Terwijl de hele retailbranche zucht onder de recessie, openen outletcenters dagelijks lachend de deuren. Zo gaat Het Designer Outlet Roermond uitbreiden met 35 winkels, waarmee 200 extra voltijdbanen worden gecreëerd. "We zijn volstrekt anti-cyclisch", zegt directeur Marc Bauwens daarover inNRC Handelsblad. Ook op Europees niveau zijn de centra voor goedkope merkkleding populair. Bij investeerders, zo blijkt uit onderzoek van Jones Lang LaSalle, maar ook bij de consument. Zo steeg het aantal shoppers bij de outletcenters van Value Retail, dat negen centra verspreid over heel Europa bezit, met 55 procent in het eerste half jaar van 2009, vergeleken met de eerste helft van 2008.
Flop – Guido Dumarey
Punch-ceo slaat door
Stel, je bent topman van een investeringsmaatschappij met de welluidende naam Punch International. En er komt een vakbondsman op bezoek. Wat doe je dan? Precies, je haalt uit. Begin juni heeft Punch-topman Guido Dumarey op die manier de Belgische vakbondssecretaris Wim Penninckx gevloerd. Bij dochterbedrijf Punch Graphix wilde Dumarey 25 van de 230 banen schrappen. Een dag na de directievergadering, waar het eerste ontslagvoorstel wordt afgeschoten, gaan de werknemers op advies van de bond gewoon aan het werk. Daarop slaan de stoppen door bij Dumarey. Na een felle discussie met Penninckx haalt hij uit en schopt zelfs nog even na als zijn slachtoffer op de grond ligt,
Salarisverhoging? Het is gunstiger een pensioen te regelen
In samenwerking met Doenpensioen van a.s.r. - Het nieuwe jaar is aangebroken! Wil jij je medewerkers dit jaar iets extra’s geven? Denk dan ook eens aan een appeltje voor de dorst voor later. Het regelen van pensioen voor je werknemers is niet alleen een mooie manier om je werknemers te binden, maar ook fiscaal gunstig. We spreken erover met Nick Leben van Doenpensioen a.s.r.
Leben ziet dat steeds meer werkgevers besluiten pensioen aan te bieden. Dat is geen wonder: in deze krappe arbeidsmarkt zijn aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden een must.
‘We spreken nu echt van een werknemersmarkt waarin het een uitdaging is om talent aan te trekken en te behouden. Goede pensioenvoorzieningen kunnen de doorslag geven voor een potentiële werknemer’, vertelt Leben. ‘Vaak vragen medewerkers zelf om een pensioenregeling. Het wordt namelijk gezien als een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Het is het inkomen van later.’
1 januari: een goed moment
De start van het nieuwe jaar is een mooi moment om een pensioen aan te gaan bieden. ‘Eind van het jaar ben je als ondernemer bezig met de budgetten van volgend jaar. Het inpassen van een pensioen in het budget of een verbetering van je pensioenregeling is een belangrijk onderdeel van die financiële strategie,’ stelt Leben.
Het begin van het jaar is ook een symbolisch moment. ‘Begin het jaar met het zeker stellen van de toekomst van je werknemers’, zegt Leben. ‘Het is een investering in hun welzijn en een teken van een vooruitstrevend en zorgzaam bedrijf.’ 25 procent van de werkgevers die voor het eerst een pensioenregeling opzet bij Doenpensioen van a.s.r. start aan het begin van het nieuwe jaar. Beginnen met zo’n pensioenregeling kan ook met terugwerkende kracht per 1 januari.
Heb je al een pensioenregeling? Dan kun je er ook voor kiezen om deze te verbeteren, waardoor je medewerkers later meer pensioen ontvangen. ‘Er zijn in de basis twee soorten werknemers: medewerkers die alleen vragen of er pensioen wordt aangeboden, en medewerkers die vragen hoe het dan is geregeld. Die laatste groep is iets meer thuis in het onderwerp. Zij kijken kritisch of de pensioenregeling inhoudelijk voldoet aan hun eisen.’
Pensioen past binnen elk budget en groeit mee met je bedrijf. Benieuwd wat pensioen voor jouw bedrijf en je werknemers kan betekenen? Laat je gegevens achter en download de gratis whitepaper.
Voor startups en scaleups ligt de focus op het groeien van het bedrijf, minder op de pensioenvoorziening van hun medewerkers. Toch is het volgens Leben belangrijk om ook binnen een jong bedrijf na te denken over pensioen. ‘Met Doenpensioen helpen we veel startups en scaleups met het regelen van pensioenen, die komen vaak via mond-tot-mondreclame bij ons. Het is een kleine wereld’, lacht Leben.
Het aanbieden van pensioenen is dus zeker niet alleen voor grote corporates. ‘Onze klanten hebben gemiddeld zo’n zeven medewerkers bij de start van hun pensioenregeling.’
Hij benadrukt dat er voor elk bedrijf wel een passende oplossing is. ‘Je hoeft geen keuze te maken die lang vastligt; je kunt beginnen met een bescheiden pensioenregeling en deze laten meegroeien met het bedrijf. Voor elk budget is er een passende regeling.’ Leben vertelt dat het al vanaf de eerste medewerker een goed idee is om een pensioenregeling op te zetten. ‘Dan regel je het meteen goed voor eventuele toekomstige medewerkers.’
Zo koos Closure voor een pensioenregeling
Een interessant voorbeeld van een jonge onderneming die van pensioen een prioriteit maakt is Closure. Ondernemer Graciëlla van Vliet legt uit dat ze met pensioen aan de slag ging om haar personeelsbestand diverser te maken.
‘Veel van onze mensen kwamen in eerste instantie net uit de collegebanken. Niemand was echt met zijn pensioen bezig. We wilden graag een diverser team, dus op een gegeven moment kwamen er ook mensen bij die bijvoorbeeld al een gezin hadden. Die veranderingen maakten duidelijk hoe belangrijk het is om een goede pensioenregeling te treffen. Je wilt goede mensen niet kwijtraken aan een ander bedrijf met betere voorwaarden.’
Een pensioenregeling is niet alleen een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde, het biedt ook fiscale voordelen voor je werknemer. ‘Over het pensioen dat je opbouwt, betaal je geen inkomstenbelasting tot het moment van uitkeren. Dan betaal je vaak minder belasting, wat dus financieel gunstiger is’, legt Leben uit.
Ook voor jou als werkgever kan het aanbieden van pensioen fiscaal gunstiger zijn dan een salarisverhoging. Dit heeft te maken met de sociale werkgeverslasten.
Pensioen regelen eenvoudiger dan gedacht
Leben vertelt dat hij veel vragen krijgt van werkgevers over het afsluiten van pensioenen. Vaak hebben ze het idee dat het erg ingewikkeld is om deze af te sluiten, en dat er veel tijd in gaat zitten. ‘Het is iets waar werkgevers meestal niet mee bezig zijn, het is niet je corebusiness. Wel die van ons om werkgevers te helpen. Dat is een belangrijke reden dat wij onze pensioenen zo simpel en begrijpelijk mogelijk houden’, vertelt Leben.
‘Als je bij Doenpensioen een gesprek aanvraagt, gooien wij niet te veel met vaktermen en ben je binnen een uurtje helemaal up to speed. Dan is het aan de werkgever zelf om te bepalen of hij inderdaad pensioen voor zijn werknemers wil regelen. Dat kan dan binnen twee weken geregeld worden (of zelfs met terugwerkende kracht).’
Connected data en AI: zó haal je meer rendement uit je business
In samenwerking met Bright Digital - Betere businessbeslissingen nemen en sneller inspelen op klantbehoeften? Zorg voor de juiste inzichten door je CRM te integreren met de rest van je organisatie. En verdiep je in de groeiende mogelijkheden van AI, zegt commercieel directeur Henry van Olst van Bright Digital. 'AI zorgt momenteel voor een enorme versnelling binnen RevOps.'
Steeds meer bedrijven kiezen voor RevOps (Revenue Operations) om de samenwerking binnen hun commerciële processen te verbeteren en de efficiëntie te verhogen. De manier waarop RevOps wordt ingevuld verschilt in de praktijk, merkt commercieel directeur Henry van Olst van HubSpot-agency Bright Digital.
‘In de basis komt RevOps altijd neer op het planmatig weghalen van bottlenecks over de as van marketing, sales en customer service. Uiteindelijk wil je simpelweg dat zoveel mogelijk deals zo snel mogelijk worden getekend, en dat de klant vervolgens zo tevreden mogelijk is.’
Goed inzicht is cruciaal
Om deze RevOps-doelen te kunnen bereiken, is inzicht nodig. Van Olst: ‘Waar loopt er zand in de motor? En waar moet er misschien net wat meer olie bij, zodat het lekkerder gaat lopen? Als je dat weet, kun je gerichte procesoptimalisaties doorvoeren en gefundeerde keuzes maken. Waar zet je als bedrijf op in en waarop juist niet? Goed inzicht, op basis van kwalitatief hoogwaardige data, is cruciaal om de juiste prioriteiten te kunnen stellen.’
Datakwaliteit
En juist bij die datakwaliteit, dáár gaat het vaak nog mis, ziet Van Olst. ‘Wat is de gemiddelde doorlooptijd van het orderproces? Wat kopen je klanten wel en wat niet? Hoe hangt dit samen met andere klantkenmerken? Deze en tal van andere datapunten vormen de basis voor je analyse, maar die zijn lang niet altijd in elke organisatie goed op orde. Daardoor ontbreekt een goed fundament voor RevOps.’
Primaire systemen
Data worden accurater naarmate je dichter bij ‘het hart’ van de organisatie komt, vervolgt Van Olst. ‘Niet voor niets wordt een CRM-platform als HubSpot, dat van oudsher vaak als apart eiland fungeerde, steeds vaker gekoppeld aan de primaire systemen van een organisatie, zoals het boekhoudpakket, het ERP-systeem of het ordermanagementsysteem. Juist in deze systemen worden data vaak gevalideerd, door een externe accountant bijvoorbeeld. Dat maakt ze extra betrouwbaar.’
Connected CRM
Een ‘connected CRM’ haalt kortom data op uit de gehele operatie. Wat is de daadwerkelijke omzet per klant? Wat zijn de daadwerkelijke omloopsnelheden in de salesfunnel? Welke productgroepen lopen het best en welke juist niet?
Bedrijven die RevOps écht goed willen implementeren, ontkomen volgens Van Olst niet aan zo’n connected CRM-platform. ‘Maar: ook dan is het belangrijk om in al die primaire systemen je data up-to-date te houden. Maak vooral iemand binnen je organisatie verantwoordelijk voor het actueel houden van je data.’
Ontdek hoe HubSpot CRM de basis vormt voor een klantgerichte aanpak. Verhoog de commerciële slagkracht van jouw organisatie en creëer een optimale user experience voor jouw klanten.
Intussen heeft de voortrazende AI-trein ook de wereld van CRM bereikt. Recent introduceerden leveranciers als Salesforce, Microsoft en HubSpot gerichte AI-toepassingen om het hele proces van datagedreven CRM verder te verfijnen.
Zo presenteerde HubSpot onlangs zijn AI-engine Breeze, die commerciële teams helpt om hun productiviteit te verhogen en werkprocessen te vereenvoudigen. Parallel daaraan kan data intelligence-oplossing Breeze Intelligence data verrijken en koopintenties analyseren, zodat bedrijven gerichter prospects kunnen identificeren en conversies kunnen verbeteren.
Laaghangend fruit
De ontwikkelingen gaan momenteel – zoals het cliché luidt – écht razendsnel, schetst Van Olst. ‘De basis van RevOps is en blijft dat je je tijd en geld zo slim mogelijk inzet, op basis van datagedreven inzichten, voor een zo hoog mogelijk rendement. Daar verandert uiteraard niets aan.’
Maar: AI zorgt momenteel voor een enorme versnelling van dit proces, door voortdurend te identificeren waar het ‘laaghangend fruit’ zich bevindt. Welke potentiële deals zou je met minimale effort kunnen verzilveren? Welke kansrijke contacten heb je al een tijdje niet meer gesproken? Welke customer support-tickets dien je snel op te lossen voor een hogere klanttevredenheid?
‘Een platform als Breeze komt voortdurend met tal van aanbevelingen, die je meteen kunt doorvoeren voor een zo groot mogelijke commerciële winst’, aldus Van Olst.
AI-agents
Bij het vervolgens doorvoeren van dit soort optimalisaties worden volgens Van Olst steeds vaker zogenoemde AI-agents ingezet. Deze virtuele, door AI aangedreven ‘teamleden’ ondersteunen commerciële teams door razendsnel specifieke taken uit te voeren; van het analyseren van social media en het uitvoeren van leadonderzoek, tot het 24/7 versturen van geautomatiseerde reacties op supportverzoeken en het produceren van content in de tone of voice van de klant.
CRM en marketing automation gaan daarmee echt een nieuwe fase in, denkt Van Olst. ‘Veel handmatig werk is in de afgelopen tien jaar al geautomatiseerd, en AI zal die ontwikkeling verder versnellen. Jezelf als commercieel directeur verdiepen in dit soort ontwikkelingen is denk ik cruciaal als je niet achterop wil raken. Op dit moment zijn er nog maar weinig bedrijven die AI écht geïntegreerd hebben in hun commerciële processen, dus daar liggen nog tal van kansen om jezelf te onderscheiden. Laat je vooral goed adviseren op dit vlak.’
‘Tegelijkertijd is het belangrijk om de basis van het werk niet uit het oog te verliezen. Het optimaliseren van je commercieel proces begint met het op orde houden van je core-data. Je kunt wel allerlei torenhoge ambities rondom AI formuleren, als je CRM- of marketingplatform nog altijd niet gekoppeld is aan je andere basissystemen, loop je feitelijk nu al achter. Dat is dus een goed startpunt voor iedereen die écht optimaal rendement uit zijn business wil halen.’
Duurzaamheid dringt langzaam door tot de boardroom: ‘We gaan richting een tipping point’
Duurzaamheid wordt volwassen binnen het bedrijfsleven, met nieuwe wetgeving als belangrijke aanjager. Hoe ziet dat coming-of-age-proces eruit? 'Vergelijk deze periode met de puberteit.'
Vlnr: Carola Wijdoogen (Stichting Sustainability University), Ankie van Wersch (MVO Nederland), Eleonoor Hintzen (Rebel Group) en André Nijhof (Nyenrode).
Toen Carola Wijdoogen in 2010 als chief sustainability officer bij de NS begon, werd ze met argwaan bekeken. Duurzaamheid? Dat was een niche, een hype die wel weer overging. Hoe anders is dat nu, zegt ze. ‘Inmiddels wordt duurzaamheid als cruciaal gezien voor het succes van organisaties.’
Bijna tien jaar vervulde ze de rol. Een periode waarin de NS naast een financiële ook een maatschappelijke winst- en verliesrekening opnam in het jaarverslag en voor de aandrijving van de treinen volledig overstapte op windstroom. Onvergetelijk is het filmpje waarin de toenmalige president-directeur, Roger van Boxtel, die mijlpaal aankondigde – door zich te laten vastbinden aan een molenwiek.
De ervaring die Wijdoogen in die periode opdeed, deelt ze nu via Stichting Sustainability University, een kennis- en netwerkplatform voor en door duurzaamheidsprofessionals, waarvan ze medeoprichter is. Ze schreef ook meerdere boeken over het onderwerp, waaronder 7 Rollen voor duurzaam succes (2022) en Duurzaamheid is kleur bekennen (2024).
De Sustainability University doet onder andere onderzoek naar de status van het vak in het Nederlandse bedrijfsleven. Dat heeft meer gewicht gekregen, blijkt uit de meest recente peiling (september 2023). Ruim 40 procent van de respondenten geeft aan op weg te zijn naar volledige integratie in de bedrijfsvoering, tegen nog geen 30 procent een jaar eerder. Een kleine 10 procent is al op dat punt.
Cso met impact?
Van de top 25 beursgenoteerde Nederlandse bedrijven (waaronder ASML, Heineken, Philips) heeft 88 procent een hoge leidinggevende duurzaamheidsfunctie, zoals een chief sustainability officer (cso) of head of sustainability. Dat blijkt uit onderzoek van Strategy& (PwC) van januari 2024. In 48 procent van de gevallen betreft het een C-level cso, 52 procent zit één of meerdere lagen onder het topmanagement, in het onderzoek aangeduid als een ‘cso light’.
Governance-model
PwC vond geen relatie tussen de positie van de cso en de duurzame ambities van het bedrijf. ‘Het algemene bewustzijn is hoog’, zegt Stuti Sethi, sustainability specialist bij Strategy&. ‘70 procent van de top 25 AEX-bedrijven heeft zich gecommitteerd aan de
Science Based Targets (SBTi’s), de op de wetenschap gebaseerde klimaatdoelen.’ Toch maakt het verschil of een duurzaamheidsmanager wel of geen plaats in de board heeft. ‘Dat zit vooral in het governance-model’, zegt Sethi. ‘Bij de helft van de onderzochte bedrijven heeft de Raad van Commissarissen een ESG-commissie. Splitsen we dat verder uit, dan zien we dat dit bij een bedrijf met een C-level cso 70 procent is en bij een bedrijf met een cso light slechts 40 procent.’
Jonge rol
De resultaten laten ook zien hoe jong de rol nog is. Driekwart van de cso’s is de afgelopen drie jaar in die leiderschapsrol benoemd. De taken en verantwoordelijkheden die daarbij horen, krijgen volgens Sethi nog steeds vorm. ‘Ik zie veel variatie bij bedrijven onderling. Soms is het vooral een rapportagefunctie, waar de cso bij andere bedrijven verantwoordelijk is voor het begeleiden van de duurzame transformatie en het centrale aanspreekpunt is op dat vlak.’
Daarbij rapporteert het merendeel direct aan de ceo (40 procent) of één managementlaag daaronder (44 procent). Wijdoogen: ‘Van bijzaak is duurzaamheid een hoofdzaak geworden.’
Nieuwe economie
Sustainability is op weg naar de boardroom, ziet ook Ankie van Wersch, directeur-bestuurder bij MVO Nederland. Sinds 2020 brengt het duurzame bedrijvennetwerk jaarlijks in kaart in hoeverre zakelijk Nederland onderneemt volgens de standaard van de Nieuwe Economie Index (NEx). Daarin zijn thema’s als inclusief ondernemerschap en circulariteit opgenomen. Volgens deze index was 17,5 procent van onze economie begin 2024 duurzaam, tegen 12,1 procent vier jaar eerder.
‘In het begin zat de groei er goed in, sinds twee jaar is de curve aan het afvlakken’, zegt Van Wersch. ‘We gaan richting een tipping point, de definitieve overgang naar volwassenheid. Vergelijk deze periode met de puberteit. Met alle groeipijnen die erbij horen.’
Iedereen dezelfde taal
Een belangrijke aanjager in dit coming-of-age-proces is de inwerkingtreding van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) begin 2024. Deze wet verplicht een groeiend aantal ondernemingen te rapporteren over zaken als de CO2-uitstoot, de schade die ze aan de natuur veroorzaken en mogelijke mensenrechtenschendingen in de keten.
Die data zijn gestandaardiseerd, waardoor benchmarken veel makkelijker wordt. Hoe verhoudt een organisatie zich tot zijn peers in de sector? Van Wersch: ‘Iedereen gaat dezelfde taal spreken.’
André Nijhof, hoogleraar Duurzaam Ondernemen en Stewardship aan Nyenrode Business Universiteit, spreekt van een doorbraak. ‘Van een tijdperk van meningen gaan we naar een tijdperk met data over duurzaamheid’, zegt hij. ‘Dat is cruciaal als we afspraken willen maken over de vereisten waaraan bedrijven moeten voldoen, om de doelstellingen van het Parijsakkoord te halen.’
Ook zakelijk Nederland ziet kansen, blijkt uit onderzoek van MVO Nederland in samenwerking met MT/Sprout en Change Inc. Zo’n 60 procent verwacht meer inzicht in de duurzaamheidsvoortgang te krijgen, ongeveer een derde denkt aan de hand van de CSRD-rapportages de producten, diensten of bedrijfsprocessen te kunnen verbeteren. Ruim 30 procent voorziet dankzij de toegenomen transparantie zijn concurrentiepositie te versterken.
‘Klanten vinden het een hygiënefactor’, zegt Nijhof. ‘De bouw- en infrasector zijn hier bijvoorbeeld al langer mee bezig door bij offertes de totale milieubelasting mee te nemen (in de milieukostenindicator, red.). Partijen als Rijkswaterstaat baseren daar hun aanbestedingen op.’
Geen afvinklijstje
Toch zijn er ook zorgen. Eleonoor Hintzen is senior consultant bij Rebel Group en ondersteunt organisaties bij de implementatie van de CSRD-regelgeving. ‘Voor bedrijven is het een enorme extra kostenpost’, ziet ze. ‘Een pre-audit alleen kost soms al 84.000 euro. Dat zijn bedragen waar je een beetje misselijk van wordt. En dat geld kan maar één keer worden uitgegeven. Wat naar accountantscontroles gaat, kan bijvoorbeeld niet naar efficiëntere of energiezuinigere apparatuur.’
Bedrijven vrezen die hoge kosten zelf ook. Naast de financiële druk (48 procent) worstelt ongeveer de helft (51 procent) met een gebrek aan kennis en expertise. En bijna driekwart (73 procent) maakt zich zorgen over de administratieve lasten.
Kenners vrezen daarnaast dat het middel afleidt van het doel. De CSRD moet geen afvinklijstje worden, stellen ze. Hoewel het ‘slechts’ een rapportageplicht betreft – bedrijven worden door de overheid niet afgerekend op hun resultaten, die wetgeving is nog in de maak – zien ze dat organisaties nu al voorzichtiger worden.
‘Terwijl het juist zo belangrijk is om het ambitieniveau hoog te houden’, zegt Carola Wijdoogen. ‘Toen ik bij NS startte, hebben we de ambitie uitgesproken om de treinen voor 100 procent op groene stroom te laten rijden. Met zo’n doel moet er ruimte zijn voor kwetsbaarheid, voor datgene wat je nog niet weet. De definitie van ‘groen’ was toen heel anders dan nu, bijstook van biomassa in kolencentrales viel er bijvoorbeeld nog onder. In overleg met milieuorganisaties hebben we besloten om die bron uit te sluiten. Dan loop je vooruit op de muziek. Ik vraag me af: durven bedrijven dat straks nog wel? Want we hebben die moonshots wel nodig.’
Strategische kans, geen moetje
Blijf duurzaamheid zien als kans en niet als ‘moetje’, benadrukt ze. Daar kan de CSRD bij helpen. Bedrijven rapporteren aan de hand van een zogenoemde dubbele materialiteitsbeoordeling, die twee perspectieven combineert. De inside-out-visie, ofwel de impact van een bedrijf op de omgeving, en de outside-in-visie, ofwel de invloed die duurzaamheidskwesties op de organisatie hebben.
De wet dwingt ondernemingen kortom om breder en op strategisch perspectief over ESG-thema’s na te denken, zegt Eleonoor Hintzen (Rebel Group). ‘Bedrijven zijn tot nu toe gewend vooral te kijken vanuit hun impact op de maatschappij. De CSRD helpt om ook vanuit risico’s en kansen van sustainability te redeneren. Dat is een mooie toevoeging.’
Klinkt abstract? Als voorbeeld noemt Hintzen een klant in de voedingsmiddelenindustrie. ‘Dat bedrijf had fabrieken die op gas draaiden en kocht de CO2-uitstoot af. De duurzaamheidsmanager benadrukte al jaren dat er in plaats daarvan in verduurzaming geïnvesteerd moest worden, maar hij kreeg weinig gehoor. Tot het bestuur met de gevolgen werd geconfronteerd’, vertelt ze.
‘Het bedrijf produceerde namelijk in een regio waar bepaalde industrieën versneld van het gas af moesten, zonder dat er reserves waren opgebouwd om de daarvoor benodigde investeringen te doen. Iets soortgelijks zie ik in de toekomst bijvoorbeeld ook gebeuren rondom water. Wat zal er gaan gebeuren met het gebruik van water in droogtegebieden? Bedrijven moeten nu al rekening houden met stijgende kosten en de kans op ‘watercongestie’, en daarop voorsorteren. Zodat ze er straks niet door worden overvallen.’
Positie overbodig maken
Duurzaamheid moet volgens Hintzen een ‘filter’ worden over alles wat een onderneming doet. Dat beaamt Wijdoogen. Bij haar aantreden bij NS was haar streven simpel: haar positie overbodig maken, door duurzaamheid op elke afdeling en in elke laag van het bedrijf te integreren. ‘Dat is grotendeels gelukt’, zegt ze. ‘Hoewel de cso als waarborger van de langetermijndoelen nodig blijft.’
Zo’n transformatie kun je volgens Wijdoogen niet alleen realiseren door van bovenaf dingen op te leggen. ‘De innovatiekracht en het vakmanschap van je medewerkers zijn cruciaal. Zo hebben de machinisten een methode ontwikkeld om tijdens het rijden minder elektriciteit te verbruiken.’
Voor zo’n transitie is het essentieel dat de duurzaamheidsmanager voldoende mandaat heeft en op de juiste plek zit. Waar dat is, verschilt per organisatie, zegt Wijdoogen. ‘Grosso modo zou ik zeggen: in het financiële team, bij de cfo. Voor mij was dat enorm belangrijk. Zo kon ik duurzaamheid borgen bij elke gedane investering. Ik zie de cso en cfo ook steeds vaker optrekken om de duurzaamheidsimpact van investeringen uit te leggen aan aandeelhouders. Dan positioneer je sustainability als business.’
Waarom non-bancair geen ‘alternatieve’ financiering meer is
In samenwerking met Bufr: Zakelijk vastgoed financieren met aandacht - Wel of niet aflossen op je bedrijfspand? Of tóch die ene extra medewerker aannemen? Voor de gemiddelde mkb’er zijn dit terugkerende vraagstukken. Steeds vaker valt de keuze op non-bancaire financiering om door te groeien. ‘We willen ondernemers helpen vooruit te kijken en slimme keuzes te maken. Dat is waar het uiteindelijk om draait: samen zoeken naar de ja’, stelt Diederik Jongema, operationeel directeur van Bufr.
Diederik Jongema is operationeel directeur van Bufr, dat ondernemers en investeerders samenbrengt in financieringen voor zakelijk vastgoed.
Het aandeel non-bancaire financieringen in Nederland blijft gestaag groeien. Uit recent onderzoek van Stichting MKB Financiering blijkt dat in 2023 zo’n 36 procent van de financieringen tot 1 miljoen euro buiten de traditionele banken om werd geregeld. In 2022 was dat percentage nog 29 procent. Alles goed voor zo’n 5,1 miljard euro aan financieringen in het afgelopen jaar.
De belangrijkste oorzaak van deze groei? ‘Banken hebben het moeilijk met alle regelgeving en vinden het lastig winstgevend te zijn op kleine financieringen’, legt Jongema van Bufr uit. ‘Het beeld dat alternatieve financiering duur of ondoorzichtig is, klopt niet meer. De rentes zijn marktconform en veel voorwaarden zijn gunstiger dan bij banken. Non-bancaire financiering is vaak niet alleen toegankelijker, maar ook beter afgestemd op de behoeften van de ondernemer.’
Geen ‘alternatieve’ financiering meer
In Nederland wint non-bancaire financiering dus langzaam terrein, maar de vergelijking met de Verenigde Staten laat zien dat er nog veel meer ruimte is voor groei. ‘In Amerika wordt non-bancaire financiering al niet meer als alternatief gezien, maar als één van de primaire opties’, zegt Jongema. ‘Die ontwikkeling komt ook hierheen. Het label ‘alternatief’ mag er wat mij betreft af, want dit is de toekomst van financiering.’
‘Te vaak laten ondernemers zich ontmoedigen door een ‘nee’ van de bank’, merkt Jongema op. ‘Een afwijzing betekent niet dat je een slecht plan hebt. Het kan ook liggen aan sectorbeperkingen of andere factoren waar je als ondernemer helemaal niks aan kunt doen.’
Financiering als groeiversneller
Jongema ziet financiering niet als een last, maar als een krachtig middel om groei te stimuleren. ‘Ik kom uit de private equity- en venture capital-wereld’, legt hij uit. ‘Daar wordt financiering gezien als een essentieel instrument om bedrijven te laten groeien. Voor ondernemers geldt hetzelfde: geld lenen is niet ‘vies’, zolang het een gezond doel dient. Ik geloof sterk dat een ondernemer altijd meer rendement moet halen uit het geleende geld dan de rente die hij of zij betaalt.’
Hij moedigt ondernemers aan om kritisch naar de financieringsstructuur van hun vastgoed te kijken. ‘Veel mkb’ers lossen bijvoorbeeld af op hun pand, zonder na te denken over alternatieven. Stel dat je 100.000 euro per jaar aflost, terwijl je dat geld kunt inzetten om een extra medewerker aan te nemen. Misschien genereert die medewerker wel meer winst dan de aflossing kost. Dan creëer je verdiencapaciteit in je organisatie.’
‘Aflossen omdat het kan, niet omdat het moet’
Toch snapt Jongema de crux bij ondernemers. ‘Het begint bij het in kaart brengen van je financieringslasten. Wat is je pand waard, en wat kost het je? Meer dan alleen rente, ook de aflossingen. Als je bijvoorbeeld in twintig jaar aflost, stop je jaarlijks zo’n 5 procent van de waarde in aflossing. Maar dat geld kun je misschien beter inzetten in je bedrijf. Hij benadrukt: ‘Het gaat erom dat je aflost omdat het kan, niet omdat het moet.’
Vooruitkijken is volgens Jongema essentieel. ‘Wat wil je komend jaar bereiken en hoe kan vastgoed daarbij helpen? Door op tijd plannen te maken, kun je rustig nadenken over je opties. Kom je echter in het nauw, dan loop je het risico terecht te komen bij partijen met woekerrentes van 20 of 30 procent, puur omdat je geen uitweg meer ziet. Dat gebeurt vaak als je inzet op groei, maar de resultaten tegenvallen en je liquiditeitsplanning niet uitkomt. Door vooruit te kijken, voorkom je dat je in de hoek van de kamer belandt.’
Samen op zoek naar de ‘ja’
Bufr brengt ondernemers, vastgoedbeleggers en vastgoedontwikkelaars samen met investeerders in financieringen voor zakelijk vastgoed, zónder tussenkomst van een bank. ‘We beginnen altijd met een brede blik’, legt Jongema uit. ‘We hebben toegang tot diverse financieringskanalen, zoals peer-to-peer lending, family offices, institutionele fondsen én onze eigen middelen. Voor elke ondernemer zoeken we de oplossing die het beste past bij zijn of haar situatie.’
Maar soms is de oplossing er simpelweg niet meteen. ‘Het liefst help ik iemand aan een financiering, maar ik vind het net zo belangrijk om de ondernemer eerlijk mee te nemen in het proces. Waarom niet? Wat kan wél? Wat past binnen de kaders? Soms is het beter om even te wachten, bijvoorbeeld tot de nieuwe jaarrekening klaar is. Dat kan betere voorwaarden opleveren. We willen ondernemers helpen om vooruit te kijken en slimme keuzes te maken. Dat is waar het uiteindelijk om draait: samen zoeken naar de ja.’
De vraag achter de vraag
Hoewel digitalisering steeds meer grip krijgt op de financiële sector, signaleert Jongema een belangrijke paradox: ondernemers hebben júist behoefte aan persoonlijk contact. ‘Veel dienstverleners gaan volledig online, maar dat werkt niet voor altijd. Bij sommige aanbieders wordt bijna 9 op de 10 van de online aanvragen afgewezen. Dat betekent dat 90 procent van de ondernemers tijd en energie steekt in een proces dat vaak niet eens uitlegt waarom hun aanvraag niet past. Dat frustreert.’
‘Met Bufr willen we niet alleen financiering bieden, maar ook een sparringpartner zijn’, stelt Jongema. ‘Ik vind het belangrijk om ondernemers écht te horen. Toen ik een provinciaal fonds in de markt zette, zag ik hoeveel ondernemers vastliepen: ze konden nergens meer terecht met hun financiële vragen. Het begint met een simpel gesprek en een kop koffie. Dat eerste contact, waarin je luistert naar de vraag achter de vraag, maakt alles daarna tien keer sterker. Dat element van écht luisteren wil ik terugbrengen in dit vakgebied. Als je belt, krijg je iemand aan de lijn die met je meekijkt en oplossingen zoekt.’
‘Ondernemers blijven terugkomen’
Bufr is tweeënhalf jaar geleden gestart als dochteronderneming onder de vlag van de Rotero Groep. Deze groep, al actief sinds de jaren 80, staat bekend om concepten als Huis & Hypotheek en heeft een breed netwerk in de vastgoedmarkt.
‘Bufr is een integraal onderdeel van deze groep, die naast vastgoedconcepten ook expertise heeft in default management voor grootbanken en over een landelijk taxateursnetwerk beschikt. Die samensmelting van vastgoed- en financieringskennis vormt de kern van Bufr.’
Die filosofie werpt inmiddels dan ook haar vruchten af, ziet Jongema. ‘We bouwen elke dag verder. Bijna op een startup-, scaleup-achtige manier, ondanks het feit dat we al meer dan dertig jaar ervaring hebben in het speelveld van vastgoedfinancieringen. Ondernemers die bij ons een financiering hebben afgesloten, blijven terugkomen. Hetzelfde geldt voor investeerders. Onze beste reclame is mond-tot-mondreclame, en dat krijg je alleen als mensen het gevoel hebben dat ze er beter van worden.’
Meer weten? Benieuwd wat Bufr voor jou kan betekenen? Neem dan direct contact op via telefoonnummer 0513 – 644466 of download hier de whitepaper.
Zo wordt de kerstborrel op kantoor geen nachtmerrie: 7 tips
Medewerkers die dronken op de bar dansen, een getrouwde collega versieren, ruzie maken met een leidinggevende, rare berichtjes op sociale media plaatsen of onderweg naar huis van hun fiets vallen. De laatste bedrijfsborrel van het jaar is vaak de gezelligste, maar kan ook vreselijk uit de hand lopen.
De bijzondere sfeer rond de feestdagen, de drank die rijkelijk vloeit, de vrije dagen in het vooruitzicht, de terugblik op het afgelopen jaar: allemaal ingrediënten die de kerstborrel heel anders kunnen doen verlopen dan je voor ogen had. Vooral omdat mensen op een werkgerelateerde borrel sneller dronken worden dan in gezelschap van vrienden of familie.
Incidenten kunnen achteraf grappige anekdotes worden, maar op het moment zelf valt er meestal weinig te lachen. Ernstig wordt het zelfs als werknemers na afloop van een bedrijfsfeestje aangeschoten achter het stuur kruipen. Juridisch valt de werkgever misschien niets te verwijten, maar die heeft wel degelijk een sociale en morele verantwoordelijkheid.
Drank op bedrijfsborrels verbieden gaat de meesten te ver en komt de sfeer ook niet ten goede. Maar wie slim is, houdt het feestje wel in de hand. Zeven tips voor een borrel waar je ook de volgende dag nog met een goed gevoel op terugkijkt.
#1 Geen drank op de werkvloer
Het lijkt goedkoop en makkelijk om de borrel in de eigen kantine te houden, maar dat is niet altijd handig. Als mensen zelf hun wijn inschenken of biertjes tappen, is maathouden een stuk lastiger. In veel bedrijven hebben medewerkers pasjes waardoor ze te allen tijde het pand in en uit kunnen lopen. Dat maakt het moeilijk om het feestje af te sluiten zonder dat er nog groepjes blijven hangen of door het pand gaan dwalen. Kies dus liever voor een kroeg in de buurt.
#2 Zorg voor inhoud
Geef een (korte!) presentatie over de resultaten van het afgelopen jaar, zet de best presterende medewerkers in het zonnetje, verloot de relatiegeschenken die zijn binnengekomen. Een gezamenlijke activiteit houdt de sfeer leuk en voorkomt dat drinken de voornaamste bezigheid wordt.
#3 Stel een eindtijd
Geef vooraf niet alleen aan wanneer het feest begint maar vooral ook wanneer het eindigt. Hou je aan die eindtijd, ook al is het nog zo gezellig. Geef het personeel van het restaurant of de kroeg door dat er niet meer wordt geschonken, of kies voor een locatie die om een bepaalde tijd dichtgaat. Collega’s die toch door willen feesten, kunnen dat elders op eigen gelegenheid en kosten doen.
#4 Serveer (veel) hapjes
Alcohol komt op een lege maag veel harder aan. Zelfs één glas kan dan al te veel zijn om nog te gaan rijden. Zorg dus dat er voldoende te eten is en hou het niet bij een schaaltje pinda’s. Het kan ook een idee zijn om aan het begin van de avond kort te borrelen en daarna met elkaar aan tafel te gaan. Wie met de auto is, kan dan vooraf één drankje meedoen, en tijdens het diner water drinken zonder zich een ‘spelbreker’ te voelen.
#5 Consumptiebonnen
Beetje kinderachtig misschien, maar wel effectief. Een andere mogelijkheid is om alcoholvrije drankjes onbeperkt te laten ronddelen en consumpties mét alcohol bij de bar te laten afhalen. Dat stimuleert dat drank en fris worden afgewisseld en doet medewerkers die helemaal geen alcohol drinken minder uit de toon vallen.
#6 Geef het goede voorbeeld
In sommige bedrijfsculturen worden een paar (of te veel) borrels na werktijd heel normaal gevonden. Het is dan ook lastiger om op een feestje grenzen te stellen. Wees duidelijk over waar jouw bedrijf staat. Laat weten dat je dronkenschap bij medewerkers niet professioneel vindt, ook niet op een bedrijfsborrel. Zorg er uiteraard voor dat je zelf ook niet te veel drinkt.
#7 Regel vervoer
Als je echt een groot feest wil geven en geen beperking wil stellen aan de hoeveelheid alcohol die wordt genuttigd, regel dan taxibusjes of een overnachting. Dit voorkomt uiteraard alleen dat medewerkers dronken achter het stuur kruipen. Ander ongewenst gedrag hou je er niet mee tegen.
Om onze site goed te laten functioneren, te verbeteren en u de beste ervaring te geven, gebruiken we cookies! Surfen op deze site = akkoord met cookies. OkLees verder
Privacy- & Cookiebeleid
Privacy Overview
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.