Afscheid nemende topbestuurders van grote bedrijven krijgen nog steeds riante vertrekpremies mee. Zeven jaar na het instellen van de code-Takabsblat schieten de ontslagvergoedingen nog altijd door het plafond.
De Telegraaf bericht hierover. De krant baseert zich op een nog niet gepubliceerd rapport van de Vereniging van Effectenbezitters. Hierin blijkt dat maar liefst tweederde van de ondernemingen met een notering aan de Amsterdamse beurs zich niet houdt aan de gemaakte afspraken over vertrekpremies voor topbestuurders. In deze bedrijven staat de raad van commissarissen nog altijd toe dat topbestuurders er na hun dienstverband met goed gevulde zakken vandoor gaan. Onder lokale fondsen overtreedt ruim de helft de norm.
Onrust in het zakenleven
Onder leiding van oud-Unilever topman Morris Tabaksblat ging in maart 2003 een commissie aan de slag om een set gedragsregels in het leven te roepen voor beursgenoteerde bedrijven. Dat leidde direct tot rumoer in de top van het Nederlandse bedrijfsleven. Grote beursgenoteerde ondernemingen vreesden dat ervaren topfunctionarissen als gevolg van strenge regels ons land zouden ontvluchten. In december van datzelfde jaar presenteerde de commissie de zogeheten Nederlandse corporate governance code – beter bekend als de code-Tabaksblat. In 2008 werd de passage over ontslagvergoeding herzien. Deze zou vanaf dat moment ‘in principe maximaal eenmaal het jaarsalaris bedragen’. Bovendien zouden ontslagvergoedingen voortaan eenvoudig en inzichtelijk moeten worden opgesteld. In het geval van falend topbestuur was een riante vertrekpremie niet langer wenselijk.
Forse vertrekpremies
De VEB heeft onderzoek gepleegd naar de ontslagvergoedingen die grote Nederlandse bedrijven de afgelopen jaren aan hun vertrekkende topbestuurders hebben meegegeven. Wat blijkt? Van de zelfregulerende werking van Tabaksblat komt vooralsnog weinig terecht. “Van de tientallen bestuurders die het afgelopen jaar vertrokken, ontving de meerderheid een vertrekpremie die aanzienlijk hoger was dan één maal het basissalaris”, aldus Jansen. Als voorbeeld stipt de econoom onder meer Reed Elsevier-topman Ian Smith en Herman van Campenhout van USG People aan. Zij krijgen voor een paar maanden werk miljoenen euro’s op hun rekening gestort. Fors meer dan één maal het basissalaris.
Lastig ingrijpen
Ook het vertrek van Linda Cook bij Shell deed flink wat stof opwaaien. De raad van commissaris ging akkoord met een vertrekpremie van 5,5 miljoen euro. Al is Cook overigens wel een uitzondering. Met een statutaire zetel in Groot-Brittannië valt Shell namelijk niet onder de code-Tabaksblat.” In de praktijk blijkt het voor een raad van commissaris lastig om in te grijpen wanneer er voor de periode waarin de code-Tabaksblat actief werd contractuele afspraken zijn gemaakt over de ontslagvergoeding. Die gemaakte afspraken dienen in de meeste gevallen dan te worden gerespecteerd.
Aanvullende wetgeving op de code moet er de komende jaren voor zorgen dat raden van commissarissen niet langer hoeven toe te staan hoe topbestuurders een goudgerande aftocht krijgen.