Een gebrek aan motivatie. Geen zin meer om nieuwe dingen te leren. Mentaal afgehaakt zijn bij je bedrijf. Het ontbreken van betrokkenheid. Het zijn allemaal tekenen van een medewerker die met ‘mentaal pensioen’ is, een term die TNO-medewerker Jenny Huijs de afgelopen jaren onderzocht voor haar PhD. ‘Ze zijn wel aan het werk, maar eigenlijk al niet meer mentaal aanwezig.’
En dat is zorgelijk: met de groeiende automatisering is een medewerker die geen nieuwe dingen wil leren, uitermate onhandig. ‘Bovendien is een jongere generatie, die steeds meer te maken krijgt met flexcontracten, gebaat bij ontwikkeling.’
Om maar gelijk een misverstand over de terminologie uit de weg te ruimen: mensen die met mentaal pensioen zijn, zijn niet allemaal oud. ‘Sterker nog: tijdens ons onderzoek kwamen we erachter dat de groep boven de 50 jaar ongeveer net zo groot is als onder de 50 jaar.’
Uitval
Het is lastig te voorspellen wat precies een mentaal pensioen veroorzaakt. Een werkgever die door flexcontracten weinig scholingsmogelijkheden aanbiedt. Weinig waardering op de werkvloer. Geen uitdaging in de inhoud van het werk. ‘Het zijn allemaal redenen waarom mensen eigenlijk niet meer zo geïnteresseerd zijn in hun werkzaamheden.’ Wel is duidelijk dat het een geleidelijk proces is. ‘Je tuimelt beetje bij beetje in deze demotivatie.’
Wel is duidelijk dat het voor bedrijven een groot probleem is – medewerkers die met mentaal pensioen zijn, hebben een grotere kans op verzuim en uitvallen. Bovendien is de tijd dat ze uiteindelijk uit de roulatie zijn als ze uitvallen, veel hoger. Huijs volgde voor haar proefschrift zes mensen bij de Nationale Politie, die net langdurig thuis hadden gezeten. ‘Mensen moeten weer het idee krijgen dat hun werk ertoe doet, dat ze gezien worden.’
Uit een eerste grove schatting in het onderzoek van Huijs komt een beeld naar voren van ongeveer tien procent van de medewerkers die al met mentaal pensioen is. Zo’n 25 procent balanceert op het randje. ‘Het is belangrijk dat dáár nu op geanticipeerd wordt.’
Bespreekbaar
Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor het team waarin iemand functioneert. ‘We hebben naar aanleiding van het onderzoek ook een programma opgericht voor bedrijven en hun werknemers om het gesprek aan te gaan. Mensen moeten samen nadenken wat het betekent voor het gehele team, wat de oorzaak hiervan is en hoe je dat als team het best aan kunt pakken.’
De manager zal zich open moeten stellen voor de nodige kritiek – en daarop anticiperen. ‘Door het samen aan te pakken, blijkt nu dat de mate van mentaal pensioen afneemt’, stelt Huijs, die dit tijdens de trainingen aan de hand van vragenlijsten polste. Bovendien is het belangrijk om het onderwerp bespreekbaar te maken. ‘Medewerkers vinden het eng om toe te geven dat ze mentaal afgehaakt zijn. Maar als je het niet bespreekt, verandert er ook niets.’