Er broeit een onderhuidse spanning in het team. Tijdens de lunch valt de groep uit elkaar in kleine groepjes die over elkaar roddelen. In vergaderingen lijkt het weinig uit te maken wie een presentatie geeft: elk idee wordt medogenloos afgekraakt. Er wordt nauwelijks samengewerkt en de resultaten blijven achter. Je team is geen team.
Een goed team is geen toeval
In elke organisatie komen dysfunctionele teams voor. De gemakkelijkste weg is de schuld bij de teamleden te leggen. Ze doen hun best niet om beter met de anderen te overleggen. Maar zoals uit onderzoek blijkt: een goed team is geen toeval. Tussen slechte en goede teams bestaan belangrijke verschillen, en het belangrijkste verschil maak jij, de leider. Hieronder vijf manieren waarop je in ieder geval níet met je team moet omgaan.
1. Creëer een vechtcultuur
Je zweert bij onderlinge concurrentie. Door onderling flink tegen elkaar op te boksen, halen de teamleden meer uit zichzelf.
Ook zonder dat leiders er bewust voor kiezen, kan vaak een competitieve cultuur in teams ontstaan. Sommige teamleden gaan de groep domineren en anderen trekken zich terug. De leider vindt het allemaal best. Maar de onderlinge sfeer in de groep blijkt de belangrijkste succesfactor te zijn. Binnen de organisatiepsychologie zijn er weinig onderwerpen waar meer onderzoek naar is gedaan dan naar teams. Onder alle eigenschappen waarop teams kunnen verschillen – IQ, teamsamenstelling, leeftijdsverschil, manier van samenwerken etc. – is er één doorslaggevend: het onderling vertrouwen. Het maakt niet uit of je de teams supermoeilijke opdrachten geeft of juist eenvoudige taakjes laat doen. Als het vertrouwen (of de ‘psychological safety’ zoals het in een grootschalig onderzoek bij Google wordt genoemd) sterker is, worden de prestaties beter.
2. Informeer op basis van ‘need to know’
Bij jou als leider komen de informatiestromen bij elkaar, je vindt het zonde van de tijd om die informatie te delen. De medewerkers krijgen te horen wat ze voor hun werk nodig hebben. Méér informatie uitwisselen roept maar nodeloze discussie op.
Communicatie speelt een cruciale rol bij teamsucces. In een gezaghebbend Amerikaans onderzoek uit 2008 bleek bijvoorbeeld dat de ‘verdeling van de beurt krijgen in de conversatie’ de onderscheidende factor was. Teams waarin de teamleden ongeveer even vaak aan het woord zijn, doen het beter dan teams waarin enkelen het gesprek naar zich toe trekken. Openheid en elkaar laten uitpraten zijn van cruciaal belang om de vertrouwensbasis te verstevigen. Vertrouwen of ‘psychological safety’ wil niet zeggen dat er geen pittige onderlinge discussies mogelijk zijn, die discussies zijn juist nodig om verder te komen. Daarbij is jouw rol als teamleider om in de openheid te delen, je teamleden de gelegenheid te geven zich te uiten en te luisteren naar wat ze zeggen. Pas als je zelf in staat bent om laat merken dat je zelf niet alle antwoorden in petto hebt, kun je als leider een lerende cultuur in je team creëren.
3. Werk taakgericht
Je teamleden hebben allemaal hun eigen takenpakket. Alleen jij als teamleider hebt het overzicht en weet wat het team aan het grotere geheel van de organisatie bijdraagt, en waarop het wordt afgerekend. Je wilt je teamleden niet met al die details lastigvallen.
Na vertrouwen en de mogelijkheid voor teamleden om zich te uiten is doelgericht werken de belangrijkste succesfactor voor teams. Teams functioneren beter als de groepsleden weten wat het gemeenschappelijk doel en hun bijdrage eraan is. Het doel mag ambitieus zijn maar moet uiteraard ook haalbaar zijn. Met ondubbelzinnige kengetallen moet de voortgang van het team bovendien te meten zijn. Heldere doelen versterken de betrokkenheid van de teamleden. Ze weten waarom het belangrijk is hun schouders eronder te zetten.
4. Los alles op met teambuilding
Je team communiceert moeizaam, dus het wordt tijd voor een dagje abseilen in de Ardennen. Met daarna een stevige borrel: er gaat niks boven samen dronken worden om het groepsgevoel te versterken.
Teambuilding wordt vaak als panacee voor de groepssfeer beschouwd, maar de bewezen effectiviteit is mager. Als het na een dagje lachen, gieren, brullen weer ‘business as usual’ voor het team wordt, en de openheid en het vertrouwen niet verbeteren, kun je het net zo goed laten.
5. Maak er een mannenclub van
Als mannen onder elkaar gaan we er tegenaan. We begrijpen elkaar beter en iedereen doet zijn eigen ding. Dat werkt snel en efficiënt.
Een opvallend resultaat van een grote MIT-studie uit 2010 is dat teams met meer vrouwen het per definitie beter doen. De onderzoekers koppelen dat aan een ander resultaat: de leden van goed presterende teams zijn er beter in om complexe emoties van gezichten waarvan alleen de ogen zichtbaar zijn af te lezen (de ‘Reading the Mind in the Eyes’-test). Vrouwen hebben een grotere sociale gevoeligheid, aldus de onderzoekers, en dat verklaart mede waarom de teams waarin ze zitten beter presteren. De openheid en het onderling vertrouwen zijn groter.