Presenteren wordt weleens gezien als een vaardigheid is die we ‘gewoon’ moeten beheersen. Zo simpel is het echter niet; presenteren kan flink wat buikpijn opleveren. Ook iemand die er op het podium ontspannen uitziet, heeft misschien al een week last van paniekaanvallen of continue zweetplekken. Er zijn maar weinig natural speakers. Je moet het veel doen om het goed onder de knie te krijgen.
Valpartij
Ik vergelijk presenteren graag met leren fietsen. Er zijn maar weinig 4-jarigen die op een fiets stappen en meteen wegrijden. Daar gaat menig valpartij aan vooraf. Maar we weten ook dat je het vanzelf leert als je het maar volhoudt. Kwestie van oefenen, dus.
We voelen ons gekwetst na een slechte presentatie
Voor presenteren is dat niet anders. Je doet het waarschijnlijk te weinig om het écht goed te kunnen. En als je het een tijdje niet hebt gedaan, moet je er weer even inkomen. We denken dat we het goed moeten kunnen en dat we geen fouten mogen maken. We kunnen ons erg gekwetst voelen als we (voor ons gevoel) niet voldoende presteren op het podium. Oefen daarom meer en grijp iedere gelegenheid aan om iets te presenteren.
Ik geef je drie eenvoudige manieren om met je team of afdeling bewust meer te oefenen met presenteren. Je hebt er niet veel voor nodig, het kost weinig tot geen voorbereidingstijd en eigenlijk is het best leuk om te doen. Als het ook nog wat hilarische momenten oplevert, is dat mooi meegenomen, want presenteren mag ook gewoon leuk zijn.
1. Met StoryCubes
StoryCubes zijn dobbelstenen waarop elke zijde een andere afbeelding staat. Een set bestaat uit negen verschillende dobbelstenen. Dat levert dus flink wat combinaties op. Met deze dobbelstenen oefen je niet alleen je presentatievaardigheden, ook je creativiteitsspier traint lekker mee.
· Koop een setje StoryCubes. Je kunt ook de app gebruiken of zelf een setje kaarten met tekeningen maken waaruit je een willekeurige kaart trekt.
· Iemand pakt één dobbelsteen, rolt deze en moet vervolgens over de bovenliggende afbeelding een volle minuut vertellen. Zonder voorbereiding, zonder na te denken, gewoon 60 seconden lang vertellen. Iemand anders zet hiervoor een stopwatch aan.
· Hierna rolt de volgende persoon een dobbelsteen en gaat deze een minuut vertellen.
· Je kunt variëren, door met twee of drie dobbelstenen te rollen en eventueel de spreektijd te verlengen.
2. Zinnige zinnen
De ervaring leert dat mensen meer weten te vertellen dan ze zelf denken te kunnen. Daarop is deze oefening gebaseerd. Bijkomend voordeel is dat je elkaar een beetje beter leert kennen.
· Iedereen kiest zelf een van de zinnen uit de lijst (zie hieronder). Het is niet erg als meerdere personen dezelfde zin kiezen.
· Iedereen krijgt 10 minuten bedenktijd.
· Om de beurt gaat iedereen voor de groep staan, begint met de zin die hij of zij heeft uitgekozen en vertelt er vervolgens 3 volle minuten over. Iemand houdt de tijd op een stopwatch bij.
Dit zijn de tien zinnen waaruit gekozen kan worden:
1. In 2050 ben ik …
2. Als je in 24 uur naar de maan kunt reizen, dan zal ik …
3. Mijn grootste frustratie …
4. Als ik een vlieg/olifant/slang (kies een dier) zou zijn …
5. Het slechtste idee …
6. Het ergste dat mij ooit is overkomen …
7. Als je mij echt kent, dan zou je weten dat …
8. Als ik mijn (toekomstige) kleinkinderen één advies zou mogen geven …
9. Als ik een andere tijd zou kunnen leven dan zou ik …
10. Als kind speelde ik met …
3. Met een voorwerp
Iedereen neemt een voorwerp mee. Dit kan iets persoonlijks zijn: een souvenir van de laatste vakantie, een bijzonder kledingstuk of wellicht een vreemd object.
· Iemand gaat met zijn of haar voorwerp voor de groep staan en vertelt er 5 minuten over. Iemand anders houdt de tijd bij.
· Daarna mag de groep 5 minuten vragen stellen.
· Vervolgens is de volgende spreker aan de beurt.
De genoemde oefeningen zijn ideaal voor teams van vier tot acht personen. Zorg voor een open mind, stimuleer elkaar en spreek af dat je dit elke week of 2-wekelijks (bijvoorbeeld op vrijdagmiddag) doet. Eén persoon regelt, de rest doet enthousiast mee. Degene die spreekt gaat altijd voor de groep staan (dus niet zittend, hangend of ongeïnteresseerd vanuit een hoekje).
En nu maar meters maken!
