Hoe Oranje het er ook vanaf brengt tegen Spanje op 13 juni, de Amsterdam Arena heeft de overwinning al op zak.
Het is lang geleden dat het vertrouwen in het Nederlands elftal voor een wereldkampioenschap voetbal zo laag is geweest. In vergelijking met landen als Spanje, Brazilië, Argentinië en Duitsland lijkt het kwaliteitsverschil op voorhand gewoonweg te groot. Toch heeft Nederland, voordat er een bal is getrapt, al wel de zilvervloot binnengehaald vanuit Brazilië. In deze serie in aanloop naar het WK belichten we namelijk een aantal Nederlandse bedrijven die goede zaken in Zuid-Amerika hebben gedaan. Deze keer: Amsterdam Arena.
Arena versus Dome
Eigenlijk is de Amsterdam Arena helemaal geen arena. Volgens de officiële definitie is het namelijk een dome, een groot stadion met een dak. Een gesloten hal voor bijvoorbeeld ijshockey en basketbal is volgens diezelfde lezing een arena. En hoewel Amsterdome ook best lekker klinkt, werd begin jaren 90 toch voor de naam Amsterdam Arena gekozen. Sindsdien wordt aan veel nieuwe stadions ‘arena’ toegevoegd, denk maar aan Allianz Arena van Bayern München en Arena auf Schalke in Gelsenkirchen. Eigenlijk heeft alleen het Gelredome in Arnhem zich aan de correcte benaming gehouden.
Multifunctionaliteit spreekt aan
Niet alleen qua naamgeving is de Amsterdam Arena een voorloper geweest in het mondiale voetbal. ‘Begin jaren 90 wilden we een stadion bouwen dat zijn eigen broek kon ophouden en niet jaarlijks plat gesubsidieerd werd’, zegt Henk Markerink, ceo van Amsterdam Arena Holding. ‘Zo is het idee van het multifunctionele stadion geboren, waarbij de inkomsten uit verschillende verhuringen komen: voetbal, concerten en congressen. Dat is de reden dat mensen uit de hele wereld vanaf 1993 hier langskwamen, om te kijken naar het nieuwste model stadion.’
Uitbreiden met adviestak
Japan, Korea, Portugal, Duitsland, Rusland, vanuit alle uithoeken van de wereld kwam men naar naar de Arena kijken. ‘Wij hielden dan een presentatie, die we vervolgens uitprintten en vervolgens werd er om nog meer uitleg gevraagd’, zegt Markerink. ‘Langzamerhand werd deze vorm van consultancy een substantieel onderdeel van ons werk en hebben we in 2000 Amsterdam Arena Advisory opgericht, dat inmiddels Amsterdam Arena International heet. Men was natuurlijk wel benieuwd hoe we met ons stadion jaarlijks na afschrijving 1,5 a 2 miljoen euro winst boeken.’
Voet tussen Braziliaanse deur
In 2005 zette de adviestak van de Arena voor het eerst voet aan wal in Brazilië. ‘Wij hadden ook wel door dat een Zuid-Amerikaans land aan de beurt was om het WK toebedeeld te krijgen’, zegt Sander Stiphout, één van de 2 directeuren van Amsterdam Arena International. ‘Brazilië was eigenlijk het enige land dat zich kandidaat stelde, dus wij dachten dat het wel slim zou zijn om kleine consultancyklussen te doen en zo een voet tussen de deur te hebben op het moment dat Brazilië inderdaad het WK kreeg toegewezen. Dat gebeurde in 2007.’
Management- en succesfee
Sinds 2007 heeft de Arena managementcontracten in 3 Braziliaanse stadions binnengesleept, waarvan 2 WK-stadions, te weten in Natal (Arena das Dunas, foto boven) en Salvador (Arena Fonte Nova), waar het Nederlands elftal zijn eerste groepswedstrijd speelt tegen Spanje. Bovendien is de Arena nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van het nieuwe stadion van Grêmio (Arena do Grêmio) in Porto Alegre. ‘Hiervoor waren we al betrokken bij de haalbaarheidsstudie’, zegt Stiphout. ‘We hebben zelf de locatie bepaald en nu zijn we operationeel en facilitair directeur van het stadion. Dit doen we allemaal op basis van een managementsfee en een succesfee, mocht het stadion uiteindelijk geld opleveren. Wij zijn een soort gedelegeerd uitvoerder van de operatie, waarin we onze expertise op het gebied van facilitymanagement, eventmanagement, maar met name commercieel toepassen.’
Betweterige Amsterdammers
Stiphout geeft toe dat lokale partijen aanvankelijk op hun hoede zijn als de Amsterdam Arena komt vertellen hoe het moet. ‘Gaandeweg realiseren ze zich dat het toch wel handig is als wij er bij zijn, omdat wij ze behoeden voor fouten en hun ontwerp beter maken. Wat vaak wordt onderschat is dat wanneer je het gras wilt gebruiken als publieksgebied, zoals voor concerten, dat hier een goede in- en uitstroom bij hoort.’
Geen deuren naar het veld
Markerink (foto links) valt Stiphout bij. ‘Standaard vergeten ze dat. Ze willen ook een concert met 20.000 mensen op het veld, maar dan zie in het ontwerp dat er geen deuren naar het veld zijn en je er helemaal niet in en uit met een kraan of vrachtwagen om het podium op te bouwen. Dus als je in het prille begin mag meedenken over de logistiek en de opzet van het gebouw, dan leg je de basis voor een gezonde organisatie. Je hebt een heel specifiek gebouw nodig wil je daar ook de Rolling Stones laten optreden. Die kennis leg je vast in het prille begin van het project.’
Kathedraal van de 21ste eeuw
In december 2012 ging het stadion van Grêmio open gevolgd door Salvador in april 2012 en Natal op 16 januari 2014. ‘Alle drie stadions van een nieuwe generatie’, zegt Markerink. ‘Wij proberen die dingen tot leven te brengen. Een belangrijke spin-off van een stadion is gebiedsontwikkeling. Wij tekenen een stadion, maar we tekenen meteen de infrastructuur, parkeerplaatsen, kantoren, winkels, hotels, etc. In onze filosofie is een voetbalstadion een kathedraal van de 21ste eeuw. In de middeleeuwen trok een kathedraal ook de hele lokale economie aan; de bakker, slager en smid zaten allemaal rond de kerk en dat zie je bij stadions ook. Stadions zijn hele dure dingen met een beperkt revenuemodel, maar door de spin-off in de omgeving zijn partijen in staat om er een winstgevend geheel van te maken. Rondom de Arena met de boulevard, Pathé, HMH en Ziggo Dome is een entertainmentcentrum ontstaan en dat zie je in Gremio en Salvador ook gebeuren.’
Arena do Brasil
Het verkrijgen van de contracten voor 3 stadions had nogal wat voeten in de aarde. ‘Je hebt heel erg lokale oren en ogen nodig’, zegt Stiphout. ‘Na een paar jaar in Brazilië zijn we tegen een lokale partner aangelopen en met hem hebben we in 2009 Arena do Brasil opgericht. Wanneer je geen lokaal bedrijf start, ondermijn je je eigen positie. Wij vonden het belangrijk om te laten zien dat we ook na het WK blijven.’
Braziliaanse entiteit
Volgens Markerink lag daar ook een formele reden aan ten grondslag. ‘In Salvador en Natal zijn de stadions PPP’s: publiek-private samenwerkingen. Wanneer je daarin wilt participeren, moet je een Braziliaanse entiteit hebben. Brazilië is een gesloten economie en de belastingwetgeving en het arbeidsrecht zijn echt heel ingewikkeld. Arena do Brasil kan pas geld overmaken naar Nederland als de Braziliaanse centrale bank je boeken heeft gecontroleerd. Je bent driekwart jaar bezig om geld van daar naar hier te krijgen.’
Tussen Brazilianen
Volgens Markerink zijn juridische geschillen aan de orde van de dag in Brazilië. ‘De arbeidswetgeving is heel beschermend voor de werknemer, omdat ze een sterk socialistisch verleden hebben. Als een taxichauffeur je elke dag van appartement of hotel naar kantoor brengt, mag die man na een x aantal keer heen en weer rijden een vaste baan bij jou claimen. En dat moet dus afkopen met alle gevolgen van dien. Bij de bouw van stadions komen de spullen uit Europa en die staan dan ergens in de haven in een depot soms maandenlang stil omdat er een formulier ontbreekt. Aan de andere kant vind ik het wel een prettig land in de persoonlijke contacten. Het is een leuke cultuur om te werken. Mensen zijn open en transparant en je bent gauw op een vriendschappelijke voet met elkaar.’ Volgens Stiphout is dat ook noodzaak. ‘Want je koopt nog geen tandenborstel van iemand als je geen vriendjes wordt.’
Concurrentie
Een reden waarom de Arena ook voor het WK in Rusland in 2018 en Qatar in 2022 al verschillende contracten heeft afgesloten, is dat er niet veel bedrijven in de wereld zijn die hetzelfde doen. ‘Stade de France is ermee gestopt en Allianz Arena heeft hier geen business van gemaakt’, zegt Markerink. ‘Het is ook een kwestie van ondernemen. Er zijn wel 100 stadions in de wereld die dit kunnen doen, maar of ze zien er geen brood in of ze hebben de ambitie niet.’
Amerikanen
Natuurlijk zien ze wel vaak dezelfde gezichten. ‘Bijvoorbeeld een partij als de Anschutz Entertaniment Group (AEG)’, zegt Stiphout. ‘Toch hebben zij een ander businessmodel omdat zij grote artiesten onder contract hebben. Om die zoveel mogelijk te laten optreden, hebben ze een belang genomen in indoor arena’s zoals het Staples Centre in LA en de O2 Arena’s in Londen en Berlijn. Zij zijn in Brazilië ook betrokken bij een aantal stadions, maar ze spreken de taal van ons voetbal niet. Amerikanen vliegen dat toch anders aan.’
Witte olifant
Bij de Arena doen ze er alles aan om een zogeheten white elephant te voorkomen, een stadion dat wordt gebouwd voor een evenement en die erna staat weg te roesten, zoals de Birdnest in Beijing. ‘Dat is ook onze raison d’être’, zegt Markerink. ‘Hoe zorgen we ervoor dat de investering geen weggegooid geld is? Dat is een angstsyndroom voor veel partijen en om die reden komen ze ook vaak bij ons uit. Wij proberen bovendien altijd de lokale gemeenschap vooruit te helpen met de komst van het stadion.’
Stewards in de favella's
‘In Natal hebben we stewards geselecteerd in de favella’s’, zegt Stiphout. ‘Zij krijgen een training van ons en in fase 2, na het WK, gaan we kijken wat er in de markt mogelijk is voor deze mensen, waarbij we lokale partijen betrekken en de mensen specifieke trainingen geven voor bepaalde banen zoals receptionist in een hotel. Hun stewardfuncties worden dan ingevuld door nieuwe rekruten, waardoor ons stewardplan een motor is om mensen naar een baan te helpen.’ Volgens Markerink zit dergelijke duurzaamheid in het DNA van de Amsterdam Arena. ‘Wij zeggen altijd: people, planet, profit en legacy. En een white elephant is geen legacy.’
Illustratie door vrijewind