Met een concept rond bedrijfsbezoeken wil OpenCo the next big congres-thing worden, na TED. De twee merken langs de meetlat.
Op 15 mei vindt in Amsterdam de eerste Nederlandse editie plaats van OpenCo, een dag rond innovatieve bedrijven. Het is een congres dat geen congres is, want in plaats van in een willekeurig zaaltje of Het Concertgebouw speelt OpenCo zich af op de werkvloer van zo'n 50 verschillende organisaties. Het concept achter OpenCo werd bedacht door de Amerikaan John Battelle, die in 2012 een eerste editie organiseerde in San Francisco. Inmiddels hebben verschillende Amerikaanse steden een eigen OpenCo, Amsterdam heeft de primeur voor het Europese vasteland. 'De oprichters van OpenCo zien dit als the next big thing na TED', vertelt Andrea Bosboom, die samen met Pepijn Palmans initiatiefneemster is van de Nederlandse editie. Hoog tijd voor een vergelijkend warenonderzoek. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen de twee merken?
1. De toegankelijkheid: duur versus gratis
Voor toegang tot TED moet je duizenden dollars betalen, terwijl de vele spin-offs zoals TEDx Amsterdam schaarste proberen te creëren (of op zijn minst doen alsof) door mensen alleen op uitnodiging toe te laten. OpenCo staat daar lijnrecht tegenover en is bewust een gratis conferentie. Bedrijven met een interessant verhaal kunnen zich vrijblijvend aanmelden, bezoekers hoeven in principe geen toegang te betalen om bij de organisaties die zij interessant vinden langs te gaan. Volgens Andrea Bosboom is de toegang mede gratis omdat geen dure locatie hoeft te worden gehuurd. De dag vindt plaats bij de verschillende bedrijven zelf, de organisatie achter OpenCo doet alleen een investering in promotie van het evenement, de borrel en andere randzaken.
2. De thema's: tech en entertainment versus innovatie
TED staat sinds 1984 voor Technologie, Entertainment en Design, OpenCo heeft 'innovatie' als centraal thema. Een breed begrip, dat volgens Bosboom ook breed kan worden geïnterpreteerd. 'Het draait niet alleen om verhalen van de laatste start-ups, of om de nieuwste technologie. Ook een nieuw product of een vernieuwd businessmodel past bij OpenCo. De bakker op de hoek heeft er in principe niets te zoeken, tenzij hij iets op een bijzondere en innovatieve manier doet.' OpenCo doet een selectie aan de poort en bepaalt vooraf of een bedrijf dat zich aanmeldt geschikt is, maar ziet het wel als samenwerkingen. Bosboom geeft Google als voorbeeld: 'Het bedrijf presenteerde vorig jaar tijdens OpenCo de Google Glass. Daarna is de organisatie in San Francisco met Google in gesprek gegaan, om te vragen wat ze dit jaar gaan doen. Samen zijn ze nu een aantal ideeën aan het uitwerken. We willen een goed niveau van innovatie kunnen laten zien, dus niet elk jaar hetzelfde.'
3. De presentaties: personen versus bedrijven
Een TED-talk duurt maximaal 18 minuten en draait om een idee, een wereldvisie. Tijdens OpenCo draait het niet om personen, maar om bedrijven. Zij krijgen de kans om bezoekers te vertellen over hun innovatieve projecten. Volgens Bosboom moet het geen platte product-push zijn, maar is het onvermijdelijk (en logisch) dat een rondleiding over het bedrijf zelf gaat. Ze denkt dat bedrijfsbezoeken meer impact hebben en leerzamer zijn dan eenrichtingspresentaties, omdat interactie mogelijk is en powerpoints achterwege blijven. 'Je krijgt een levendige voorstelling van wat een bedrijf doet, het wordt een ervaring. Daardoor komt een verhaal sterker over en maakt het meer indruk dan als je gewoon in bijvoorbeeld de RAI bent als toeschouwer.' Enkele bedrijven die op 15 mei meedoen aan OpenCo Amsterdam zijn Twitter, Uber, VanMoof en Peerby. Bosboom en haar compagnon Palmans benaderden in eerste instantie zo'n 30 bedrijven die ze graag als mogelijke gastheer wilden hebben, inmiddels kijken ze ook naar andere organisaties en uiteindelijk hopen ze dat partijen zich ook zelf gaan aanmelden.
4. Het licentiemodel: licenties versus franchise
Het merk TED is de laatste jaren flink verwaterd, zo schreef MT-redacteur Peter van Lonkhuyzen vorig jaar al. Iedereen die wil, kan een licentie-evenement organiseren. Het resultaat? TEDxScheveningen bijvoorbeeld. OpenCo hoopt op een soortgelijke manier uit te breiden de komende jaren, met wat Bosboom een franchisemodel noemt. In de meeste Amerikaanse steden doet NewCo, het bedrijf dat alle OpenCo's aanstuurt, de organisatie zelf, daarbuiten kunnen anderen het model overnemen, als affiliate partner. Dit jaar vindt het evenement in acht steden plaats, volgend jaar is twintig steden het doel en in 2016 moeten er minstens veertig OpenCo's plaatsvinden over de hele wereld. TED maakt mensen bekender (of probeert/probeerde dat in ieder geval), OpenCo wordt juist al vanaf de beginfase gesteund door bekende ondernemers en innovators. In de adviesraad van NewCo zitten grote namen als Twitter-ceo Dick Costolo en Huffington Post-oprichtster Ariana Huffington.
5. De groeimethode: video versus sponsoring
De omzet van (non-profit organisatie) TED lag in 2012 op 45,1 miljoen dollar, waarvan 27,8 miljoen dollar via de conferenties zelf werd binnengehaald. Zover is OpenCo nog lang niet, NewCo is volgens Bosboom nog op zoek naar de juiste manier om het concept op te schalen, buiten het eerder genoemde licentiemodel. TED heeft enorm geprofiteerd van de online publicatie van presentaties (een gemiddelde TED-talk wordt miljoenen keer bekeken op YouTube, wat prima reclame is), maar een bezoek aan een bedrijf is lastig over te brengen op video, vertelt Bosboom. Toch denkt OpenCo na over videovormen, zegt ze. De organisatie krijgt momenteel geld van de Amsterdam Economic Board en via sponsoring, daarnaast geeft het bezoekers die 35 euro betalen voorrang bij populaire bedrijfsbezoeken. Voor de eerste Amsterdamse editie heeft OpenCo 1.000 kaarten beschikbaar, bezoekers kunnen daarmee hun eigen route samenstellen. Bosboom: 'We richten ons voornamelijk op de voorlopers van Nederland, maar het leukste zou zijn als ook een minder voorspelbare doelgroep de deelnemende bedrijven ontdekt.'
Bekijk een impressie van OpenCo 2012:
