Sinds de film Minority Report is er onder techliefhebbers hernieuwde aandacht ontstaan voor touchscreen en andere computerapplicaties die het toetsenbord overbodig maken. Cantouch BV, een onderneming van Jasper Smink, Harmen Hofstra en Erik van der Pluijm, maakt tafels met oneindig veel aanraakpunten, zodat meerdere mensen er tegelijkertijd gebruik van kunnen maken. “De enige beperking is de software. Wij gebruiken flash en dat beperkt tot zo’n zestig aanraakpunten.”
Volgens Smink is zijn tafel daarmee ver voor op de concurrentie. “De kaartjesautomaat van de NS bijvoorbeeld heeft één aanraakpunt per layer, waardoor je slechts één ding tegelijk kunt doen. En de iPhone heeft er twee.” Behalve deze twee consumentenproducten heeft Cantouch nog wel een paar directere concurrenten die aan vergelijkbare tools werken, zoals Hewlett Packard. “Die doen dat erbij”, zegt Smink. “Wij houden ons fulltime bezig met deze techniek.”
Menselijk
Wie een demonstratie van de tafel ziet, weet dat het een fijne gadget is. Maar de prijs (15.000,- exclusief btw voor de kale hardware) lijkt wat al te hoog voor een apparaat dat vooral dingen kan die u ook wel zonder kunt. “Inderdaad, alles wat nu met de Cantouch kan, kan ook met de pc. Maar dan gebruiken mensen het niet. Deze techniek gaat vooral om het gebruiksvriendelijk en menselijk maken van informatiedeling.”
Daarin zijn de ondernemers alvast geslaagd: “Een computer wordt geassocieerd met anti-sociaal werken. Tafels hebben dat niet. We stonden op het Cinekid festival met een showmodel. De kinderen zagen het duidelijk niet als een computer.”
Maar wat is het dan? Daarover kan Smink kort zijn: “Het is nog geen ‘af’ product. Maar het schept een hele hoop mogelijkheden voor professionals die veel reizen en gemakkelijk data willen delen. We leveren niet met een standaard softwarepakket zoals je dat hier ziet. Voor iedere klant leveren we software op maat.”
Klanten weigeren
Het leveren op maat is niet alleen van belang voor de klant, maar vooral ook voor Smink zelf: “Wij zijn afhankelijk van feedback. Daardoor kunnen we blijven vernieuwen en komen we er ook beter achter wat alle mogelijkheden van ons product zijn. Als we nu stoppen met innoveren zijn we binnen twee jaar ingehaald.”
Smink moet er niet aan denken om al te hard te groeien. “Nu hebben wij goede wederzijdse relaties met onze klanten, waarmee we samen een mooi product ontwikkelen. Als we straks honderd tafels moeten verkopen, zijn we alleen nog maar bezig met de productie. Als een klant alleen maar zo’n tafel in zijn pand wil hebben en er verder niets innovatiefs mee wil doen, hebben we er niets aan. Aan dat soort potentiële klanten moeten we ‘nee’ verkopen.”