In totaal zou Ballast Nedam tussen 1993 en 2003 tenminste een half miljard dollar aan leden van het Saudische koningshuis en andere hooggeplaatste Saudiërs hebben betaald. De koningen Abdullah en Fahd, inmiddels overleden, zouden bij de ontvangers van de steekpenningen horen. Ze kregen van Ballast Nedam de schuilnamen Bassie en Adriaan.
Bouwopdrachten
Ook zou een groot deel van het smeergeld bij de Saudische prins Al-Waleed bin Talal (schuilnaam Tijger; zie afbeelding boven) terecht zijn gekomen, namelijk 467 miljoen dollar. Op papier betaalde Ballast Nedam dat geld voor advieswerk, maar volgens de FIOD ging het in werkelijkheid om smeergeld in ruil voor grote bouwopdrachten. Ballast Nedam maakte het geld over naar rechtspersonen in onder meer Liechtenstein, British Virgin Eilanden, Cyprus en Jersey met bankrekeningen in onder meer Zwitserland.
In 2012 trof het bouwbedrijf al een schikking voor 17,5 miljoen euro met het Openbaar Ministerie in de smeergeldzaak. In de documentaire die Human maandagavond uitzendt komen nieuwe details aan het licht.
Buitenlandse Zaken
Twee oud-leidinggevenden van het bedrijf moeten volgens Human binnenkort voor de rechter verschijnen, ze zouden een deel van het geld voor zichzelf hebben gehouden. Justitie beschuldigt hen van witwassen. Een van de verdachten wilde een getuige laten horen in Saudi-Arabië. Dat verzoek zou zijn afgewezen door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De reden: ‘Het wordt niet opportuun geacht vanwege de huidige bilaterale betrekkingen’.