Carel Callenbach, oprichter van Ingrepro micro ingredients verwacht binnenkort een telefoontje van Shell: “Bij het maken van biodiesel uit algen houd je zo’n 60 procent restmassa over. De partij waar Shell nu mee in zee gaat – de oliemaatschappij sloot woensdag een deal met het Amerikaanse HR Biopetroleum – weet niet wat daarmee kan worden gedaan. Het ontbreekt aan kennis over het toepassen van algen in voedingsmiddelen. Wij kunnen dat al wel, Shell komt nog wel terug.”
Oproep
Zo niet, dan nog maakt Callenbach zich geen zorgen. Ingrepro kan grote buitenlandse partijen tot haar klanten rekenen. Inmiddels heeft ook Nederland de algenkweker ontdekt. De ondernemer liet zich mei 2007 kritisch uit over het gebrek aan belangstelling voor hun kennisintensieve productieprocessen. “Daarna ging het snel. Alle grote chemieconcerns zijn langs geweest. Maar van de kennisinstellingen vernamen we weinig. Toevallig sprak ik woensdag met de Universiteit Wageningen. Het lijkt erop dat nu ook de wetenschap interesse toont.”
Energiebedrijf
Hoewel Callenbach zijn algenkennis inmiddels over de halve wereld aan het verspreiden is, is één bedrijf voor hem niet genoeg. In januari start hij Ingrepro Energie, een energiebedrijf. Hier moet biobrandstof zo goedkoop mogelijk worden geproduceerd.
Volgens Callenbach schrikken de hoge kosten van algenkweek commerciele partijen af. Doorbraken zijn er al wel. Niet alleen Shell investeert voor het eerst zichtbaar in het bioproduct, ook Essent adverteert ineens met de suggestie dat er in algenbiobrandstof wordt geïnvesteerd.
Callenbach denkt te kunnen prijsstunten in de markt van algenkweek. “Wij lopen qua kennis voor op de universiteiten.”