Hoe ziet jouw werk eruit?
‘Heel divers. Ik bezoek wereldwijd inspirerende plekken waar veel gebeurt op innovatievlak en spreek met universiteiten, start-ups en andere bedrijven, overheden en klanten, om te kijken hoe we samen kunnen werken aan innovaties. Ik stuur een centraal innovatieteam aan en help mensen binnen BAM met het verder brengen van hun ideeën. Daar komt ook veel politiek bij kijken. Ik kan collega’s die niet hiërarchisch onder mij vallen geen opdrachten geven. Ze zien me misschien eerder als een ‘lastige stafmedewerker’: de marges zijn al dun, en dan moeten ze ook nog investeren in innovatie. Het is niet altijd zo leuk als het lijkt om innovatiedirecteur te zijn.’
De inhoud is leuk, maar het proces complex?
‘Precies!’
Welke innovaties vind je zelf aansprekend?
‘Het bouwproces moet veel efficiënter, kan ook veel efficiënter. Hoge faalkosten, veel materiaalverspilling: het kost niet alleen geld, maar is ook een groot milieuprobleem. Een van de oplossingen daarvoor is 3D-printen met beton. Dat is nu innovatief, maar over een tijdje is het gewoon.’
Hoeveel gesprekken moet je voeren voordat je een ja krijgt op zo’n project?
‘Minstens tien, denk ik.’
En wanneer wordt je blij van zo’n gesprek?
‘Als ik eigenlijk overbodig wordt. Als mensen zich eigenaar van een project voelen en het verder zelf gaan doen.’
Het draait dus meer om psychologie dan om bouwkunde. Het is vooral overtuigen, lobbyen, beïnvloeden…
‘… En eerlijk zijn. Dat vind ik in alles belangrijk, maar juist ook in dit werk omdat het om grote risico’s gaat. Soms ben je geneigd om iets maar een extra kans te geven omdat er al zoveel moeite in is gestoken. Terwijl je weet dat je er eigenlijk maar beter mee kunt stoppen. Dat is nooit leuk om te horen, maar je moet dat wel vertellen.’
Hoe pak je dat aan, zo’n slechtnieuwsgesprek?
‘Ik bereid me goed voor, zodat ik het objectief kan beargumenteren. En ik vertel meteen waarvoor ik ben gekomen. Dat heb ik moeten leren. Daarvoor heb ik aan veel mensen advies gevraagd, collega’s, vrienden en familie. Laatst zag ik een filmpje van neurowetenschapper Tali Sharot over hoe je mensen kunt helpen veranderen. Dat het belangrijk is om ze te wijzen op kansen, dat je ze meteen moet belonen als iets goed is gegaan en dat je ook moet wijzen op de performance van anderen.’
In mijn ervaring is de theorie rond beïnvloeding soms leuker dan de praktijk. Het is vaak frustrerend hoe moeilijk het is om andere mensen mee te krijgen.
‘Ja, ik kan me ook heel erg druk maken als ik dingen zie gebeuren binnen het bedrijf die beter zouden kunnen. Dan zou ik dat willen kunnen loslaten, maar aan de andere kant denk ik: ik ben nu eenmaal gepassioneerd en dat is ook niet slecht.’
Die betrokkenheid is mooi, maar ook risicovol. Hoe zorg je dat je niet opbrandt?
‘Wat mij helpt, is relativeren. Andere mensen hebben veel grotere problemen. Daarnaast sport ik veel of ik zoek het water op, luister muziek, ik spreek af met vrienden. Ik heb lang een relatie gehad met een topsporter. Als die iets goed kunnen, is het ‘vergeten’. Je moet je nooit lang slecht voelen over een verloren wedstrijd, je kijkt vooruit naar de volgende. Dat probeer ik ook.’
Je opereert in een wereld waarin mannen de boventoon voeren. Wat adviseer je vrouwen in een soortgelijke positie?
‘Je bent in de minderheid, maar dat kun je als verrassingseffect gebruiken. Ik heb extreme situaties meegemaakt. Dat bij een rondetafelgesprek met CEO’s iemand binnenkwam en mij zijn jas wilde geven om ‘m op te hangen. Later dacht hij dat ik de notuliste was. In het begin sta je eigenlijk één-nul achter, maar zodra mensen merken dat je iets te melden hebt, sta je tien-één voor. ‘
Het helpt als mensen niet te veel van je verwachten?
‘Als je een minderheid bent, zijn de verwachtingen vaak lager. Ik moet daarbij denken aan die formule, dat de ervaring van geluk het resultaat is van de realiteit min je verwachtingen. Dat moet je altijd in je achterhoofd houden als vrouw in een mannenomgeving. Maar het betekent wél dat je goed voorbereid moet zijn en je hand moet opsteken. En je moet je niet te druk maken om wat anderen van je verwachten.’
Is werk het belangrijkste in jouw leven?
‘Eerlijk gezegd: nee. Eerst komt gezondheid, dan goede relaties met andere mensen.
Ik heb een wat minder jaar achter de rug. Een belangrijke persoon in mijn leven is overleden, ik twijfel over volgende stappen. Mijn leeftijd speelt mee: ik ben 32, heb veel meegemaakt maar ook nog heel veel voor me, heb het gevoel dat ik veel opties heb en de juiste keuze moet maken. Maar ik heb er vertrouwen in dat er nog veel kansen gaan komen, die ik zeker ga pakken.’
Dit artikel is afkomstig uit het nieuwe nummer van MT Insights met als thema Ego. Meer lezen? Bestel een los nummer of neem een abonnement.