Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Nederland duurzaam en innovatief? We zijn er nog lang niet

Het Nederlandse bedrijfsleven scoort een magere voldoende in zijn transitie naar de nieuwe economie. Grotere bedrijven nemen het voortouw en de coronacrisis verstevigt die rol, blijkt uit onderzoek.

Full length of young woman climbing on large red bar graphs against white background

Er is niet één uitdaging voor de economie, er zijn er meerdere: klimaatverandering, circulariteit en ketentransparantie, om er maar een paar te noemen. En dat vraagt om antwoorden van bedrijven. Niet meebewegen betekent dat organisaties aan relevantie verliezen, maar wat zijn de vorderingen?

Om de transitie naar een nieuwe economie te volgen, introduceerde MVO Nederland in 2020 de Nieuwe Economie Index (NEx). De NEx meet hoe ver onze economie is van het kantelpunt. Een NEx van 20 procent is wat Nederland volgens MVO Nederland nodig heeft om het punt te bereiken dat de economie steeds sneller verduurzaamt en er geen weg meer terug is naar de oude economie. En als het aan de organisatie ligt wordt dat punt in 2025 bereikt.

Met een NEx van 12,1 procent in 2020 is er een begin, constateerde Maria van der Heijden, directeur-bestuurder van MVO Nederland, bij de introductie, ‘maar er moet dus ook nog enorm veel gebeuren bij Nederlandse bedrijven’.

Transitie

De NEx is dus een getal voor de totale Nederlandse economie. Het geeft een beeld hoe onze economie er in de transitie voor staat en kijkt naar zeven dimensies: biodiversiteit, circulaire economie, nieuwe rijkdom, echte prijzen, transparante ketens, inclusief ondernemen en groene energie.

Daarbij is minder oog voor de vraag hoe bedrijven er in Nederland voor staan, constateerde Rabobank. Om dat in kaart te brengen ontwikkelden economen Jesse Groenewegen en Sjoerd Hardeman van de bank naar analogie van de NEx de Nieuwe Economie Index voor Transitie van het bedrijfsleven (NEx-T). Daarbij werd specifiek onderzocht wat de coronacrisis voor de transitie naar de nieuwe economie heeft betekend.

Magere voldoende

De huidige tussenstand? Het Nederlandse bedrijfsleven scoort een magere 5,7. Dit betekent dus ook dat zo’n 50 procent van de bedrijven een onvoldoende scoort in de transitie naar de nieuwe economie. Slechts 8,5 procent van de bedrijven scoort een 8 of hoger. Er zijn nog bergen te verzetten, concluderen de onderzoekers.

Lees ook: Waarom Nederland goed in staat zich uit de crisis te transformeren

Een verklaring waarom bedrijven achterblijven in de transitie naar een nieuwe economie ligt deels in de bevinding dat vooral grote bedrijven beter op weg lijken dan kleinere bedrijven. De allergrootste bedrijven (> 250 werknemers) scoren beduidend beter dan het middenbedrijf (50-250 werknemers), welke op haar beurt significant beter scoort dan het kleinbedrijf (10-49 werknemers) en het microbedrijf (1-9 werknemers).

Grote bedrijven zien misschien meer de noodzaak, hebben meer middelen dan kleinere bedrijven, en zijn waarschijnlijk in andere markten actief. In welke sector een bedrijf actief is, maakt daarbij veel minder uit. Tussen sectoren zijn de verschillen ook niet groot. Het geeft aan dat voor alle bedrijven de transitie naar de nieuwe economie relevant is, maar wel een andere invulling kan hebben.

Vier conclusies over de transitie naar een nieuwe economie

  • Het gemiddelde bedrijf scoort een 5,7 op een schaal van 1 tot en met 10; een krappe voldoende.
  • Grotere bedrijven scoren significant beter dan het middenbedrijf, dat weer significant beter scoort dan het kleine bedrijven.
  • Bedrijven in Noord-Brabant zijn het verst in de transitie naar de nieuwe economie en scoren significant beter dan bedrijven in Zuid-Holland, die relatief laag scoren.
  • Tussen sectoren zijn de verschillen niet groot. Het geeft aan dat voor alle bedrijven de transitie naar de nieuwe economie relevant is.

Splijtzam

De huidige coronacrisis raakt de Nederlandse economie en haar bedrijven hard. Onduidelijk is vooralsnog wat de coronacrisis betekent voor de transitie naar een nieuwe economie. Om hier zicht op te krijgen hebben de onderzoekers bedrijven in een steekproef gevraagd aan te geven of de coronacrisis ervoor heeft gezorgd dat ze meer, minder of evenveel aandacht zijn gaan besteden aan hun maatschappelijke agenda.

De coronacrisis brengt een aantal transitieopgaven veel duidelijker aan het licht. Wat vooral opvalt, is dat de coronacrisis verschillend heeft doorgewerkt op de maatschappelijke agenda van bedrijven. Grote bedrijven zijn tijdens de coronacrisis meer aandacht gaan besteden aan hun maatschappelijke agenda. Terwijl het middenbedrijf en vooral de kleinere bedrijven het minder vaker zijn gaan doen, de groep die toch al minder scoorde op de NEx-T. Daarmee wordt de tweedeling verder vergroot.

Rolmodel

Hoewel het grootbedrijf onherroepelijk de gevolgen van de coronacrisis ondervindt is de transitie naar de nieuwe economie niet overboord gezet. Vooral kleinere bedrijven moeten meer geholpen worden, schrijven de auteurs. Door specifiek beleid op deze groep bedrijven én door bedrijven die elkaar in de transitie helpen. Het grootbedrijf kan daarin als rolmodel optreden, en vooral nieuwe normen in ketens van samenwerkingen aangeven.