Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe zetten we Nederland op de kaart als startup-land? ‘We moeten investeerders enthousiasmeren’

Nederland is heel aardig bezig op startup-gebied, maar we zijn nog geen Israël of Californië. Hoe zetten we ons land beter op de kaart als startup-hotspot?

Op 17 maart 2021 mogen we weer naar de stembus; de kaarten voor de Tweede Kamer worden dan opnieuw geschud, waaruit een nieuwe regering geformeerd zal worden. De aanstaande verkiezingen zullen voor een belangrijk deel gaan over de coronacrisis, maar laten we ook andere thema’s niet vergeten. Bijvoorbeeld de kwestie rondom Nederlandse innovatieve bedrijven. Hoe zetten we Nederland neer als startup-land? 

Over die kwestie liet de publiek gefinancierde startup-organisatie Techleap vrijdag politici en zakenlieden discussiëren in een webinar. Aanwezig waren VVD-Kamerlid Jan Middendorp, CDA-Kamerlid Hilda Palland-Mulder, Wizenose-ondernemer Diane Janknegt en oud-Uber-techneut Jelle Prins, die meehielp aan het ontwerp van de CoronaMelder-app. Ze praatten over twee heikele punten: het aantrekken van talent en kapitaal.

Talent vinden moeilijk

Het vinden van talent blijkt voor Nederlandse innovatieve bedrijven bepaald geen sinecure. Janknegt, die tevens in het VK onderneemt, geeft bijvoorbeeld toe dat ze in Londen eenvoudiger aan technisch geschoold talent kan komen dan in Nederland. 

CDA-politica Palland-Mulder wijst erop dat we in Nederland meer zouden moeten inzetten op tech-educatie, als het even kan al op de basisschool. Ook zouden we vrouwen en etnische minderheden meer moeten enthousiasmeren voor een carrière in de technologie. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in bijvoorbeeld een sector als de ICT, bleek afgelopen week nog maar eens uit SCP-cijfers. Als voorbeeld van iets waar we meer van nodig hebben, wijst Palland-Mulder op het project TechGrounds. Hierbij worden vrouwen en etnische minderheden opgeleid tot IT’ers, ook als zij wegens geldgebrek zelf geen computer hebben.

Miljoen per jaar

Prins, zelf programmeur, wijst ter verklaring van het tekort aan goede vakgenoten in Nederland naar hun salariëring. In sommige andere landen verdienen programmeurs wel een miljoen euro per jaar. ‘In Nederland zie je dat niet’, aldus de ontwerper van de CoronaMelder.

Hij wijst er tevens op dat de wettelijke mogelijkheden in Nederland betreffende aandelenparticipatie nog altijd matig is, in vergelijking met bijvoorbeeld de stand van zaken in de VS. Wie bijvoorbeeld aandelen in een bedrijf heeft dat nog niet aan de beurs genoteerd is, moet er alsnog vermogensbelasting over betalen. ‘Je betaalt dus al jaren voor je kunt cashen’, zegt de programmeur, die zelf aandelen bezit. 

Ecosysteem

Volgens VVD’er Middendorp is het echter niet louter een geldkwestie. Ook het bedrijfseconomische ecosysteem van een land speelt een rol bij het aantrekken van talent, meent de politicus. Is er een veelvoud aan techbedrijven, vc’s, angels en ondernemers in je land actief, dan kan ook dát programmeurs enthousiasmeren in jouw land aan de slag te gaan.

Als Amerikanen investeren vloeit dat geld niet naar ons ecosysteem toe, maar naar het buitenland

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Toch laat het Nederlandse ecosysteem nog te wensen over, meent Prins. Hij wijst erop dat Nederlandse unicorns, zoals Mollie, MessageBird en Adyen, vaak uitwijken naar de VS voor grote financieringsrondes. ‘Dat is geld dat niet naar ons ecosysteem toevloeit, maar naar het buitenland’, merkt Prins op. ‘We moeten Nederlanders enthousiaster maken te investeren.’

Volgens Janknegt zouden we ons overigens niet moeten blindstaren op de VS, want juist Azië lonkt. ‘De echte verandering vindt in Azië plaats. De waarderingen die je momenteel in India en China ziet, zijn van waanzinnige proporties.’