Shell staat voor een aantal uitdagingen. Aan cfo Simon Henry als financieel strateeg de taak om dit in goede banen te leiden.
De financiële man Simon Henry is een echte Shell-man die olie door zijn aderen heeft stromen. Hij is bekend als de man die elk kwartaal netjes de cijfers van Shell presenteert, zoals in onderstaand filmpje.
Henry (1961) diende als senior manager al onder vorige Shell-ceo's als sir Philip Watts, Jeroen van der Veer en Peter Voser. Hij werd zelfs genoemd als opvolger van Voser, maar Ben van Beurden werd naar voren geschoven.
Olieman
Dertig jaar geleden startte Henry als 'internationale accountant' bij Shell in Manchester. In de jaren 1988 tot 1990 was hij verantwoordelijk voor een IT-project voor Shell Haven raffinaderij. Vervolgens ging hij op avontuur als marketeer in Shell Egypte. In datzelfde land werd hij in 1994 finance controller voor de upstream business in Egypte. Daarna volgen twee jaar op het kantoor in Londen als financieel adviseur. Toen kreeg hij een positie als financieel directeur van Shell in Zuid-Oost Azië. Vanaf 2000 keert hij terug naar het hoofdkantoor als manager Investor Relations en vanaf 2004 werkt hij zich op als Executive Vice President van de Finance, Exploration & Production Business. Vanaf 2009 is hij financieel directeur van Shell, aangetrokken door ceo Peter Voser. Hij is getrouwd en vader van drie kinderen.
De 5 uitdagingen van Shell-cfo Simon Henry
Shell heeft een aantal dossiers die de komende jaren op het bordje liggen van Henry en Van Beurden. Henry is verantwoordelijk voor de portefeuilles Finance, Investor Relations, Strategy, Planning & Appraisal en Internal Audit. En hij heeft o.a. de regio's China en Zuidoost Azië onder zich.
#1. Lage olie – en gasprijs
De lage olie – en gasprijs speelt Shell al maanden parten. Het gevolg is dat de winst van het concern zwaar onder druk staat. In het eerste kwartaal over 2016 werd 58 procent minder winst gemaakt dan in hetzelfde kwartaal van 2015. Ook de vrije kasstroom zou volgens kredietbeoordelaar Moody's tot eind 2017 negatief zijn. Zowel Moody's, Fitch als Standard & Poor's hebben de kredietwaardigheid van Shell verlaagd.
#2. Opstapelende schulden
Door de overname van British Gas torst Shell een forse schuldenlast met zich mee. Afgelopen kwartaal noteerde het concern een schuld van 75 miljard dollar. Ter compensatie wordt afstand gedaan van steeds meer activa om deze last te compenseren. Een andere oplossing die overwogen wordt is de mogelijkheid van een opsplitsing. Henry heeft dit nieuws tegenover analisten ook bevestigd. Onduidelijk is wanneer en hoe de splitsing gaat plaatsvinden.
#3. Een verstopte investeringskraan
De investeringskraan wordt nog meer dichtgedraaid. In 2016 wordt er 30 miljard dollar geinvesteerd in plaats van de eerdere geplande 33 miljard dollar. Volgens kredietbeoordelaar Standard & Poor's een slechte strategische keuze. S&P zegt in een reactie in diverse media: 'Het besluit van oliemaatschappijen om investeringen terug te brengen en genereuze winstuitkeringen te betalen aan de aandeelhouders is vanuit kredietperspectief een negatieve keuze'.
#4. Veeleisende aandeelhouders
Het aandeel Shell geldt als een zekerheidje onder beleggend Nederland (en daarbuiten). De druk op de bestuurders van Shell om haar dividend te verlagen groeit met elk kwartaal. Voorlopig wordt er echter niet gemorreld aan het niveau: de aandeelhouder krijgt standaard 0,94 dollar dividend uitgekeerd.
Een analyse van MT maakt duidelijk dat Shell de aandeelhouder pampert.
#5. De duurzame toekomst
Shell wil een aparte divisie oprichten voor duurzame energie en CO2-arme elektriciteit. Het concern zit met haar duurzame ambities wel in een spagaat. Februari dit jaar liet Van Beurden nog tegenover de NOS los dat benzine en diesel de komende 30 jaar alleen nog maar meer gebruikt als brandstof voor onze auto's. Ben van Beurden: 'Ik denk dat we over 20, 30 jaar nog steeds op benzine en diesel rijden.'
Shell is dan ook vastbesloten om de komende 60 jaar te investeren in gasproductie wereldwijd, ook in Nederland. Daarnaast liggen er plannen om (meer) duurzaam te produceren, onder meer via offshore windparken op de Noordzee.