1. Je merk bewaken
Wat de meeste ondernemers niet weten is dat je met een merkregistratie niet automatisch een brief ontvangt wanneer er merkinbreuk plaatsvindt. Merkinbreuk moet je namelijk zelf signaleren. Maar hoe doe je dat?
Wat betreft het in de gaten houden van nieuw aangevraagde merken doe je dat via merkbewaking. Merkbewaking houdt in dat het merkenregister wordt gecontroleerd op nieuwe merken die teveel lijken op dat van jou en die voor dezelfde of teveel lijkende producten of diensten worden aangevraagd. Je neemt bewaking af bij merkenbureaus (juridisch adviesbureaus gespecialiseerd in merkenrecht) of gespecialiseerde advocatenkantoren.
Het kantoor waar je de bewaking van afneemt stuurt jou dan een bericht wanneer ze een bezwaarlijk merk signaleren. En dan kun je beslissen of je wilt dat ze actie ondernemen tegen dat merk. Wat betreft merkinbreuk op bijvoorbeeld het internet of op sociale media moet je zelf je ogen open houden en in actie komen wanneer je iets signaleert.
2. Je merk zelf goed gebruiken
Een belangrijk deel van je verantwoordelijkheid als merkhouder is dat je zelf je merk goed gebruikt. Dat betekent dat je het ®-teken moet vermelden om aan te geven dat jouw merk geregistreerd is. Maar dat betekent ook dat je je merk niet als soortnaam moet gebruiken, maar als merk.
Gebruik je het merk namelijk als soortnaam (woord voor een bepaald product of dienst), dan staat je merk bloot aan de zogenaamde “verwatering”. Met andere woorden: je merk staat bloot aan verlies van de status van merk en loopt risico een gewoon woord te worden. Op een gegeven moment kan je merk dan ophouden een merk te zijn. Met als bijkomend resultaat dat dan iedereen het mag gebruiken en dat je dus het monopolie kwijtraakt.
Een heel bekend voorbeeld is Aspirine. Dit was ooit een merk, maar door verkeerd gebruik is dit nu geen merk meer. Het is teveel gebruikt als woord voor “pijnstillers”, terwijl het eigenlijk een merk pijnstiller was. Wil je dus dat je merk nog lang een merk blijft, dan doe je er goed aan om het zelf goed te gebruiken. Vermeld dus altijd het ® -teken, en gebruik het merk niet als naam voor je product, maar vermeld altijd de soortnaam van het product erbij.
Is jouw product of dienst nieuw en bestaat er nog geen naam voor? Verzin dan de soortnaam en kom niet in de verleiding om je merk als de soortnaam te gaan gebruiken. Zo stond het merk “Spinning” ooit bloot aan verwatering omdat het als soortnaam voor “fietsfitness workouts waarbij wordt getraind op indoorfietsen” werd gebruikt. De merkhouder had dus voor die workouts een naam moeten verzinnen.
3. Niet toestaan dat anderen je merk verkeerd gebruiken
Vanzelfsprekend is het ook vereist dat je anderen niet toestaat je merk verkeerd te gebruiken. Doe je namelijk niets aan het verkeerde gebruik door anderen, dan staat je merk wederom bloot aan verwatering. Om verwatering te voorkomen moet je steeds als je ziet dat iemand jouw merk op de verkeerde manier gebruikt, diegene wijzen op het correcte gebruik van jouw merk.
Een merk wordt correct gebruikt als het ® -teken en de soortnaam vermeld worden. Ook als derden je merk als werkwoord gebruiken (“ik ga even spinnen” in plaats van “ik ga even een fietsworkout van Spinning ® doen”), moet je ingrijpen. Hoe grijp je in? Uiteraard is het niet de bedoeling dat je mensen er mondeling op gaat zitten wijzen. Het gaat er met name om dat je ingrijpt bij verkeerd gebruik in de media, in blogs en op websites van afnemers.
Het ultieme voorbeeld van het risico op verwatering is misschien wel opgenomen worden als nieuw woord in de Van Dale. Het is misschien wel een groot compliment om opgenomen te worden in het woordenboek, maar juridisch gezien is dat het helaas niet.