Prins’ toon gaf aan dat glazen plafonds en ongelijke kansen geen issue meer zijn. De old boy society begint plaats in te ruimen voor sociale, vrouwelijke competenties. Voor de eigenheid van vrouwen en de specifieke visie die zij inbrengen. Ook voor hen zijn ambitie en lef drijfveren in hun ondernemerschap. Maar met als essentiële conditie het trouw blijven aan jezelf. Zo komen de krachten naar boven waarmee je je onderneming kunt bezielen en het beste kunt halen uit de mensen om je heen.
‘Naarmate je groeit, creëer je je eigen ruimte. Je trekt je bedrijf mee in jóuw flow’, legde Meiny Prins uit. De mens staat dan ook centraal in haar ondernemerschap, een stelregel die al gold voor haar vader van wie ze het bedrijf in 2004 overnam. Ze bouwde Priva nadien uit tot een onderneming met 400 bevlogen medewerkers, die een innovatieve voortrekkersrol inneemt op het gebied van duurzame klimaatregelingsprocessen. Dit jaar kreeg haar bedrijf van het WNF de Clean Energy Technology Star, een prijs waarop Prins misschien nog trotser is dan de Zakenvrouw van het Jaar-award waarmee ze in maart 2009 werd onderscheiden.
Economische Zaken
EZ steunt vrouwelijk ondernemerschap ‘Nog nooit hebben we hier op het ministerie zoveel vrouwelijke ondernemers bij elkaar gezien’, merkte Renée Bergkamp, directeur-generaal van EZ, op. In het atrium van het ministerie, de gastvrije locatie voor het congres, zette Bergkamp uiteen hoe haar ministerie ondernemerschap ondersteunt. In tijden van crisis ligt de focus meer dan ooit op duurzaamheid, innovatie en verantwoord ondernemen. EZ investeert daar actief in met programma’s als Groeiversneller en Business Angels. Daarnaast is voor kleinere ondernemingen de laagdrempelige microkredietregeling Qredits in het leven geroepen (tot € 35.000, plus begeleidende coach). Als het gaat om vrouwelijk ondernemerschap kiest het ministerie voor vier invalshoeken: het stimuleren van netwerken en samenwerken, het inzetten van rolmodellen, coaching en onderzoek. Allemaal nodig, want het aandeel vrouwen onder de startende ondernemers wordt weliswaar steeds groter, maar doorgroeien is nog een zwak punt. ‘Vrouwen zouden’, bepleitte Bergkamp, ‘minder terughoudend moeten zijn; ondernemen is ook lef, zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen.’
Een betere toekomst
Wat ondernemen met lef kan opleveren, bewees Rahma el Mouden in het gesprek dat presentatrice Elsemieke Havenga met haar probeerde te voeren. Al gauw nam El Mouden het woord volledig over om haar toehoorders met een enthousiaste spraakwaterval te vertellen over de start (vanaf nul) en groei (naar een miljoenenomzet) van haar onderneming MAS Dienstverleners. MAS is het eerste multiculturele schoonmaakbedrijf in Nederland en Europa met het Investors in People-keurmerk. Dat betekent dat de opdrachtgevers net zo belangrijk zijn als de bijna 400 medewerkers. El Mouden spoort continu talent op, geeft ze de juiste plaats binnen de organisatie om ze vervolgens door middel van een of meerdere opleidingen ‘een betere toekomst’ te bieden. Ze werd in 1999 uitgeroepen tot Zwarte Zakenvrouw van het Jaar. In latere jaren kreeg ze diverse andere onderscheidingen voor haar betrokken ondernemerschap.
Zestien uur per etmaal stopt Rahma el Mouden in haar bedrijf en in haar bestuurlijke activiteiten. ‘Over vijf jaar wil ik afstand nemen van MAS. Er is meer in het leven. Ik wil zoeken naar iets waar mijn hart ligt. Bijvoorbeeld als directeur van de Dienst Werk & Inkomen, ook al moeten ze daar eerst wel wat soepeler leren omgaan met de regels’. Die droom wist Elsemieke Havenga haar aan het eind van haar wervelende verhaal nog te ontlokken.
Inspiratie
Met vier to the pointe workshops, geleid door Yolanda Eijgenstein, Scarlett Kwekkeboom, Carina Benninga en Arjanneke Teeuw zette congresorganisator Ariane Struyvenberg de congresdeelnemers voor drie kwartier interactief aan het werk. In aparte zalen werd inspiratie aangereikt over het stimuleren van autonome groei van je bedrijf in moeilijke tijden, over authentiek ondernemen, over klantgerichtheid en over aandacht voor jezelf als basis voor energiek en open ondernemerschap.
Wel of geen verschillen
‘Gaan succesvolle mannelijke en vrouwelijke ondernemers uit van verschillende waarden en vertonen ze ander gedrag?’ Over die vragen kregen Ingrid Verhulst en Harry Oude Wolbers, beiden als onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit, in het laatste uur van het congresprogramma het woord. In de zomer van 2009 hadden zij een uitgebreide vragenlijst voorgelegd aan 60 vrouwen en 50 mannen. De respons was niet overweldigend; uiteindelijk kwamen slechts 21 vrouwelijke en 12 mannelijke respondenten uit de bus. Desondanks meenden Verhulst en Oude Wolbers aan de uitkomsten enige conclusies te kunnen verbinden, ook al zijn die nauwelijks schokkend te noemen.
‘Er zijn geen verschillen zijn tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers. Er is wel onderscheid, maar geen scheiding. Vrouwen zijn enkel meer begaan met wat de wereld beweegt, de dynamiek, dan met het vastleggen van details en contracten.’ Hoewel juist dat ‘meer begaan met wat de wereld beweegt’ toch te interpreteren is als een fantastische vrouwelijke eigenschap, ging onderzoeker Oude Wolbers daar snel aan voorbij. Succesvol ondernemen hangt zowel voor vrouwelijke als mannelijke ondernemers af van persoonlijke competenties vond hij, waarna hij de belangrijkste op een rijtje zette: strategisch en marktgericht inzicht, leidinggevende capaciteiten met name op het relationele vlak (zowel intern als extern gericht) en het vermogen daadkracht om te zetten in haalbare en realistische doelstellingen.
Droom waarmaken
Tijdens de afsluitende paneldiscussie werd een poging ondernomen de waarden van vrouwelijke ondernemers in kaart te brengen. Dat viel niet mee. Na een woordenwisseling over het wezenlijke verschil tussen een ‘ondernemer’ en een ‘manager’ ging veel discussietijd verloren aan stokpaardjes als de terughoudendheid van banken bij kredietverstrekking aan vrouwen, aan ‘invechtprocessen’ bij bestuursfuncties en aan de eenzaamheid aan de top. Geleidelijk aan begonnen zich de contouren af te tekenen van wat je de conclusie van dit congres zou kunnen noemen: vrouwelijke ondernemers kunnen een andere toon neerzetten, bestaande structuren doorbreken en indien nodig hun eigen spelregels maken. Wees loyaal, gebruik je netwerken, ondersteun elkaar en sta open voor de toenemende kansen om je heen.
Met een schallend ‘To dream the impossible dream’ maakte een jonge tenor vanaf een balkon boven de atriumzaal een einde aan de discussie. De deelnemers wisten het zeker: zij gaan die onmogelijke droom wel waar maken. Daarover wisselden zij tijdens de geanimeerde eindborrel nog lang met elkaar van gedachten én van visitekaartjes.
Door: Marieke Bemelman