Het is al even geleden sinds ik de laatste update gaf over ons proces naar zelfsturing. We zijn er nog steeds niet helemaal, maar de belangrijkste processen zijn inmiddels ingericht volgens onze nieuwe werkwijze.
Dat zelfsturing echter niet voor iedereen de heilige graal is wordt wel duidelijk uit de berichten die ik de laatste tijd zie over organisaties die concluderen dat het voor hen niet werkt.
Eigenlijk verbaast me dit niet. Het woord zelfsturing wordt namelijk vaak verkeerd geïnterpreteerd en er bestaan nogal wat misvattingen over wat het precies inhoud. Het leek me dan ook goed om deze eens op een rijtje te zetten en te benadrukken waar zelfsturing nu echt om gaat.
1. Zelfsturing betekent dat alle verantwoordelijkheden bij medewerkers liggen
Het gaat vaak al mis bij het begrip zelfsturing. Als je kijkt naar wat je met zelfsturing zou willen bereiken, is zelforganiseren eigenlijk een veel beter woord. Zelfsturing betekent namelijk dat je echt alles uit handen geeft aan je medewerkers. Dit zou betekenen dat ik zelf helemaal geen functie meer zou hebben in de organisatie.
Het gaat er bij zelfsturing echter niet om dat je echt alle verantwoordelijkheden bij je medewerkers neerlegt. Je schept een structuur en cultuur waarin zij zo zelfstandig mogelijk kunnen werken en zelf hun prioriteiten bepalen.
Zelfsturing impliceert trouwens ook een individualistische werkwijze terwijl het er juist om draait dat je met een groep samenwerkt en daarbinnen verantwoordelijk bent voor jouw aandeel.
2. Bij zelfsturing is geen leiderschap nodig
Leiderschap is geen aparte functie, maar een eigenschap van de mensen in de teams. Maar als niemand het leiderschap op zich neemt, dan zal het team natuurlijk ook nooit gaan werken. Het is daarbij overigens niet zo dat één iemand volledig de verantwoordelijkheid hoeft te nemen.
Je kunt ook op verschillende gebieden leiderschap tonen. En voor mensen die niet direct aan zichzelf denken bij leiderschap, betekent het niet dat ze deze rol nooit kunnen pakken. Leiderschap kun je namelijk ook als eigenschap ontwikkelen.
3. Zelfsturing is een doel op zich
Organisaties moeten vooral niet aan zelfsturing beginnen als ze het zien als een gimmick of een manier om vooruitstrevend of hip te zijn. Je wil iets bereiken en verbeteren, zoals blije medewerkers en blije klanten. Dan onderzoek je hoe je dat kunt bereiken.
Daarbij kan zelfsturing een uitkomst zijn, maar dat hoeft natuurlijk niet. Er zijn meerdere wegen die naar een doel leiden.
4. Voor zelfsturing geldt ‘one size fits all’
Zelfsturing wordt veel gelinkt met agile werken. Scrum of andere gelijksoortige methoden worden dan volledig gekopieerd. Dit past echter niet bij ieder team of iedere medewerker.
Daarom adviseer ik de elementen die bij je passen uit de processen te halen. Maak er een proces op maat van wat bij je team en medewerkers past. Alleen zo krijg je draagkracht en gaat het echt werken.
5. Zelfsturing is eenvoudig te realiseren
Vaak wordt zelfsturing nogal simplistisch opgevat. ‘We snijden de manager er tussenuit, de medewerkers dragen samen de eindverantwoording en we zijn zelfsturend’. Dat kan natuurlijk nooit goed gaan. Toch hoor ik veel dat het in de praktijk zo gebeurt.
Het is in die gevallen heel onduidelijk wat verantwoordelijkheden van medewerkers zijn en wat er van hen wordt verwacht. De cultuur van de organisatie moet bovendien passen bij hetgeen zelfsturing met zich meebrengt en ook niet iedere medewerker is geschikt voor deze manier van werken.
6. Zelfsturing werkt alleen als de hele organisatie meedoet
Je kunt prima één of twee afdelingen of teams zelfsturend laten werken. Belangrijke voorwaarde is echter dat er geen afhankelijkheidsrelatie bestaat met andere afdelingen. Het moeten afdelingen zijn die losstaan van de dagelijkse operationele processen in je organisatie.
Zo zie je dat development-afdelingen van bedrijven vaak al wel agile en zelfsturend werken terwijl de rest van de organisatie dit (nog) niet doet.
Ook komt het voor dat de directeur/ eigenaar niet achter zelfsturing blijkt te staan en vast blijft houden aan het oude model. Men durft uiteindelijk toch de touwtjes niet uit handen te geven, omdat er bijvoorbeeld nog geen nieuwe controlemechanismen zijn of er simpelweg geen vertrouwen is. In dat geval is zelfsturing ook gedoemd te mislukken.
7. Zelfsturing betekent dat er geen regels zijn
Bij zelfsturing denken veel mensen dat er geen regels zijn of dat deze niet nodig zijn. Iedereen doet waar hij of zij zelf zin in heeft. Om de operatie goed te laten verlopen zijn er natuurlijk wel kaders of regels nodig.
Je zou het kunnen vergelijken met het opvoeden van kinderen. Je geeft bijvoorbeeld aan dat ze buiten mogen spelen, maar naar binnen moeten komen zodra de lantaarnpalen aangaan.
Kinderen zullen daarbij grenzen op zoeken, maar worden ook steeds zelfstandiger en volwassener en weten dan zelf hoever ze kunnen gaan in hun interpretatie van de regels.
Zo begeleid je teams ook naar volwassenheid. Hierbij stimuleer je hen soms om buiten te gaan spelen of om zelfs de grenzen op te zoeken. Bovendien is er hier ook geen one size fits all: het ene kind is immers sneller volwassen dan het andere.
Heb je ook ervaring met zelfsturing en kom je naast bovenstaande nog andere misvattingen tegen? Ik nodig je uit deze te delen!