Dat de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) is afgeschaft kan je bijna niet zijn ontgaan, maar is hier nu al iets voor in de plaats gekomen? De Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) is nog altijd van kracht, mar de handhaving van de wet is wel uitgesteld. Begin februari 2018 werd bekend dat de opschorting van de handhaving is verlengd tot 1 januari 2020.
Hoe zat het ook alweer?
De VAR was voor zelfstandig ondernemers het middel om aan hun opdrachtgevers te laten zien dat zij door de Belastingdienst werden aangemerkt als zelfstandige. Zo was duidelijk dat er geen loonheffing ingehouden hoefde te worden.
Toch viel er één en ander aan te merken op de VAR. De VAR zou onvoldoende zekerheid geven en tot schijnzelfstandigheid leiden. Met een VAR was het mogelijk om op papier te werken als zelfstandige, terwijl er in de praktijk sprake was van werken in loondienst. Met ingang van 1 mei 2016 verdween de VAR dan ook en trad de wet DBA in werking.
Modelovereenkomsten
In plaats van een VAR zou een ‘modelovereenkomst’ uitkomst moeten bieden. De Belastingdienst heeft een algemene modelovereenkomst opgesteld. Daarnaast zijn er diverse modelovereenkomsten voor specifieke branches en beroepsgroepen en bestaat de mogelijkheid om een overeenkomst aan de Belastingdienst voor te leggen.
De modelovereenkomst of de door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst bevat bepalingen waaruit volgt dat er géén sprake is van loondienst. Wanneer opdrachtgever en opdrachtnemer werken volgens die afspraken, is er geen sprake van loondienst en hoeft er dus geen loonheffing te worden ingehouden.
Kritiek
Maar sinds de invoering van de wet DBA is er veel kritiek op de nieuwe regelgeving. Volgens de Belastingdienst is de oorzaak van deze kritiek gelegen in het feit dat veel zzp’ers en opdrachtgevers ervaren dat de nu geldende arbeidswetgeving niet meer past bij het huidige maatschappelijke beeld van een arbeidsverhouding. Hoewel de wet DBA meer duidelijkheid had moeten geven, is het tegendeel het geval. Vanwege de grote kritiek is besloten de handhaving van de wet op te schorten.
Stand van zaken
Begin februari 2018 maakten minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer kenbaar dat de opschorting van de handhaving is verlengd tot 1 januari 2020.
Het kabinet streeft naar nieuwe wet- en regelgeving die per laatstgenoemde datum in werking zou moeten treden. De Tweede Kamer heeft het kabinet opgeroepen om vóór 1 januari 2019 meer duidelijkheid te geven over het begrip ‘gezagsverhouding’. Het kabinet gaat zich hier samen met zzp-, branche- en werkgevers- en werknemersorganisaties over buigen. Het aanwezig zijn van een gezagsverhouding is één van de criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of er sprake is van loondienst.
Kwaadwillenden
Aangezien de handhaving is opgeschort legt de Belastingdienst geen boetes of naheffingen op, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid. Tot 1 juli 2018 handhaaft de Belastingdienst alleen in ernstige gevallen, maar na 1 juli 2018 handhaaft de Belastdienst in alle gevallen van kwaadwillendheid. Dit betekent dat de Belastingdienst kan handhaven indien zij kan bewijzen dat er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, evidente schijnzelfstandigheid en opzettelijke schijnzelfstandigheid.
Wat betekent dit voor jou als ondernemer?
Zo lang er geen sprake is van kwaadwillendheid hoef je niet bang te zijn voor boetes of naheffingen. In afwachting van de nieuwe regelgeving kan er gewoon gewerkt worden met een modelovereenkomst, maar dat is niet verplicht. Uiteraard is het sowieso van groot belang om de afspraken met jouw opdrachtnemer of opdrachtgever goed vast te leggen.