Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Geen arbeidsmigranten, maar robots doen het werk in deze kassen

Straks werken er geen Oost-Europese seizoenswerkers meer in de landbouw, maar zorgen robots dat er wordt gezaaid en geoogst. In deel 2 van de MT/Sprout-serie De robots komen: vliegende robots die insecten uitschakelen en tomaten plukkende collega-bots.

Robots in de landbouw

Han Hilbrands van loonwerk- en adviesbedrijf doorgrond.nl ziet het er al op korte termijn van komen. Robots die voor een boer onkruid opsporen en verwijderen en andere robots die op een veld verderop pompoenen aan het inzaaien zijn. Hilbrands test op het Groningse platteland robots, die hij huurt van Abemec, een groot mechanisatiebedrijf. De nieuwste is afgelopen week aangekomen uit Zwitserland. Eentje die onkruid herkent en meteen met een plaatselijke dosis gif vernietigt.

Nog even en zij kijken toe terwijl de robots het zware werk voor hen doen.

‘Het werkt hartstikke goed’, zegt hij tevreden. ‘Je kunt hem bijvoorbeeld gebruiken om aardappelplantjes te doden als die opkomen tussen je bieten. Dat gebeurt nogal eens als je het jaar ervoor aardappelen op dat land had staan.’ Maar het meest werkt Hilbrands eigenlijk met zaairobots. Hij kan zelfs kiezen uit twee soorten. ‘Allebei zijn ze lichter dan gewone trekkers, waardoor de grond minder in elkaar wordt gedrukt. Dat zorgt uiteindelijk voor een betere opbrengst.’

De belangstelling onder boeren in de omgeving is groot als Hilbrands demonstreert wat ‘zijn’ robots tegenwoordig allemaal kunnen. ‘Het scheelt ondernemers niet alleen handjes, je hoeft minder seizoenswerkers in te huren. Maar het kost henzelf ook minder tijd. Ze kunnen bijvoorbeeld meerdere robots tegelijk aansturen. Nog even en zij kijken toe, terwijl de robots het zware werk voor hen doen.’

De robots komen
In de serie ‘De robots komen’ kijken we hoe ver Nederlandse bedrijven zijn met robotisering. Alle verhalen vind je hier.

Vleermuisrobot

Niet alleen in de akkerbouw, ook in de kassen in het Westland wordt met robots getest. Sommige tuinders laten hun tomaten al niet meer door Polen of Roemenen plukken, maar door robots. Ook zijn er succesvolle proeven met aardbeien gedaan. ‘Het is allemaal nog kleinschalig, maar er gebeurt in Nederland heel veel op het terrein van de robotica’, zei de Utrechtse hoogleraar robotica Frank van der Stappen vorige maand al tegen MT/Sprout. Hij noemt de landbouw een van de sectoren waar de robotisering het allerhardst gaat. ‘Er is een tekort aan mensen, de grond is schaars en Nederland moet het in de strijd op de wereldmarkt van zijn efficiency hebben.’

Ik heb hen aangeboden dat ding bij mij in de kassen te testen

Nog tamelijk nieuw is de inzet van vliegende robots bij de bestrijding van insecten. Bij Koppert Cress in Monster, een kweker die ingrediënten levert aan toprestaurants in meer dan 50 landen, werken ze er al mee. CEO Rob Baan staat altijd open voor nieuwigheden, zegt hij zelf. ‘Toen ik hoorde dat een stel gasten uit Delft een soort mechanische vleermuis had ontwikkeld, heb ik hen opgezocht op de beurs in Berlijn waar ze op dat moment waren. Ik heb hen aangeboden dat ding bij mij in de kas te testen.’

Inmiddels vliegen er meerdere bij Koppert Cress rond. Bram Tijmons, CEO en mede-oprichter van PATS Indoor die ze op de markt brengt, noemt het zelf drones, maar eigenlijk zijn het minirobots die autonoom hun werk doen. Ze zijn 7 bij 7 centimeter, wegen 30 gram en jagen op nachtvlinders. Een ingenieus detectiesysteem in de kas registreert onder andere de trillingen van hun vleugels. De robotjes jagen de motjes vervolgens op. In een mum van tijd belanden ze in hun propellers om daar te worden ‘vermalen’.

Zo werkt de vleermuisrobot in de praktijk:

Financieel gewin

Baans aanbod had niet alleen te maken met interesse in innovatie. Vliegende insecten zorgen in zijn kassen voor tienduizenden euro’s aan schade. ‘Ik werk bijna volledig biologisch, de blaadjes en bloemen die wij verkopen zijn voor de horeca bestemd. Vooral de rupsen van de dagpauwoog zien de Shiso Purple als een feestje. De blaadjes daarvan worden gebruikt om sushi in te verpakken in de betere Japanse restaurants. Maar als ze aangevreten zijn, kan ik ze niet meer verkopen.’

In Azië en Latijns-Amerika lopen ze warm voor de Astronaut A5, het paradepaardje van Lely

Ook de verschillende nachtvlinders zijn ‘hufters’, zoals Baan dat noemt. ‘Zo’n vlinder legt tussen de 100 en de 200 eitjes per dag hè. De rupsen die daaruit komen tasten in no time hele velden met planten aan. Eerst dachten we dat alleen de dagpauwoog verantwoordelijk was. Dankzij het detectiesysteem van PATS weten we nu dat dat niet klopt.’

Toch loopt Bram Tijmons nog niet binnen met zijn minirobots, al vliegen die nu ook bij andere telers rond. ‘De interesse in de tuinbouw is er zeker’, zegt hij. ‘Onze omzet groeit en volgend jaar hopen we break-even te draaien. Ook is er belangstelling vanuit andere sectoren, bijvoorbeeld de cacao-en de tabaksindustrie. Daar blijken ze in hun opslagloodsen net zo goed last van motten te hebben.’

Lees ook: Hoe ABB co-robots laat samenwerken

Stormachtige groei

Die belangstelling is er al jaren voor de melkrobots van de Nederlandse robotfabrikant Lely. Het bedrijf, dat zijn hoofdkantoor heeft in Maassluis, is inmiddels een begrip in de internationale zuivelsector. Vorig jaar boekte Lely, ondanks corona, een recordomzet van 615 miljoen euro. Vooral in Azië en Latijns-Amerika lopen ze warm voor de Astronaut A5, hun nieuwe paradepaardje, meldt CEO André van Troost trots in een persbericht.

Lely profiteert van de groeiende vraag naar robots in de internationale agri-techwereld. ABN Amro schatte vorig jaar in een rapport dat daar nu 6 miljard in wordt omgezet. Die trend gaat versnellen, verwacht de bank. Omdat de wereldbevolking groeit, er steeds meer schaarste is aan landbouwgrond en omdat bedrijven willen verduurzamen. Daar komt het groeiende tekort aan seizoensarbeiders nog eens bovenop. ABN Amro denkt dat het aantal robots in de landbouw hierdoor in tien jaar tijd zal verdrievoudigen.

Investeerders willen zekerheid dat je het gaat redden

Je zou dus denken dat er gouden tijden aanbreken voor Nederlandse robotmakers. ‘Dat valt nog te bezien’, zegt hoogleraar robotica Frank van der Stappen. ‘De meeste bedrijfjes zijn klein en het blijkt ingewikkeld om financiering te krijgen. Zeker als ze vanuit de startup-fase willen opschalen om hun productie te vergroten’. Dat merken ze ook bij PATS. ‘Investeerders willen zekerheid dat je het gaat redden. Zeker in de wereld van de venture capitalists willen ze binnen een paar jaar kunnen cashen. Subsidie? Dan mag je er wel een full time iemand op zetten vanwege alle bureaucratie waarmee je dan te maken krijgt.’

Inpakken

Los van het zaaien, plukken en oogsten wordt er in de land- en tuinbouw ook naar de mogelijkheden van inpakken door robots gekeken. Want appels plukken en asperges steken (ook dat doen robots tegenwoordig) is één ding, maar ze moeten ook verpakt worden voor ze richting supermarkt gaan. Rob Baan van Koppert Cress wil er voorlopig niet aan, hoewel hij weet dat collega-tuinders er naar kijken. ‘De camera’s in de kassen rukken op, je ziet ook steeds meer automatische plukkers. Maar in mijn bedrijf doen de mensen die inpakken ook de laatste controles. Onze handjes zijn wat dat betreft ook onze ogen.’