koppen wilde ideeën gelanceerd, maar dan ‘komen daar goede gesprekken uit’, zegt hij.
Zo zijn er ook ‘goede technische discussies geweest over de volgorde waarin je bepaalde ontwikkelstappen neemt en over wanneer bepaalde technologieën op wat voor niveau beschikbaar moeten zijn.’
De kruisbestuiving binnen het team is heel goed
‘Maar tot nu toe is de kruisbestuiving binnen het team heel goed. Het zijn allemaal professionals. Transitie gaat soms gepaard met wat warmte, en dat is ook zo bij het omzetten van waterstof naar elektriciteit.’
Al twee spin-offs
‘We zijn natuurlijk wel kritisch, maar we geloven in de route die we hebben uitgestippeld, qua businesscase en technologie. Het is heel belangrijk om daarin koers te houden en je niet van het pad af te laten brengen, of je laten verleiden tot allerlei randgebeuren. Dat heeft gewerkt tot nu toe.’
Een voorbeeldje van dat randgebeuren zijn de twee spin-offs die inmiddels ontstaan zijn uit dit project. ‘Een spin-off gaat naar Embraer voor hun duurzame roadmap voor nieuwe vliegtuigen. Een andere spin-off gaat naar NAC, het oude Fokker, dat een waterstofmerk gaat worden.’
Rond die brandstof is ook al heel wat beweging gekomen. ‘Sinds we ons initiatief wereldkundig hebben gemaakt, hebben we over belangstelling van de brandstoffenleveranciers niets te klagen. De een na de ander klopt aan de deur. Wij leveren groene waterstof, per wanneer heb je hoeveel nodig?’
Rotterdam als proeftuin
‘De brandstoffenkant is, plat gezegd, niet aan ons. De luchthavens moeten zorgen dat ze hun infrastructuur op orde hebben, maar ook die willen natuurlijk niet de boot missen.’
‘Rotterdam ziet zichzelf wel als een proeftuin om duurzaam te worden. Ze willen graag vooroplopen met de nieuwe technologie. We hebben ze wel wat suggesties gegeven, omdat ze als eerste een hubfunctie willen gaan opzetten voor waterstofvluchten.’
Markt van 16 miljard voor vliegen op waterstof
Hydrogen Aircraft Powertrain and Storage Systems (HAPSS) is een volledig Nederlandse publiek-private samenwerking, opgezet door Unified International en InnovationQuarter met 17 bedrijven, waaronder Fokker, TU Delft, Rijksoverheid en het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum.
Het Nationaal Groeifonds heeft al 383 miljoen euro toegekend aan het programma Luchtvaart in Transitie, waarvan het HAPSS-project het grootste onderdeel is. De eerste stap is het ombouwen van een bestaand turbopropvliegtuig met 40 tot 80 zitplaatsen voor vliegen op waterstof, met als enige uitstoot: water.
Met deze nieuwe technologie kan een globale markt van 16 miljard euro worden ontsloten. Vanaf 2028 moet HAPSS 1.200 banen opleveren.