Wat is de essentie van het boek?
‘Tijdens mijn werk als organisatieadviseur viel het me op dat bij veel mensen het talent niet uit de verf komt. Zowel zakelijk als privé. Daarom heb ik dit inspiratieboek geschreven. De bedoeling is dat iedereen na het lezen ervan een ondernemender houding aanneemt en meer initiatief toont. Om je eigen passies achterna te gaan, je talenten te ontwikkelen en ook om anderen hierin te stimuleren. Want iedereen heeft talent. Als elke individu zelf de verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen talentontwikkeling, leidt dat tot meer energie en een gelukkiger leven.’
Wat doen we nu fout in het bedrijfsleven?
‘Bedrijven zijn al lange tijd erg gefocust geweest op winst. Deze focus begint langzaam maar zeker te verschuiven naar van impact creëren. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en het milieu worden steeds belangrijker. Bedrijven zien in dat ze de organisatie anders moeten indelen, zodat mensen bij hen wíllen werken. Daar hoort een informelere sfeer bij en een platgeslagen organisatiestructuur. Managers moeten begrijpen dat elke werknemer anders is. Hetzelfde werkpakket voor iedereen werkt niet meer.’
Wat moeten managers doen om talentontwikkeling bij werknemers te stimuleren?
‘Je moet als manager goed kijken naar het individu, naar de kennis die ze in huis brengen. Waar zijn ze goed en minder goed in? En vooral: waar worden ze warm en koud van? Dat laatste duidt op passie, dat is vaak gelinkt aan talent. Daar moet je als manager scherp op zijn, want dat wil je naar boven halen. Faciliteer wat de medewerker graag wil en waar hij goed in is. Bijvoorbeeld: een werknemer bij een groot bedrijf werkt op de administratieve afdeling. Maar hij vindt public relations ontzettend leuk en wil eigenlijk overgeplaatst worden naar die afdeling. Als manager moet je kijken of je dit kunt faciliteren. Blijkt dat je geen plek heb op de pr-afdeling, dan moet je als manager niet raar opkijken dat je medewerker om zich heen gaat kijken. Sterker nog, dat moet je aanmoedigen! Je wil geen medewerkers hebben die liever iets anders doen.’
Waar moet de verandering plaatsvinden?
‘Er zijn veel talentonwikkelingprogramma’s en bij grote bedrijven zijn er hele afdelingen die zich hierop richten. Ik denk echter dat dat niet werkt, omdat iedereen het zou moeten doen. Uit onderzoek van Gallup (2013) bleek dat maar 9 procent van de Nederlandse werknemers zich betrokken voelt bij hun werk. Dat is schandalig weinig! Medewekers moeten de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen, dat zorgt voor binding met de werkgever. Het is dus cruciaal dat iedereen zich hierop toelegt. De verandering moet van onderaf komen (alle individuen), niet van bovenaf (de overheid).’
Het boek van Joost Spithoven kun je hier bestellen.