“Universiteiten richten zich de laatste jaren sterk op incubators. Valorisatie, kennis naar de markt brengen, wordt steeds belangrijker.” zegt ceo en investeerder bij Ephicas, Hessel Jongebreur. Eerder dit jaar pikte Ephicas de hoofdprijs van New Venture en Bizidee in, beiden goed voor 25.000 euro. Vorige week kwam daar de Academic Enterprise Awards 2008 (ACES) bij.
Samenwerken
ACES – een Zweeds initiatief – verkiest ieder jaar het beste Europese universiteitsbedrijf. “Zweden is voorloper op het gebied van technostarters, ze moeten wel”, zegt Jongebreur. “Zweden is een klein land met kostbare arbeidskrachten. Innovatief zijn is een must.” Het is de Zweden ernst met de ontwikkeling van een kenniseconomie. Zo is tien jaar terug de Stockholmse wijk Kista geannexeerd als mega-incubator. Een model dat ook in Nederland zou kunnen werken, denkt Jongebreur. “Nederlanders zien bijvoorbeeld Leiden, Rotterdam en Groningen niet als een eenheid. Ik ben met Yes! Delft (red: waar Jongebreur bestuurslid is) juist op zoek naar samenwerkingsverbanden met andere universiteiten.”
Kennis
Jongebreur weet waar hij het over heeft. Hij stond in 1999 aan de wieg van technostarter Tytecker. In 2006 verkochten hij en zijn businesspartner de vinding in licentie aan machinebouwer Poppers Groep. De koper stelde als voorwaarde dat hij nog twee jaar aan zou blijven voor de verdere ontwikkeling. “Het eerste jaar ging dat prima, er waren nog zoveel lopende zaken. Het tweede jaar was lastig. Ondernemers zijn eigenwijs, bij grote organisaties liggen de prioriteiten op een ander vlak.” Pas in april van dit jaar had Jongebreur zijn handen vrij. “We hebben negen jaar aan Tytecker gewerkt en nog altijd loopt het nog niet goed genoeg. Veranderingen in de bouw vragen veel meer tijd dan ik aanvankelijk gedacht had. Zo’n bedrijf zou ik niet snel weer opstarten.”
Broers
Na zijn exit zit Jongebreur niet stil. Via Yes! Delft komt hij in contact met de oprichters van Ephicas – twee Belgische broers van begin twintig. “Het project sprak me zo aan dan ik in oktober ingestapt ben als meewerkend investeerder. In de eerste maanden werkte ik een dag in de week mee om te ontdekken of het wel echt klikte tussen ons drieën. Vanaf volgend jaar wordt dat fulltime. Er waren investeerders met diepere zakken, maar die brachten alleen geld. Ik geloof er sterk in dat je jonge bedrijven van schoolverlaters meer ondersteuning moet bieden dan eens in de twee weken wat advies en een beetje geld.”
Duurzaam transport
De twee oprichters van Ephicas, de broers Van Raemdonck, bedachten een techniek die de huidige sideskirts op vrachtwagens tot decoratief degradeert. Hun gepatenteerde vinding zorgt voor gemiddeld 8 procent brandstofbesparing. Hoe meer tegenwind, hoe beter – een techniek die ze leenden uit de luchtvaart. Jongebreur: “Gemiddeld stoten vrachtwagens met onze sideswings 15 ton CO2 minder uit per jaar.” Daarmee is de terugverdientijd van een trailer met ‘vleugels’ tussen de één à twee jaar. “Dat de dieselprijs zo’n 30 procent gedaald is, is natuurlijk niet goed voor ons. Hoe goedkoper de benzine hoe langer de terugverdientijd.” Nu nog worden trailers die Ephicas onder handen neemt uitgerust met maatwerk sidewings. Een dure oplossing. Ephicas wil de panelen affabriek laten monteren. De eerste besprekingen met grote trailerbouwers zijn inmiddels gestart. Sidewings moeten de norm binnen de industrie worden, vindt Jongebreur.
Nieuwe projecten
De ontwikkelingen staan ondertussen niet stil. Zo wordt er gewerkt aan een opzetstuk voor de achterzijde van een trailer dat het verbruik en de uitstoot nog verder terugbrengt. Grootste tegenwerking: Brussel. “Voor iedere proefrit met een vrachtwagen die buiten de Brusselse standaardafmetingen valt moet ontheffing aangevraagd worden. Milieubewuste initiatieven stranden op bureaucratie.”
