Een nieuwe columnist! Mark Minkman, directeur van Paradiso, schrijft over de cognac die popartiest Prince deed schitteren.
In de voormalige kerk aan de Amsterdamse Weteringschans, waar ik sinds kort werk, gebeurt geregeld iets bijzonders. Vraag het bezoekers van een goed verlopen concert en ze vertellen zonder uitzondering dat ze een bijna magische ervaring hebben ondergaan. Zo’n ervaring waar de zanger van de band in de eerste toegift alleen met gitaar het podium opkomt en de uitverkochte zaal met 1.500 bezoekers vervolgens zo stil is dat je er een speld kunt horen vallen. Niet elk Paradiso-concert is zó bijzonder, maar gelukkig heel geregeld wel.
De saaie degelijkheid achter de magie
Hoe houd je het vizier zakelijk op scherp in zo’n omgeving, die doorspekt is met fenomenen waarbij je nou niet in eerste instantie aan zakelijkheid denkt? Dat is soms best lastig. Toch gaat achter de magie van de artistieke prestatie een hoop zakelijke – noem het gerust: saaie – degelijkheid schuil. Geen goed optreden zonder dat een artiest en gevolg zich goed ontvangen voelen en verblijven in een prettig hotel, de tourbus zoals afgesproken geparkeerd naast Paradiso, met camera’s bewaakt zodat de volgende ochtend alles nog erin ligt en verder natuurlijk zakelijk – voor beide partijen – prettig afgesloten onderhandelingen over gage en ticketprijs.
Paradiso is zakelijke dienstverlening
Een kunst op zich natuurlijk, en mag ik zeggen: een van de zaken waarin Paradiso zich onderscheidt. Want kwaliteit in degelijkheid is niet overal een vanzelfsprekendheid. In dat opzicht is ons bedrijf niet anders dan andere in de zakelijke dienstverlening. Omdat artiesten soms breekbare, gevoelige en onzekere personen zijn, gedijen zij ook goed in een omgeving waarin alles helder en strak georganiseerd is. Dus bijvoorbeeld niet al te overvloedige aanwezigheid van geestverruimende middelen. Menig concert heeft daar onder geleden. Het is daar dus ook de zakelijkheid die welig tiert. Eigenlijk is Paradiso misschien wel juist zo bijzonder omdat het er achter de schermen buitengewoon saai en degelijk aan toe gaat.
Toen Prince naar Paradiso kwam
Overheerst dan de boekhoudermentaliteit in de voormalige kerk van de Vrije Gemeente? Nee, niet altijd. Zoals die keer dat Prince (foto boven) Paradiso aandeed. De popster, normaal gesproken goed voor Ziggo Dome of Ahoy, koos nu voor een legendarisch nachtelijk optreden aan de Weteringschans. Maar hij wilde wel verwend worden en vroeg een bijzondere cognac waar we iets meer voor moesten doen dan even naar de plaatselijke slijterij rijden. Met als gevolg dat hij zich zo thuis voelde dat hij het Amsterdamse publiek trakteerde op een optreden dat geen van de aanwezigen ooit zal vergeten.
Zo zie je maar dat de kunst van het leidinggeven ook gewoon is dat je met strakke hand moet regeren, maar tegelijk op tijd aanvoelt wanneer je de teugels moet laten vieren.