Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob’s ervaring helpt een collega

Bob is divisiedirecteur van een groot concern hij doet zijn best. In aflevering 178 helpt zijn ervaring een collega er bovenop.
 

Van Eric-Jan
Aan Bob
Onderwerp Zondebok-ervaring

Hoi Bob,
Zoals je weet zit ik sinds een half jaar op Hoofdkantoor en zacht uitgedrukt gaat het niet bepaald lekker. Had je het al gehoord van dat Britse project? Dat ging hélemaal mis. Ja, je kent Hoofdkantoor: iemand moet dan toch de zondebok zijn. En hoewel zoiets nooit wordt uitgesproken, zeker niet op Hoofdkantoor, is me wel duidelijk dat ik dat nu ineens ben. Klote zeg. Nou, ik dacht: ik mail Bob even, die heeft dat vast ook meegemaakt.
Eric-Jan

Eric-Jan,
Nou en of. In het begin had ik niet eens in de gaten dat ik ergens de zondebok van was. Maar als je er eenmaal ervaring in hebt, zie je hoe het werkt. Je krijgt dan nauwelijks nog mailtjes van Hoofdkantoor en als je een dringende vraag stelt, dan komt er gewoon geen antwoord, of iets in de trant van: ‘We hebben je vraag ontvangen, maar op dit moment hebben we andere prioriteiten.’
Bob

Bob,
Zó herkenbaar! Sinds een week blijven zowat al mijn mailtjes onbeantwoord. Nou, dan ga je dus langs, je zit per slot van rekening in dezelfde kantoortoren, en loop je bij iemand binnen en die zegt dan: ‘Sorry, maar ik moet echt een ontzettend belangrijk telefoontje plegen.’ Of dan sta je in de lift naast een collega die altijd vraagt hoe het gaat, maar nu? Nee hoor, die is nu druk aan het bellen. Terwijl in die liften van ons niet eens bereik is! Je gaat erop letten, hè, dan zie je het, aan alles.
Eric-Jan

Eric-Jan,
Klopt helemaal. Ik ben nu al een tijdje geen zondebok meer geweest, afkloppen, maar als het zich voordeed, precies wat je zegt: eerst denk je dat je je iets inbeeldt, maar dan moet je toch echt vaststellen dat mensen je uit de weg gaan. Helemaal erg: die stiltes die ineens vallen als je ergens binnenkomt. Weet jij je al een houding te geven in zo’n situatie? Bijna zonder dat ik het zelf in de gaten heb, ga ik altijd schaapachtig lachen, zo van: hier ben ik, niks aan de hand hoor!
Bob

Bob,
Had ik gisteren! Kom ik een meeting binnen met precies zo’n houding. Ik begon een praatje over het voorjaar, het EK in aantocht… Op een gegeven moment hoor je jezelf dan praten, want niemand reageert. Dan wil je het toch uitschreeuwen: ‘Luister nou allemaal eens even, ik heb dat project niet verknald, althans niet in m’n eentje, nou ja, dat was het punt eigenlijk, dat ik het praktisch in mijn eentje moest doen, en dat ik elke avond om elf uur nog achter m’n beeldscherm zat, en dan nog die deadlines…’
Ik heb mijn verhaal één keer verteld, aan Dirksen. Was ik uitverteld, zegt hij: ‘Nou ja, dat is dan jouw kant van het verhaal, hè?’ En toen moest ook hij ineens heel dringend naar een afspraak.
Eric-Jan

Eric-Jan,
Nooit naar Dirksen gaan in zo’n situatie! Die vindt elke collega in nood een zege voor zijn eigen ambities en gaat dan overal lopen fluisteren: ‘Die Bob, ik weet het niet hoor…’ Meer niet, maar dat is genoeg hè, dan ben je pas écht de zondebok. Ik praat trouwens al twee jaar niet meer met Dirksen. Vooral hierom. Maar dat bevalt me prima.
Bob

Bob,
Ja, daarom mail ik jou ook: jij weet hoe dat gaat, jij hebt hier ervaring mee. Maar voor mij is het de eerste keer dat ik de zondebok ben. Van zo’n Dirksen bijvoorbeeld, dat wist ik dus niet. Weet je wie me trouwens ook zwaar is tegengevallen? De anders altijd o zo collegiale Georgette. Die duikt nu letterlijk een gang in als ze me ziet aankomen.
Eric-Jan

Eric-Jan,
Weet je wat pas erg is? Ben je op een gegeven moment niet meer de zondebok, dan komt ze weer o zo goedlachs je kamer binnen, alsof er niks is gebeurd. Maar weet je wie nog erger is? Pieter-Jan. Die dan o zo bezorgd vraagt: ‘Gaat het nog een beetje, Bob?’ Dat je denkt: ik ben toch niet ernstig ziek of zo?
Bob

Bob,
Ja, zei hij ook tegen mij, die gluipkop. Ik moet zeggen: het montert me wel wat op, Bob, al die ervaringen van jou.
Eric-Jan

Eric-Jan,
Hé jongen, nog een troost: na vier, vijf maanden is het weer over. En weet je wat dan leuk is? Op een gegeven moment is dan weer iemand anders de zondebok! Had ik met, jawel, diezelfde Pieter-Jan. Die was ineens ook ergens de zondebok van. Ik dacht: en nou jij. Zat hij een keer, uiteraard, helemaal in zijn ­eentje te lunchen. Loop ik op hem af en zeg ik o zo bezorgd: ‘Gaat het nog een beetje, ­Pieter-Jan?’ En niet eens een antwoord ­afwachten, hè, meteen weglopen. Echt ­geweldig was dat! Genieten!
Bob

>> Dit artikel komt uit MT Magazine. Abonnement?

Lees ook:

> Bekijk de andere mailwisselingen van Bob de Manager