Uiteindelijk ben je helemaal alleen, leerde Bas Haring tijdens zijn groepstherapie. 'Ik hoef helemaal niet samen te zijn!'
Een paar jaar geleden ging het niet zo goed tussen mij en mijn toenmalige vriendin. Vond ik. We hadden geen ruzie of zo, en er was weinig concreets aan de hand, maar ik had het gevoel dat we onvoldoende samen waren. Minder samen dan ik dacht dat we moesten zijn. Ik wist ook aan wie het lag: aan mij. Mijn vriendin was goed in samen zijn, maar op de een of andere manier kon ik het niet.
Op naar de therapeut
Gelukkig ben ik vrij kordaat in dit soort situaties en toog ik naar een therapeut: als ik het alleen niet kan, dan maar met hulp. De therapeut raadde me een groepstherapie aan en braaf zat ik tien zaterdagen lang in een grote kring met andere mensen met ‘problemen’. Het was bijzonder leerzaam en goed. Echt waar.
Diep van binnen…
Op een zeker moment op zo’n zaterdagmiddag ging de aandacht naar een dame van wie ik niet meer weet wat haar problematiek precies was, maar die zich in ieder geval eenzaam voelde. Ze was graag wat meer samen – een beetje zoals ik. De therapeut keek haar indringend aan en zei: ‘Diep van binnen. Heel diep. Ben je… uiteindelijk… helemaal alleen.’
Contact vanuit alleenheid
De dame verbleekte. Helemaal alleen? Ben ik echt helemaal alleen? ‘En vanuit die alleenheid’, vervolgde de therapeut, ‘kun je contact met anderen maken. Samen zijn. Maar je bént alleen.’ Wat voor mijn groepstherapiegenoot angstaanjagende informatie was, was voor mij een plotselinge bevrijding. In één keer viel een kwartje. Ik hoef helemaal niet samen te zijn! Realiseerde ik me. Ík mag kiezen hoe samen ík wil zijn.
Onvoldoende samenzijn
Fluitend fietste ik die zaterdag naar huis en sindsdien heb ik nooit meer het gevoel gehad dat ik onvoldoende goed kan samen zijn. En dat allemaal vanwege die ene indringende boodschap: diep van binnen ben je uiteindelijk helemaal alleen. Wat heerlijk!
Deze column komt uit de printeditie van Management Team, die dit keer SAMEN als thema heeft. Neem een abonnement.