Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

Buzz maar in je moerstaal!

Wil je meesurfen op nieuwste hype-golven, dan moet je de geheimtaal kennen. Taalpuristen krijgen er hoofdpijn van.

De bomen werpen hun blad weg en tegelijk dwarrelen nieuwe buzzwoorden door de herfstlucht. Zonder buzzwoorden geen hype; hieronder een aantal verse toevoegingen aan het Nederlandse taalgebruik. Hoewel Nederlands: als we buzzen, doen we dat bij voorkeur in het Engels. En terecht, zoals ik zal uitleggen.

Lees hier de vorige collectie buzzwoorden.

To taper

Met afstand het gevaarlijkste nieuwe woord – voor de jaren 10 potentieel net zo bedreigend als het woord subprimehypotheek was voor de jaren 00. To taper of (vernederlandst) taperen betekent dat de centrale bank probeert haar ruimgeldpolitiek om te draaien. Een letterlijke vertaling zou iets opleveren als 'afknijpen' of 'afbouwen'. Zoals bekend hebben de Fed en ECB sinds het begin van de crisis de geldkraan opengeschroefd (hier bestaat ook mooi jargonnetje voor: ‘quantative easing’). Maar aan dat feest moet ooit een eind komen. De bankiers zijn echter doodsbang om het prille herstel te breken zodra ze gaat taperen: ze lijden aan taperangst. Er is sprake van een flinke taperbarrière, we willen niet in een tapermeltdown belanden. Voor het woord to taper is geen Nederlands equivalent nodig gezien het feit dat we ook geen Nederlandse geldpolitiek meer hebben. Geen politiek meer, geen eigen munt, alleen maar een centrale-bankgebouw vol ambtenaren, waarvan niet precies bekend is wat ze nog doen.

Bricken

Een parkeerbetaalservice probeert dit woord op het moment te claimen. Maar bricken betekent al jaren iets heel anders: het vastlopen van je smartphone. Het #%$&!! apparaat verandert in een baksteen. Dat het woord de laatste tijd weer vaak opduikt, is een veeg teken voor de stabiliteit van de huidige generatie smartphones. Maar misschien ligt de schuld wel bij de gebruikers, die proberen om het ding tot de nokbalk te vullen met video’s, foto’s en 100+ apps.

Bubble

Heel erg hip jargon voor vergadering of bijeenkomst. Als je je afvraagt waar iedereen zit, omdat het al een kwartier stil is op Twitter, dan zijn ze aan het bubblen.

Slashing

Een trend waarin Nederland ook weer de VS achterna gaat: 7 procent van de Nederlandse werknemers heeft al meerdere banen. Uit economische noodzaak, omdat ze te veel energie of een slecht huwelijk hebben of anderszins. Dit heet in goed Nederlands combinatiebaan, in het Engels slashing. Zeg nou zelf, het Engels is toch leuker? Afkomstig van slash (schuine streep). Wat doe je voor de kost? Ik ben postbode slash centrale bankier.

Reshoring

De ontwikkelingen op het gebied van uitbesteden gaan zo snel, dat de Nederlandse taal elke poging om ze in te halen heeft opgegeven. Toen we dachten dat we in het allergoedkoopste land ter wereld onze spullen moesten laten maken, gebruikten we een Engels woord (offshoring); toen we erachter kwamen dat Bangladesh of China wel erg ver weg waren, deden we dat weer (nearshoring); en nu steeds meer bedrijven hun productie naar Nederland terughalen, hebben we er opnieuw een: reshoring. In China stijgen de lonen soms tot 20 procent per jaar, dat verklaart veel.

UAV

Staat voor unmanned aerial vehicle, dus een op afstand bedienbaar helicoptertje of vliegtuig. Het is een grote nieuwe hitech-markt, als je de vele publicaties die daarover verschijnen moet geloven. Hoewel de toepassing van de UAV’s vooralsnog vooral beperkt lijkt tot beveiliging. Natuurlijk hadden we hiervoor al een woord, namelijk drone. Maar het lijkt prettiger om een ander woord te gaan gebruiken dan drone: dat wordt nu eenmaal geassocieerd met die opmerkelijke innovatie van de internationale rechtsorde, waarbij de VS het recht claimen om auto’s op een landweg in Pakistan te kunnen bombarderen, wanneer de aanwezigheid van een terrorist in een van de auto’s wordt vermeend.

Inclusieve arbeidsmarkt

Gelukt! Een Nederlands buzzwoord. Nog wel gepitcht door niemand minder dan minister Asscher in zijn op Prinsjesdag ingediende begroting. Zoals bekend verkeren we onder leiding van de regering Rutte in niet zo maar een samenleving, maar in een participatiesamenleving. Iedereen mag en moet kunnen meedoen, ook op de arbeidsmarkt – ook als je tot nu toe niet aan het werk kwam door een arbeidsbeperking of om een andere reden. Asschers oproep klinkt nobel, maar de praktijk is weerbarstig. Of werkgevers klaarstaan om talloze ‘inclusieve banen’ te gaan creëren, is nog even de vraag. Nog maar afwachten of het echt gaat buzzen, dus.