Iedereen die je spreekt, noemt hem aardig. ‘Een bescheiden vent’. ‘Goede kop ook, die straalt eerlijkheid uit’. Hans van den Berg is geliefd, niet alleen bij de 9.000 werknemers van het Nederlandse staalbedrijf, ook bij de vakbonden – niet altijd zijn vrienden zou je denken – geniet hij waardering.
‘Hij was een goede sidekick-directeur van Theo Henrar. Toen die van moederconcern Tata moest vertrekken, nam Van den Berg het stokje over. Misschien wel tegen heug en meug’, zegt Roel Berghuis, vakbondsbestuurder van FNV Metaal, die het staalbedrijf ‘al honderd jaar’ volgt.
Ook Cinta Groos, de voorzitter van de centrale ondernemingsraad, denkt dat Van den Berg het voorzitterschap niet per se ambieerde. ‘Al was het natuurlijk logisch dat er een beroep op hem werd gedaan.’
‘Parel van IJmuiden’
Van den Berg is sinds een jaar directievoorzitter van Tata Steel Nederland. Aanvankelijk was het verhaal dat hij het hooguit tijdelijk zou doen. Maar nu het ongelukkige huwelijk tussen de Britse en Nederlandse tak van Tata Steel op een scheiding is uitgelopen, blijft hij aan het roer staan. Wel is het de bedoeling dat de directie de komende tijd wordt uitgebreid, blijkt uit de adviesaanvraag die deze week naar de ondernemingsraad is verstuurd.
Hij is een mensenmens, een baas die meeliep in het hardloopclubje van het bedrijf
Liefst 31 jaar werkt Van den Berg bij het ooit zo trotse staalbedrijf. Hij ging er aan de slag na zijn studie natuurkunde in Leiden. Hij maakte er carrière, deed tussendoor een MBA-studie aan Nyenrode en werd uiteindelijk directeur van de site in IJmuiden. Tot hij de positie van Henrar overnam. Groos: ‘Hij is een mensenmens, liep als baas mee in het hardloopclubje van het bedrijf. Een fietser ook en een fanatieke zeiler. Hans zijn deur staat altijd open, als hij tijd heeft, kun je altijd bij hem terecht.’
Van het bedrijf zelf, ooit ‘de parel van IJmuiden’, is intussen niet veel meer over. Als Hoogovens, en later Corus, liep het bedrijf lange tijd voorop als het gaat om innovatie in de sector. Sinds de overname door de Indiase multinational Tata Group in 2007 is dat vernieuwende geleidelijk verdwenen. De concurrentie vanuit China is onderwijl moordend, het Britse zusterbedrijf (het vroegere British Steel) kostte volgens de Nederlanders jarenlang alleen maar geld en de brexit maakte de samenwerking er ook niet makkelijker op.
In de etalage
Voor het Indiase moederbedrijf was de corona-uitbraak de druppel. Het concern maakte begin vorig jaar duidelijk dat het geen stuiver meer in de Europese staalbedrijven wilde steken. Ze moesten hun eigen broek maar zien op te houden. Logisch misschien, Tata heeft meer dochterbedrijven waar het op zijn zachtst gezegd moeizaam loopt. Autofabrikant Jaguar Land Rover bijvoorbeeld, of vliegtuigmaatschappij Airasia.
Met steun vanuit Den Haag of vanuit Brussel lukt het misschien om zelfstandig te blijven
Sindsdien staan de Tata-dochters in Europa in de etalage. De Indiërs hopen dat het Britse Tata als afzonderlijke entiteit meer kansen heeft als het met andere Britse bedrijven, die nu al in Chinese handen zijn, kan samengaan. En het afgesplitste Tata Nederland? Groos van de ondernemingsraad denkt dat het nog alle kanten op kan. ‘Met steun vanuit Den Haag of vanuit Brussel lukt het misschien om zelfstandig te blijven. Maar wellicht meldt zich alsnog een andere partij.’
Die potentiële koper was eerder al volop in zicht: het Zweedse staalconcern SSAB. Maar de Zweden haakten begin dit jaar af omdat het verduurzamen van Tata Nederland te duur zou worden. De voordelen van de samenwerking wogen niet op tegen de investeringen die SSAB moest doen. Een flinke tegenvaller, want de activiteiten sloten prima aan bij die van Tata Nederland. Bovendien heeft het Zweedse concern de ambitie om het eerste fossielvrije staalbedrijf ter wereld te worden. Dat klonk politiek Den Haag als muziek in de oren.
Van alle kanten onder vuur
Die politiek heeft Van den Berg de komende jaren hard nodig. Zeker nu zijn bedrijf steeds meer onder vuur ligt van omwonenden, het openbaar ministerie en de verschillende toezichthouders. Rond de fabriek in IJmuiden maken mensen zich zorgen over de uitstoot van fijnstof en de ongeoorloofde kwiklozingen in het water. Op landelijk niveau geldt het voormalige Hoogovens als een van de grootste vervuilers als het gaat om de uitstoot van CO2.
In Zweden experimenteren ze waterstof om de staalovens op te stoken in plaats van kolen
Veel compassie lijkt er met het vroegere icoon van de Nederlandse industrie niet te zijn. De provincie heeft verscherpte controles aangekondigd, staatssecretaris Stientje van Veldhoven beloofde omwonenden strengere regels. Maar schoner werken en verduurzamen kost geld. In Zweden experimenteren ze al met het gebruik van waterstof om de staalovens op te stoken, in plaats van steenkool. Of Tata Nederland ook die kant op kan, hangt af van de financiële steun die het daarvoor kan krijgen vanuit Europa of de Haagse politiek.
Niets doen is geen optie, daarover is iedereen het wel eens. De heffingen die het staalbedrijf moet betalen als het op de oude voet doorgaat, zullen Tata Nederland uiteindelijk de kop kosten, zo wordt voorspeld. Dat zou niet alleen de 9.000 werknemers in IJmuiden hun baan kosten, er staan ook vele duizenden banen bij de toeleveranciers op het spel.
Gereedschapskist
Vakbondsman Roel Berghuis is er niet gerust op. ‘Van den Berg mist het fingerspitzengefühl in Den Haag. Henrar kende daar veel mensen, die zat ook in het bestuur van VNO-NCW. Ik vraag me soms af of Van den Berg doortastend kan opereren in het Haagse. Heeft hij dat instrument wel in zijn gereedschapskist zitten? Dat moet hij de komende tijd laten zien.’
En dan is er nog de relatie met India. Berghuis: ‘Ik zie zijn enorme worsteling met de aandeelhouder. Krijgt hij wel het mandaat om slagvaardig te kunnen handelen? Dat is nodig om echt de baas te kunnen zijn. Het is mij volstrekt niet duidelijk hoeveel financiële armslag hij heeft.’
Het fabeltje dat alleen houwdegens en haaibaaien een bedrijf kunnen omturnen gaat er bij mij allang niet meer in
COR-voorzitter Groos is positiever. ‘Je hoeft niet altijd in het politieke circuit te zitten om iets te bereiken. Ik denk dat Hans op zijn manier ook een hoop voor elkaar krijgt. Het fabeltje dat alleen houwdegens en haaibaaien een bedrijf kunnen omturnen gaat er bij mij allang niet meer in.’ De or hoopt op miljoenensteun, is het niet vanuit de Nederlandse dan toch wel uit de Europese politiek. Hoopvol: ‘Er zijn verschillende potjes in Brussel waarop we een beroep zouden kunnen doen.’