Er ligt nog een champagnekurk op tafel. Madje Vollaers en Pascal Zwart hebben net een grote opdracht binnengehaald en dat moest natuurlijk gevierd worden. Het hoogste gebouw van Rotterdam – het kantoor van Nationale-Nederlanden – zal in de donkere wintermaanden worden opgelicht met hun ontwerp van een sterrenhemel. “In de stad is een sterrenhemel eigenlijk nooit te zien, door het smetlicht”, vertelt Vollaers. “Met Stars construeren we de Melkweg op het Nationale-Nederlanden-gebouw, zodat Rotterdam toch een sterrenhemel krijgt.”
De twee gebruiken hiervoor roadstuds, lampjes die gebruikt worden als wegmarkering, bevestigd met klittenband. Het vereiste technisch onderzoek voerde het ontwerpersduo zelf uit. Vollaers: “We hebben die lampjes op een auto geplakt en zijn toen met 160 kilometer per uur gaan rijden. Ze bleven zitten.” Stars is een goed voorbeeld van de manier waarop city dressers Madje Vollaers en Pascal Zwart – niet alleen zakelijk partners – hun stempel drukken op de publieke ruimte.
Máxima
Eerdere projecten waren de aankleding van de Amsterdamse binnenstad bij het huwelijk van Willem-Alexander en Máxima, paarse kleuraccenten op tientallen Rotterdamse gebouwen ter ere van het Architectuurjaar 2007 en het beplakken van een straat met vijftigduizend fluorescerend roze stippen ter gelegenheid van een kunstfestival.
VollaersZwart vloeit voort uit een interdisciplinair kunstproject dat de twee ondernemers begin jaren negentig bedachten en regisseerden. “Interdisciplinair was toen een vies woord”, vertelt Zwart. “Wij kwamen zelf uit de autonome kunstrichting, maar waren wel bezig om andere disciplines te onderzoeken. We hielden ons bezig met architectuur, mode, grafische vormgeving, visual effects. Dat hele project was eigenlijk de blauwdruk voor ons bureau.”
Contracten
De omvangrijke projecten waaraan VollaersZwart zich waagt, vragen om een strakke financiering. Vooraf betaalt de opdrachtgever tachtig procent van de overeengekomen prijs, na de oplevering volgt het resterende bedrag. “Door schade en schande word je wijs. We zijn in het verleden weleens flink in de nesten geraakt”, geeft Vollaers toe. “Dat mensen gewoon niet betaalden. Maar op zich is de regelgeving rond kunst in de openbare ruimte heel goed, met vast omlijnde contracten.” De projecten worden nooit met subsidiegeld gefinancierd. “We zijn een soort kruidenier. U vraagt, wij leveren.”
Aan ambitie ontbreekt het VollaersZwart in ieder geval niet. “Ik denk dat New York, Madrid en Shanghai klaar voor ons zijn”, zegt Vollaers met overtuiging. “We hebben natuurlijk alle grote steden in Nederland wel als podium gehad,” stelt Zwart, “dus we zijn bijna verplicht om naar het buitenland te gaan.”
Londen, Venetië, Kassel
Het lobbyen voor buitenlandse projecten is al in volle gang. Vollaers: “Ik wil de Olympische Spelen in Londen doen. We zijn nu bezig om daar een ingang te krijgen. Maar ik zou ook wel de kunstbeurs in Kassel willen doen. Of de Biënnale in Venetië.” Zwart onderbreekt: “Jij wilde ook altijd zo’n heel fout decor voor een soap maken.” Vollaers lacht: “Nee, niet voor een soap. Een quiz!”
Zwart: “De basis is dat je een publiek hebt. En dat we een soort virussen ontwikkelen die hun eigen leven gaan leiden. Het mooiste virus is natuurlijkde televisie zelf.” Vollaers: “Of een boek, dat gaat de hele wereld over. Daar zijn we nu mee bezig. We willen city dressing echt op de kaart zetten.”
tekst: Annette van Soest