Stel: je bent een drukbezet oogarts/zorgondernemer met twee praktijken die mijlenver uit elkaar liggen. Lastig, pendelen tussen spreekuren. Niet als je Dokter Dito heet. Dan neem je gewoon je Cirrus, een klein eenmotorig sportvliegtuigje. Dito: “Een uitkomst. Ik ben er laatst nog mee naar een congres in Wenen geweest.”
Dokter Jan Jaap Dito vertegenwoordigt ‘de nieuwe zelfstandige’ binnen de zorg. Hij werkte jarenlang als goedbetaalde oogspecialist in een gerenommeerd ziekenhuis, maar raakte gefrustreerd over de gang van zaken. “In een ziekenhuis moest ik mensen behandelen, zoals ik zelf niet behandeld zou willen worden.”
Liberalisering
Hij besloot de liberalisering in de zorg aan te grijpen om voor zichzelf te starten. In 2007 stapte hij op en richtte Opsis op, een dagkliniek voor oogbehandelingen in Amstelveen. Geen dure privékliniek, maar een praktijk gericht op verzekerde zorg.
Patiënten komen er op doorverwijzing van hun huisarts voor veelvoorkomende oogaandoeningen, zoals staar, netvliesveroudering en ooglidcorrecties. Zijn formule: snellere en meer klantgerichte zorg. Dito: “In een ziekenhuis duurt het bij een staaroperatie zo een half jaar voordat je aan de beurt bent. Wij hebben de wachttijd weten te reduceren tot tien dagen.”
Het slaat aan. In 2008 realiseerde hij een omzet van 1,8 miljoen euro – het moment om een tweede oogspecialist in dienst te nemen. Sinds begin dit jaar is er een tweede praktijk: op Texel. De plannen voor een derde kliniek zijn inmiddels gereed.
Slagkrachtige organisatie
Dito zegt zich als kleine/gefocuste organisatie te kunnen onderscheiden van “de bureaucratische willekeur” bij ziekenhuizen. Hij heeft meer slagkracht. Dito: “Als je als specialist in een ziekenhuis een nieuwe lens nodig hebt, moet je eerst langs drie besliscommissies. Ik koop die gewoon.”
Hij concurreert als nieuwkomer niet op de prijs, maar positioneert zich als ‘kleine kwaliteitspeler’ in een markt die wordt gedomineerd door zorgreuzen. Ziekenhuisbesturen bezuinigen op materieel. Zorginkopers, de verzekeraars, streven volgens de ondernemer alleen maar naar lage kosten. Dito weigert er in mee te gaan. Dito: “Ik werk hier met apparatuur waar iedere oogspecialist van droomt.”
Hij zegt relatief hogere investeringskosten te hebben, die hij deels opvangt door een lagere overhead. Dito: “Ik slaag erin mijn concept aan de man te brengen bij enkele zorgverzekeraars die tegen de trend in niet voor de laagste prijs gaan.”
Met instanties zakendoen maakt de bedrijfsvoering alsnog wat stroperig. Iedere behandeling moet worden gedeclareerd bij de zorgverzekeraars. Factureren mag bij wet echter pas na een wachtperiode van 42 dagen. Ook duurt het ieder jaar een paar maanden voordat de nieuwe tarieven van de zorgverzekeraars bekend worden. Dito: “Ook dat moet ik allemaal voorfinancieren.”
Stichting
Dito heeft Opsis ondergebracht in een stichting – hij mag als gespecialiseerde kliniek geen winst maken. De ondernemer verhuurt zichzelf en de vanuit zijn bv aangeschafte apparatuur uit aan de stichting.
Financieel gezien blijft het voorlopig nog een beetje een Kamikazeactie. Dito: “We draaien met moeite quitte, wat ik in het ziekenhuis verdiende, haal ik nu niet.”
Lees ook het boek: ondernemers in de zorg