Zij refereert daarbij aan onderzoek van McKinsey naar de ontwikkeling van de carriere van vrouwen bij bedrijven uit de Fortune 500. Uit dit onderzoek van consultingbureau McKinsey blijkt dat relatief veel vrouwen naarmate hun carriere vordert de overstap maken van lijn- naar staffuncties. Dit terwijl de vooruitzichten om hogerop te komen vanuit de staf veel minder zijn dan vanuit de lijn. Volgens de consultants zou een verklaring hiervoor kunnen zijn dat werk in de lijn veeleisender en vooral minder flexibel is dan werk in de staf. “Goed bedoelende leiders vragen moeders vaak niet om een zware klus te overwegen. En vrouwen weten dat lijnbanen meer druk met zich meebrengen.”
Het gevolg van deze ontwikkeling is algemeen bekend: naarmate je hoger in de bedrijfshierarchie kijkt, wordt de spoeling vrouwen steeds dunner. Dit ondanks het feit dat de ‘pijplijn’ aan de voorkant, onderaan de ladder, vaak goed gevuld is.
‘Doodgementord’
De afgelopen jaren is veel gedaan om het aantal vrouwen hoger in bedrijven en aan de top te vergroten. Maar volgens Ibarra wordt daarbij veel de nadruk gelegd op coaching, begeleiding en netwerken, terwijl uit haar onderzoek blijkt dat vrouwen daar eigenlijk niet zoveel aan hebben. Zo keek ze bij 700 recent afgestudeerde MBA’ers die in 2008 een mentor hadden of ze in 2010 promotie hadden gemaakt.
Wat blijkt: mannen hebben er meer aan dan vrouwen. Van de mannelijke respondenten had 72 procent na 2 jaar promotie gemaakt, tegen 65 procent van de vrouwen. Ibarra concludeert daarom dat vrouwen door hun mentor vooral worden gestimuleerd om over hun carrièreplanning na te denken en zichzelf te profileren, maar dat hun mentor niet echt de rol van supporter op zich nam. Vrouwen worden in de woorden van Ibarra ‘doodgementord’.
Vrouwen profileren zich niet
Overigens kan een mentor vrouwen natuurlijk wel stimuleren om zichzelf meer te profileren. Dat vrouwen de neiging hebben minder snel op de voorgrond te treden dan mannen zou ook een beperking zijn voor hun carrièremogelijkheden. Het is de houding: “als ik geen goede vraag heb, waarom zou ik dan mijn mond opendoen”. Tijdens het World Economic Forum in Davos ervoer Ibarra dit bij zichzelf. Ze besloot tijdens een paneldiscussie met Facebook-topvrouw Sheryl Sandberg, ondanks dat het onderwerp haar op het lijf was geschreven en ondanks aansporingen van haar man, toch geen vraag te stellen.
Maar hier gaat het dus aan het eind van de dag niet om. Veel belangrijker is dat vrouwen de klussen pakken waarmee ze laten zien wat ze kunnen en zo groeien in hun werk en uiteindelijk terecht kunnen komen in de top. Het gaat daarbij om cruciale taken waarbij vrouwen werken aan “de belangrijkste omzetbronnen van de onderneming, strategische markten, of sleutelproducten”. In lijnfuncties dus.
Lees ook:
- Stop met mannen aannemen!
- It’s not yet a woman’s world
- Meedoen met de grote jongens
- It’s not the economy but the women, stupid!