‘Het begon eigenlijk heel toevallig’, vertelt Frank Nieuwenhuis, chief executive officer van Econowind. ‘Na de verkoop van mijn vorige bedrijf ontmoette ik Guus van der Bles tijdens de Sneekweek. Hij had een idee waar ik bij kon helpen. Wat startte als vriendendienst — een modelletje in een garage dat op de auto werd getest — groeide snel uit tot meer.’
‘We testten het op de auto, als een soort windtunnel. Heel pragmatisch. Daarna bleek het model eigenlijk te klein om de werking goed te zien, dus we maakten een model van 5 meter. Na dat tweede model bleek het echt serieus te zijn.’
‘Kunnen we niet een beetje gaan zeilen?’
Het principe is zo simpel dat het geniaal is, stelt Nieuwenhuis. ‘De scheepvaart heeft een enorme uitstoot. Als je daar maar een beetje op kunt besparen, heb je al grote impact. In wezen gaan we terug naar hoe we het 150 jaar geleden deden. Toen hadden we alleen maar zeilschepen. Door dieselmotoren is het zeil verdwenen. Nu we een klimaatprobleem hebben, vragen we ons af: kunnen we niet een beetje gaan zeilen?’
En om zijn eigen vraag te beantwoorden: ‘Dat kan dus’, lacht Nieuwenhuis. Enter de VentoFoil, een innovatief, vleugelvormig element dat wordt ingezet als duurzame windaandrijving voor zeeschepen. Door gebruik te maken van moderne aerodynamische technologie helpt het systeem om het brandstofverbruik van schepen aanzienlijk te verminderen en daarmee bij te dragen aan emissiereductie van CO2 en stikstofmonoxide (NOX).
Oude principes, nieuwe innovatie
De technologie achter de VentoFoils combineert dus oude principes met moderne innovatie. ‘Maritiem onderzoeker en ontdekkingsreiziger Jacques Cousteau heeft in de jaren 80 al dit soort vliegtuigvleugels op zijn schip gezet’, vertelt Nieuwenhuis. ‘Tijdens de energiecrisis kwamen zulke ideeën op. In de jaren 90 gingen de brandstofprijzen omlaag en verdween de interesse.’
‘Een vliegtuigvleugel is echter vrij plat’, vertelt Nieuwenhuis. ‘En een normale vliegtuigvleugel wordt sterker naarmate hij dikker wordt. Maar als je hem dik maakt, moet je hem ook heel lang maken. Onze truc, ook bekend in de vliegtuigbouw, is om de vleugel korter te maken. Wel dik, maar toch heel kort. Wij creëren een beetje vacuüm achter het dikste deel om dan toch nog een goede stroming te krijgen. Daardoor werkt het zo goed voor schepen.’
AI geeft je vleugels
‘De effectiviteit van onze vleugels hangt af van talloze factoren’, legt Nieuwenhuis uit. ‘Het gaat niet alleen om windkracht en -richting, maar ook om stroming, golfhoogte en hoe die golven zich ten opzichte van het schip gedragen. Subtiele aanpassingen in de stand van de VentoFoils kunnen al een enorm verschil maken in trekkracht.’
Om al deze complexe variabelen te beheren, gaat Econowind AI inzetten. ‘Voor mensen is het onmogelijk om ál deze factoren tegelijk te overzien en in realtime de optimale aanpassingen te doen’, vertelt Nieuwenhuis. ‘Onze AI-systemen kunnen dat straks wel. Ze analyseren alle data en sturen de vleugels aan voor maximale efficiëntie onder alle omstandigheden. Dat maakt het verschil tussen een goed en een uitstekend werkend systeem.’
‘Concept is bewezen’
Maarten Sjoerdsma, Business Development Manager bij Invest International, was na een eerste kennismaking direct onder de indruk. ‘Ik dacht eerst dat het tegen het hobbyisme aan zat’, lacht hij. ‘Maar het is een serieuze impact die je kunt maken met een relatief simpele oplossing. Ze hebben techniek in de vleugel zitten waardoor je de voortstuwing extra vergroot en tot wel 15 procent minder brandstof hoeft te gebruiken.’
‘De manier waarop ze het hebben aangepakt is uniek. Een aantal concurrenten stapt met enorm veel lawaai én geld de complexe markt in. Maar Econowind heeft heel gedegen, stapje voor stapje, eerst op kortere routes, bewijs geleverd van concept én propositie.’
Te groot voor de weg
Die aanpak werpt zijn vruchten af. Econowind heeft inmiddels 110 VentoFoils verkocht. Na succes in de Europese shortsea maakt Econowind nu de sprong naar grote oceaanschepen.
‘De vleugels voor shortsea geven al 10 tot 15 procent brandstofbesparing’, stelt Nieuwenhuis. ‘Voor echte impact moeten ze groter. Deze nieuwe vleugels zijn voor deep sea: China naar Brazilië, Australië naar Europa. Op die lange trajecten werkt het systeem nóg beter.’
De groei brengt óók uitdagingen met zich mee. ‘Elke schaalvergroting heeft dat. De eerste vleugeltjes kon ik onder mijn arm meenemen, daarna hadden we een aanhanger nodig. Nu worden ze zo groot dat ze niet meer over de weg mogen.’
Komt jouw bedrijf in aanmerking voor financiering?
Beantwoord een paar vragen in de Funding Advisor Tool van Invest International en doe de financieringscheck.
lees verderGenoeg leermomenten
De weg naar meer dan 100 verkochte VentoFoils zat vol leermomenten. ‘Eén van de belangrijkste ontwikkelingen van de laatste twee jaar is dat classificatiebureaus meekijken, omdat er nu op een aantal schepen systemen staan van ons en van andere partijen’, ziet Nieuwenhuis. ‘Die gaan eisen stellen. We moeten nu veel meer berekenen en onderbouwen wat we doen. We hebben eerst maar wat ontworpen en gebouwd, toen waren er nog geen regels voor. Die zijn de laatste jaren ontstaan.’
Ook de efficiëntie is enorm veranderd én verbeterd. ‘Voor de eerste vleugels hebben we een jaar nodig gehad om te ontwerpen en te bouwen. Door te optimaliseren, een betere hal te bouwen, is de bouwtijd nu teruggebracht naar ongeveer twee maanden. De hele levertijd is teruggegaan van een jaar naar een halfjaar. En ik denk dat we nóg verder kunnen en nog sneller kunnen produceren.’
Voorfinanciering essentieel
Met een nóg snellere productie komen de volgende uitdagingen om de hoek kijken. Voornamelijk één uitdaging: geld. ‘Als je zo’n enorm systeem bouwt, moet je je toeleveranciers betalen vóórdat je iets kunt leveren. Bij kleine systemen is dat nog te doen, maar bij grote systemen is het zoveel duurder dat we het moeten voorfinancieren.’
De oplossing kwam van Invest International, een joint venture van de Nederlandse Staat (51 procent) en Ontwikkelingsbank FMO (49 procent), die startups, scaleups, mkb, maar ook grotere corporates financiert. Zo ook Econowind, dat recent één miljoen euro ontwikkelkapitaal ontving, een lening bedoeld voor de uitontwikkeling en pilot-testen voor de VentoFoil XL.
Belang van exportfinanciering
‘Internationale klanten willen vaak een betalingstermijn van vijf tot zeven jaar’, vertelt Sjoerdsma. ‘En dat drukt op de cashpositie en het werkkapitaal van Econowind. Hiervoor kunnen we vanuit Invest International, in samenwerking met OHV én Atradius Dutch State Business, exportfinanciering bieden. Zo kunnen Nederlandse ondernemers, door betaling bij levering, hun geld direct weer inzetten voor verdere groei.’
‘Het stelt ons in staat om de grotere XL-vleugels te ontwikkelen en te bouwen’, voegt Nieuwenhuis toe. ‘In deze markt wordt er veel gekopieerd en geconcurreerd. We hebben concurrenten in Zuid-Europa die ruimer gefinancierd zijn en systemen met enorme kortingen aanbieden. Het is heel goed dat de Nederlandse Staat het op deze manier doet — niet alleen ontwikkelsubsidies, maar ook ondersteuning voor de investering zelf. Zeker in het begin, als alles nog risicovoller is, springt dit perfect in dat gat.’
Retrofit to the rescue
Voor Sjoerdsma en Invest International dient de maritieme sector dan ook als schoolvoorbeeld voor méér impact. ‘Wij hebben recent een collega aangesteld die heel specifiek gaat kijken naar de maritieme sector en Nederlandse activiteiten om te vergroenen’, vertelt hij. ‘Dit wordt een strategisch aandachtspunt binnen Invest International.’
‘Je merkt dat er écht impact gemaakt kan worden. De aantallen schepen die vervangen of aangepast moeten worden zijn enorm. Nieuwe, groene schepen bouwen is ongelofelijk duur. Dus een groot deel van de bestaande vloot zullen we moeten veranderen met deze retrofit-oplossingen. Hier kan Nederland een grote voortrekkersrol in spelen.’
Urgentie als drijfveer
De motivatie gaat voor Nieuwenhuis dieper dan commercieel succes. ‘Toen we net begonnen raakte ik aan de praat met een aantal klimaatonderzoekers en ik zag de angst in hun ogen. Een klimaatonderzoeker vertelde me dat het ijs boven de Noordpool niet meer vastlag. We schreeuwen wel, maar niemand luistert, zeiden ze. Dat raakte me diep.’
‘De meeste mensen hebben het namelijk nog steeds niet door’, zegt Nieuwenhuis. ‘Lekker warm in de zomer’, denken ze. Maar langzaam worden we zenuwachtig: er zit gewoon meer energie in de lucht. Het neemt alsmaar toe. Ik ben nu 60 — en je ziet het gewoon gebeuren. Als het nog een keer zo’n stap maakt in 30 jaar…’
Noodzakelijke druppel
Nieuwenhuis heeft grote ambities voor Econowind en zijn VentoFoils. ‘Ik denk dat wij over vijf jaar een enorme industrie zijn, met locaties op verschillende plekken in de wereld. Deze markt is gewoon gigantisch groot. Er zijn 30.000 schepen waar een VentoFoil op kan. Ons doel is om over een aantal jaren élke dag een vleugel af te leveren. Met 220 werkdagen per jaar is dat nog steeds een druppel op de gloeiende plaat, maar wel een noodzakelijke druppel.’