Kruipt Silicon Valley weer uit het diepe dal en keren de dagen dat het gebied de economische turbomotor van de wereld was terug? Verslaggever Peter van Lonkhuyzen reist door het gebied. Aflevering 2: een bezoek aan Sun Microsystems: de celebrity-ceo ging, de weblog-ceo kwam.
11 juni. Als je de Highway 101 afrijdt van San Francisco naar het zuiden kom je een bedrijventerrein tegen ter grootte van de provincie Noord-Brabant. Dat is Silicon Valley. Hier zitten de hoofdkantoren van de grote computerbedrijven zoals Sun Microsystems, HP, Intel en Cisco. Chips en computers, daar begon het allemaal mee.
Van het een kwam het ander. De geldschieters die de hardwarebouwers hadden gefinancierd (vooral venture capitalbanken), verdienden met de opkomst van het computertijdperk enorme bakken met geld. Zij financierden de vele nieuwe startups, bedacht door de talrijke ingenieurs die hier rondliepen. Zo ontstonden software- en internetbedrijven zoals Oracle, Symantec, Yahoo! en Google.
Vandaag ga ik op bezoek bij Sun Microsystems. Een bedrijf groot geworden met de verkoop van krachtige servers. De charismatische topman Scott McNealy was een van de ‘sterren’ van de Valley, die hilarische speeches hield waarin hij zijn pijlen richtte op Microsoft, de gemeenschappelijke vijand van veel bedrijven in Silicon Valley. Niet dat Microsoft nu zo’n directe concurrent van Sun was, het ene bedrijf levert vooral hardware en het andere software. Maar het was nu eenmaal altijd leuk om op Bill Gates af te geven.
In een van de kantoorgebouwen van Sun ontmoet ik Jonathan Schwartz, de nieuwe ceo en opvolger van McNealy. Met Sun is het de afgelopen jaren niet al te best gegaan. Op de aandelenmarkt heeft het bedrijf een beroerde tijd doorgemaakt. Onlangs moest een massa-ontslag van 5.000 werknemers worden aangekondigd. De tijd van de celibrity-ceo’s is voorbij, net als bij concurrent HP (waar Carly Fiorina plaats maakte voor Mark Hurd) moet de nieuwe ceo vooral reorganiseren. “De afgelopen drie jaar hebben we bij Sun een miljard dollar van de operationele kosten bezuinigd,” zegt Schwartz.
Het probleem voor bedrijven als Sun is dat de hardware minder belangrijk wordt. Bedrijven hebben al talloze servers staan, ze investeren nu in slimme software om meer uit de bestaande computerparken te halen. En ze investeren in nieuwe programma’s en toepassingen. Op de frêle schouders van de jonge Schwartz (hij is pas 40 jaar) ligt de taak om Sun te redden. De topman met zijn hippe paardenstaart wekt de indruk rechtstreeks uit de collegebanken te zijn weggelopen.
De strategie die Sun heeft gekozen is verrassend. Niet de hard- maar de software speelt er een hoofdrol in. Het eigen besturingssysteem Solaris is ‘open’ gemaakt, dat wil zeggen dat programmeurs over de hele wereld er veranderingen en verbeteringen in kunnen maken. Sun gebruikt de kracht van de open source-beweging, die een steeds grotere rol speelt in de ict. Zo wil Schwartz de belangstelling voor Solaris aanwakkeren, en ook voor de computers waar het systeem op draait.
De ironie is namelijk dat Microsoft inmiddels wél een concurrent van Sun is. De relatief goedkope servers uitgerust met Microsoft-software rukken op, ten koste van de high-end Sun-computers. Niemand in Silicon Valley is in staat geweest Microsoft tegen te houden. De hoop is nu gevestigd op de open source-beweging. De strategie van Sun lijkt te slagen, want het marktaandeel van Solaris neemt volgens Schwartz weer toe.
Schwartz is geen celebrity-ceo maar een weblog-ceo. Hij trekt geen volle zalen zoals McNealy, maar wel houdt hij regelmatig zijn blog bij waarin hij communiceert met ontwikkelaars over de hele wereld. Ook met zijn uiterlijk sluit hij uitstekend aan bij het open source-wereldje. Om weer een hippe onderneming te worden is Sun begonnen bij de ceo. Nu de rest van het bedrijf nog.
Open source heeft de rol van Silicon Valley veranderd. Waar de softwareschrijvers vroeger dicht bij elkaar zaten, en elkaar tegen kwamen in de coffeeshops van Palo Alto en San José, wordt software nu gemaakt door programmeurs verspreid over de hele wereld die elkaar alleen kennen via internet. Bedrijvenclusters zoals Silicon Valley verliezen daarmee hun belang.
Zal Jonathan Schwartz erin slagen om Sun weer op het pad van groei en winst te brengen? “De vraag naar computerkracht zal altijd blijven groeien,” zegt Schwartz. “I’m not worried.” Hij zegt het keer op keer, als een bezwering. “I’m not worried.”