Als kwartiermaker inclusie, participatie en banenafspraak bij De Nederlandsche Bank (DNB) richt Martin van de Beek (1984) zich vooral op medewerkers met een arbeidshandicap. De vier jaar daarvoor deed hij dat bij Achmea. ‘Inmiddels heb ik met collega’s zo’n 150 werkzoekenden met een arbeidsuitdaging een duurzame en volwaardige baan met een écht salaris mogen bieden.’
En hij zet daarbij ook een stapje verder. Naast het aannemen, vindt Van de Beek het ook belangrijk dat deze werknemers kunnen doorgroeien naar rollen waarmee ook zij mogen meebeslissen over de koers van die werkgemeenschap. Want: ‘Inclusie is niet alleen samen dansen, het is samen het feestje vieren.’
En over dansen gaat het wel vaker, zegt Van de Beek. ‘Diversity is being invited to the party, inclusion is being asked to dance. Het is de meest gedeelde uitspraak in mijn vakgebied. Naar mijn idee is deze uitspraak niet toereikend genoeg.’
Discriminatie voorkomen begint volgens Van de Beek bij jezelf. ‘Discriminatie gaat bijna altijd om voorkeur, niet afkeer. De eerste stap is om te erkennen dat je door je impliciete voorkeuren en vooroordelen de huidige situatie in jouw bedrijf in stand houdt.’
‘Iets moet veranderen en dat begint bij jezelf. Wanneer je succesverhalen hebt, zal je zien dat er collega’s op je af komen en zeggen: doe mij ook maar zo’n collega met een arbeidshandicap!’
Van de Beek is zelf slechthorend en eenzijdig doof van jongs af aan. Op school realiseerde hij zich dat hij de wereld veel te bieden had.
‘Als klein jongetje heb ik op een dovenschool gezeten en werd ik met het welbekende busje opgehaald. Daar zeiden ze na tien dagen: het is misschien mis met de oortjes, maar tussen de oortjes is het veel te goed om hier te zitten. Dat is achteraf gezien een cruciaal moment geweest.’
Binnen DNB lopen veertig getrainde buddy’s rond. Dat zijn vaste collega’s die als vaste vraagbaak een houvast vormen voor nieuwe collega’s tijdens de indrukrijke onboarding. Ze streven ernaar om tot en met 2025 45 mensen met een arbeidshandicap aan te nemen. Dat zijn er nu al 33.
Aanjagers voor inclusie zijn vaak eenlingen binnen een grote werkgever. Daarom heeft Martin van de Beek ook in zijn vakgebied een verbindende rol opgepakt. ‘Ik organiseer regelmatig landelijke bijeenkomsten voor vakgenoten. Dit kunnen inhoudelijke sessies zijn maar ook gezellige borrels. Het is fijn om elkaar op te zoeken en te spreken.’