In de Eerste Wereldoorlog werden veel nieuwe technologieën geïntroduceerd. Welke lessen kunnen managers daar 100 jaar later nog uit trekken?
De Eerste Wereldoorlog staat bekend om zijn tegenstrijdigheden. Enerzijds deden veel nieuwe technologieën hun intrede en werden nieuwe tactieken toegepast. Anderzijds was de legerleiding in verwarring van veel van deze nieuwigheden. Vliegtuigen, prikkeldraad en mitrailleurs: ze veranderden het slagveld voor altijd, maar werden niet altijd direct omarmd. Ander goed voorbeeld: de tank.
Beste soldaten op een paard
De generale staf van de Engelsen bestond in WOI voornamelijk uit cavaleristen. Mannen die meenden dat de cavalerie de oorlog beslist, dat de beste soldaten op een paard zitten en dat dáár de heldenverhalen worden gemaakt. De hele strategische ideologie van de Engelsen was gericht op het forceren van een doorbraak door de infanterie. De cavalerie zou dan via dat gat de Duitsers vanuit de flank oprollen. (Deze grote doorbraak is nooit echt gelukt. Dat is maar goed ook, want de paarden hadden in dat kapotgeschoten terrein alleen maar hun benen gebroken.)
Drassig veldje
De tank werd dan ook niet met gejuich ontvangen. Het ding appelleerde niet aan heroïsche charges op de vijand. Winston Churchill was wel een warm voorstander en kreeg de tank op audiëntie bij Kitchener, de opperbevelhebber van de Engelse Krijgsmacht. De locatie was welbewust uitgekozen door de tegenstanders van de tank: een drassig en modderig veldje. Deze vorm van sabotage werkte. De eerste tank, Little Willy, kwam vast te zitten en maakte een matige indruk.
De Mark I
De militairen die geloofden in de tank hadden gaven echter niet op en ontwikkelden de Mark I. Deze tank mocht zijn nut bewijzen in Frankrijk en werd voor het eerst ingezet bij de Somme in 1916 als ondersteuning van de infanterie. Dat deed de tank door voor de troepen uit te rijden om het prikkeldraad plat te walsen. Er zaten genoeg mannen in de loopgraven die nooit of nauwelijks een auto hadden gezien. Laat staan een tank. Zo’n granaten, kogels en rook spuwend monster maakte dan ook een behoorlijke indruk op de Duitsers. Een aardig aantal raakte in paniek bij het zien van zoveel motorisch geweld en vergat te terug schieten.
Geen pretje
Doordat ze in kleine aantallen en verspreid werden ingezet maakte de tank niet een echt een groot verschil op het slagveld. Bovendien kwam een groot aantal in de modder en de troep vast te zitten en kon daardoor de infanterie niet volgen. Het was overigens ook geen pretje om in een tank te zitten. Ventilatie was er nauwelijks, dus na een paar minuten schieten stond de hele tank blauw, het stonk, het was bloedheet en men zag geen hand voor ogen.
Kinderziektes
In het begin waren er geen radio’s of andere manieren om met de buitenwereld te communiceren. Dus aanwijzingen van soldaten buiten de tank kwamen mondjesmaat door. Ook de landkaarten die de tankbemanningen tot hun beschikking hadden dateerden van voor het oorlogsgeweld en waren dus nutteloos. De tank had wat kinderziektes.
Ruim 450 tanks in Cambrai
Pas in november 1917 werd de tank een kans geboden om op eigen gekozen terrein een aanval te plaatsen. Bij Cambrai deden ruim 450 tanks een gezamenlijke en succesvolle aanval op de linie van de Duitsers. Het was alleen jammer dat men weinig fiducie had in het succes van de aanval, dus ondersteuning van voldoende troepen om het succes uit te buiten en in terreinwinst om te zetten was niet voorhanden.
Mannetjes en vrouwtjes
Uiteindelijk maakten de Engelsen zo’n 6.000 tanks in verschillende versies. De eerste ging niet harder dan 5 km per uur. De laatste maar liefst 13. Er waren ook mannetjes- en vrouwtjesvarianten, mannetjes kregen een kanon en vrouwtjes waren alleen met machinegeweren uitgerust.
Beauty is in the eye of the beholder
Beauty is in the eye of the beholder en dat geldt zeker voor de acceptatie van een nieuwe technologie. Zo wordt er nu een hoop geschreven over machine learning, maar slechts een beperkt aantal bedrijven zal bereid zijn om zonder voorbehoud deze nieuwe technologie een kans te geven. Ten aanzien van de tank zagen de Amerikanen, Fransen en ook de Duitsers direct het nut in van deze machines en begonnen zelf met de ontwikkeling van de tank.
Eigen Leopards
De Engelse militair Liddel Hart erkende direct de kracht van gemechaniseerde eenheden op het slagveld. Een les die de Duitsers maar al te zeer ter harte hebben genomen in de Tweede Wereldoorlog. De tank is niet meer uit het beeld van de hedendaagse krijgsmacht weg te denken. De Nederlandse krijgsmacht is nu ook maar weer al te blij met hun eigen Leopards. Hetzelfde geldt straks ook voor een nieuwe technologie als machine learning. Iedereen maakt straks gebruik van dataminen door een systeem in virtuele databases. Geen afdeling marketing kan straks meer zonder.
Jaap Jan van Mierlo is een zelfstandig adviseur op gebied van management en klantinteractie. Daarnaast is hij geïnteresseerd in militaire geschiedenis en trekt daar lessen uit.