Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Durfinvesteerders gaan er met een groot deel van de winst vandoor

Participatiemaatschappij Antea stak veel geld in Weekendjeweg en Cat Logic. En er ligt nog 14 miljoen euro klaar voor veelbelovende, kleine ondernemingen. Wie zijn de mensen achter Antea, bij wie stappen zij in en wanneer kiezen zij hun exit?

Bijna twee jaar lang zocht Ralf Hovenga naar een manier om zijn eigen bedrijf te kopen. “Het vrije ondernemerschap kriebelde”, zegt de directeur van Pan-Oston in zijn werkkamer. Die grenst aan de fabriek waar metalen panelen worden bewerkt tot checkout-counters. Sinds oktober vorig jaar is hij directeur en voor een kwart eigenaar van het bedrijf in Raalte. Hovenga deed een management buy-in, samen met Antea Participaties. Het vierde Informal Investors Fund van deze Haagse private equity investeerder bezit de overige 75 procent van de aandelen. Hovenga verhuist binnenkort vanuit de Randstad naar het landelijke Overijssel. Wat dichter bij ‘zijn’ bedrijf. “Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ik het filenieuws hoor” zegt de kersverse ondernemer, “al moet ik wel wennen aan de afstanden hier.”
Het industrieterrein waar Pan-Oston zijn fabriekshal heeft, is inderdaad heel wat anders dan het drukke centrum van Den Haag. Vanuit een modern ingerichte werkkamer – één groot schilderij op een lange witte muur en een solitaire struik in een tegenoverliggende hoek – kijkt Robert De Boeck uit op de Hofvijver. De fondsmanager en directeur van Antea Participaties, die meeïnvesteerde in de buy-in van Hovenga, beheert vijf investeringsfondsen waarin zo’n 170 vermogende particulieren geld inbrengen. De ondergrens om in een fonds te participeren ligt op 150.000 euro en de totale omvang van de fondsen is circa 44 miljoen euro. Met dat geld koopt de participatiemaatschappij zich in bij bedrijven die binnen vijf tot zeven jaar een rijk makende exit beloven. In zoverre onderscheidt Antea zich niet van andere maatschappijen. “Het is de schaal waarin we afwijken”, zegt De Boeck. Waar vergelijkbare fondsen voor soms honderden miljoenen investeren, zoekt hij zijn heil bij kleinere ondernemingen. “Onze participaties, enkele tonnen tot maximaal twee miljoen euro, zijn vaak te klein om interessant te zijn voor de grote spelers.” Beduidend kleiner dan de gemiddelde 7 miljoen euro die een participatiemaatschappij in 2004 in een deelneming stopte. Private Equity was volgens branchevereniging NVP in dat jaar goed voor 1,7 miljard euro aan investeringen in slechts 468 ondernemingen. Het geïnvesteerde bedrag lag 60 procent hoger dan het jaar ervoor. De machtsbalans verschuift in het voordeel van de ondernemer. Antea onderscheidt zich verder doordat participanten betrokken zijn bij de investeringsbeslissingen. De Boeck: “De informals die in de raad van commissarissen van het fonds zitten, hebben het laatste woord.”

Psychologisch onderzoek

Er hangt genoeg geld boven de markt. Zelfs meer dan er goede investeringsmogelijkheden zijn. De Boeck krijgt jaarlijks 150 proposities onder ogen, waarvan hij er 146 afwijst. De meeste ondernemers zoeken naar een versterking van het eigen vermogen. “Per jaar realiseren we zo’n vier participaties”, vertelt hij. Dat de zoektocht naar risicodragend kapitaal soms een lastige is, weet De Boeck uit eigen ervaring. “Ik werkte bij Staal Bankiers. Daar ontwikkelde ik in 1992 het concept, een vc-fonds met deelnemingen in kleinere bedrijven en een actieve rol voor de financiers. Het grote probleem was de naam ‘Staal Participaties’. Bij deelnemingen speelt er ook altijd een bancaire financiering. Op die momenten slaagden we er onvoldoende in duidelijk te maken dat we onafhankelijk waren.” Staal vormde een belemmering voor de samenwerking met andere banken. In 1998 besloot De Boeck zelfstandig verder te willen gaan. “Vanuit Staal zeiden ze dat het ons nooit zou lukken om de benodigde bancaire financiering te vinden.” Dus moest De Boeck opeens aan de andere kant van de tafel plaatsnemen. “Het was raar om uit te leggen dat we een valide businessmodel hadden voor onze plannen.” De zoektocht ging langs vier banken. Twee van hen waren geïnteresseerd om serieus mee te werken. “Opeens was ik ondernemer die zelf vol risico draagt.” De Boeck nam met een management buy-out de twee fondsen van Staal van respectievelijk 3 en 7 miljoen euro over. Afgelopen december opende hij het vijfde fonds dat met 14 miljoen euro vooralsnog het grootste is. “We hebben de omvang bewust begrensd”, zegt de Antea-directeur. “Anders wordt de druk om op te schalen te groot en zouden we onze eigen niche van de kleine deelnemingen verlaten.” En dat is in lijn met zijn investeringsfilosofie. Die is op het moment van instappen gericht op de exit. Een interessant bedrijf voor De Boeck moet daarom nummer één, twee of drie op de markt zijn én groeipotentie hebben. Vaak dus een nichespeler. Is er voldaan aan deze criteria, dan ondergaat de ondernemer een strenge selectie.
“Het voelde als een stevig sollicitatiegesprek”, bevestigt Ralf Hovenga. “Behalve de eis dat ik zelf risicodragend kapitaal inbreng, heb ik vijf of zes gesprekken gehad. Ik heb alles verteld over mijn privé-leven.” Meestal wordt er een psychologisch onderzoek op de directeur of zelfs de hele directie losgelaten. Daarnaast sluit de participatiemaatschappij een key person verzekering af. De entrepreneur die zich wil kwalificeren voor een vermogensinjectie, moet ook nog langs een raad van commissarissen. Dat is een ballotagecommissie die bestaat uit drie gepokt en gemazelde ondernemers. Allen succesvol genoeg om minimaal anderhalve ton in het fonds te stoppen.

Ondernemersgenen

“Dat zal af en toe best wel even zweten zijn”, grijnst Ben Ragas. De nu 67-jarige oud- ondernemer was president-commissaris van wat toen nog Staal Participaties I heette en dubbelt als ‘gewoon’ commissaris in Antea III. Ragas werd financieel onafhankelijk door de verkoop van zijn eigenhandig opgebouwde schoonmaakbedrijf Evon. Als de raad van het fonds zijn beslissing neemt, is dat na een positief advies van de directie. “Robert doet het echte werk” legt Ragas uit. Toch spreekt de raad soms een veto uit. “Of we als fonds ergens instappen, is een beslissing die ik met mijn onderbuik neem. Het lijkt voor de buitenwereld een doordachte en goed onderbouwde beslissing, maar de echte vraag is of ik er een goed gevoel bij heb. Staat er iemand met de juiste combinatie van zelfvertrouwen, lef en inzicht voor me?”
Wat Ragas frappeert is dat zijn ‘karakterologische tegenpool’ Rob Sloos het altijd met hem eens was. Ragas noemt de inmiddels overleden Antea-commissaris en oud-directeur van LOI ‘een bijzonder bedachtzaam en rationeel mens’. Ragas: “Ad Menken, de derde commissaris, is ook intuïtief, maar veel meer down to earth. En toch kwamen we altijd tot de zelfde conclusie. We deelden een sterk gevoel voor wat de juiste mensen zijn.” De commissaris probeert met zijn raad de vraag te beantwoorden of de key person in een deelname ‘een echte ondernemer’ is. Een vraag met een altijd subjectief antwoord. “Met Antea III weigerden we een participatie die al wel door de raad van commissarissen van het vierde fonds was geaccepteerd.” Het ging om een ondernemer met plannen voor een postverzendbedrijf. Ragas en de zijnen waren niet overtuigd van zijn ‘ondernemersgenen’. Er zat een ambtelijk trekje aan de man. “Ons oordeel over de kwaliteit van het management verschilde”, concludeert Ragas droog.
Is de horde van oud-ondernemers genomen, dan volgt er een investering, in ruil voor een deel van het eigendom van de onderneming. “De waardering is waar de meeste discussie over plaatsvindt”, zegt De Boeck. Hij vindt dat veel dga’s de waarde van hun bedrijf te hoog inschatten. Meestal draaien ze weer bij, ze kloppen tenslotte bij de financiers aan de deur. Hovenga heeft bij Pan-Oston eindelijk ‘de eindverantwoordelijkheid en de ruimte’ gevonden zijn ideeën in praktijk te brengen. Het was Antea dat Hovenga benaderde om als nieuwe directeur aan te treden. Eerdere pogingen tot een management buy-in liepen stuk op het prijskaartje dat een dga aan zijn zaak hing. “Een dga schatte die toch vaak hoger in dan ik”. Voor Hovenga bewees zich daar de samenwerking met Antea. De accountants van Antea drukten de prijs met 20 procent. De financiële situatie van de maker van checkout-counters was ‘robuust’ en daardoor kon het grootste deel van de acquisitie bancair worden gefinancierd. Het bedrijf gold zelf als onderpand. Zitten de investeerders van Antea dan voor een dubbeltje op de eerste rang? Hoeveel er is betaald voor de aandelen willen ze niet kwijt. Wel dat de financiële basis van Pan-Oston een ‘belangrijke overweging’ was om het bedrijf te kopen.

Nieuwe baas

Ook de exit vormt een bron van spanningen. Hans Ketterings kan daar over meepraten. Hij is voor de tweede maal dga van Cat Logic, de door hem opgebouwde automatiseerder van logistieke processen. In 1995 nam Antea een belang in Ketterings explosief gegroeide bedrijf. “We hadden door die snelle expansie behoefte aan extra risicodragend vermogen. Tot 2000 verliep de samenwerking prima. Robert hield zich op de achtergrond en bemoeide zich niet met de manier waarop ik de onderneming bestuurde”, vertelt Ketterings. Pas in de verkooponderhandelingen met het Duitse beursgenoteerde Heyde kwam het tot botsingen. “Het was op het hoogtepunt van de internethype. Als ondernemer kijk je toch eerder naar de haalbaarheid. Is het een goede prijs die ze bieden? Ik was allang akkoord met de prijs, maar Robert hield zijn poot stijf. Hij blokkeerde de boel” Koortsachtig overleg in een aparte kamer volgde en uiteindelijke rolde er toch een deal uit. Een profijtelijke exit en ook Ketterings kreeg een hogere opbrengst dan waarvoor hij eerst tekende.
Toen Heyde werd meegesleurd bij het barsten van de internetbubble kocht Ketterings zijn bedrijf terug. Maar ondanks de turbulente exit wil hij graag weer met Antea in zee. Het vijfde fonds neemt opnieuw een belang in Ketterings business. Hij heeft er wel van geleerd. “Deze keer heb ik vooraf een understanding met Antea over welke exitprijzen acceptabel zijn. Meer is mooi natuurlijk, maar ik wil niet weer zo klem zitten tussen een uitstappende aandeelhouder en een nieuwe baas.” “Cat Logic was naast uitzendbureau Capacity de klapper uit het eerste fonds”, meent De Boeck. Het fonds realiseerde een rendement van 53 procent op jaarbasis. Daar tegenover staan ook faillissementen, investeren blijft een risicovolle bezigheid. In het tweede fonds van Antea gaat het niet zo goed. “Twee van de acht deelnemingen zijn over de kop gegaan en een klapper die de verliezen compenseert ontbreekt.” Het derde fonds loopt wel, maar dat is vooralsnog te danken aan de verkoop van de last-minute boekingsite Weekendjeweg.nl. Antea bezat éénderde van het bedrijf dat 33 miljoen euro waard bleek te zijn.
De directeur van Weekendjeweg.nl, Marianne Baars, maakte zowel het instappen als de exit van Antea mee. “Wij waren al in vergevorderde onderhandelingen met participatiemaatschappij NIB Capital”, zegt Baars vanuit Oostenrijk, waar ze een week vakantie houdt. “Maar daar werd het beleid gewijzigd en opeens deden ze geen deelnemingen meer onder de 5 miljoen.” NIB verwees hen naar Antea. Baars was zelf geen aandeelhouder en kon dus vrijer onderhandelen. “Mijn grootaandeelhouder, met wie het bedrijf is opgebouwd, had wel last van de emoties die gepaard gingen met de gedeeltelijke verkoop. Maar het was een minderheid van de aandelen, dat scheelt. Als eenmaal de beslissing is gevallen om te verkopen, moet je doorzetten.” De Boeck neemt namens zijn participanten flinke risico’s. Om die nog enigszins te overzien, zit hij als een bok op de haverkist. “Elke maand wil ik een overzicht van de activiteiten en de financiën. Daarnaast heeft Antea één of twee plaatsen in de raad van commissarissen van de onderneming zelf.” Baars had er weinig last van. “We gaven de commissarissen dagelijks een overzicht. En nee, zelf zou ik het als toezichthouder niet elke dag lezen”, lacht ze. “We begroeven ze gewoon.”
Voor Hovenga, de nieuwbakken zelfstandig ondernemer, moet de verhouding met de financier zich nog ontwikkelen. “Vooralsnog lijkt het gunstig. Dit bedrijf was onderdeel van een groter geheel en nu moeten de rapportagesystemen aan de zelfstandigheid worden aangepast. Ik wil zelf elke maand het overzicht. Ik heb er dan geen enkel probleem mee om Robert een kopietje te mailen.” De Boeck blijft op afstand. “Wat dat betreft ben ik natuurlijk geen informal die privé in een onderneming zit. Een private participant, een oud-ondernemer, denkt vaak dat hij de betere ondernemer is.” Wat de fondsbeheerder met het selectieproces hoopt te bereiken, is dat de capabele mensen eruit worden gevist. “Zij zijn de ondernemer, hebben de drive en de visie. Wij zijn uiteindelijk financiers.” Maar wel financiers die na een jaar of zeven weer uitstappen. Want zo zegt informal Ragas: “Een ondernemer moet zich realiseren dat, als het allemaal lukt, wij er met een groot deel van de winst vandoor gaan.”

Wat zegt de expert?

Joop de Jong groeiersplatform Port4Growth

 

“Je ziet dat er teveel geld is en te weinig goede investeringsmogelijkheden.” De Jong is positief over de bijdrage die private equity levert. “Hun inbreng kan de groei van een bedrijf enorm versnellen.” Maar dan moet een ondernemer wel een paar zaken goed in de gaten houden. Niet alleen de eigendomsverhoudingen zijn belangrijk. “Let vooral op de zeggenschap die je als ondernemer weggeeft. En zeker zo belangrijk: maak afspraken over de exitstrategie.” Het zal inderdaad niet de eerste keer zijn dat de exit van de financiers de spanningen hoog laat oplopen.