Praten is gezond en geeft mensen een goed gevoel. Stop dus met turen naar dat beeldscherm, knoop eens een gesprek aan.
Uit onderzoek blijkt dat mensen juist op kantoor veel meer tijd in conversatie doorbrengen dan ze denken. En dan hebben we het nog niet eens over speciale netwerkevenementen en over sociaal zijn tijdens de vrijdagmiddagborrel.
Vaak groeit de verhouding in een conversatie echter na 20 seconden al scheef. We praten nu eenmaal heel graag over onszelf. Zo’n zestig procent van de tijd om precies te zijn, zo concludeerden onderzoekers van de University of Liverpool en University College London.
Sinds de komst van sociale platforms als Twitter zou dit zelfs naar tachtig procent zijn gestegen, zo bleek uit een onderzoek van de Rutgers University, School of Communication and Information. Vrouwen zouden ook meer praten dan mannen, maar mannen vallen hen vaker in de rede. Hoe zit dit en hoe zorg je ervoor dat iedereen zich goed voelt aan het einde van een gesprek?
Vrouwen en hun taalgen
Vrouwen zijn meer praatgraag dan mannen. Het lijkt een cliché, maar het is – zoals zo vaak met clichés – ook waar. Vrouwen kunnen er niet altijd wat aan doen. Zo zouden praatgrage vrouwen een hogere aanwezigheid FOXP2, ook wel het taalgen genoemd, in hun brein hebben. Dat ontdekten onderzoekers van de University of Maryland en hun Mexicaanse collega’s van de Universiteit Veracruzana.
Mannen zijn dominanter
Mannen zijn op hun beurt dominanter in gesprekken. Uit een onderzoek van de Brigham Young University en Princeton bleken mannen tijdens conference meetings, zeker wanneer ze in de meerderheid zijn, zomaar 75 procent van de tijd naar zich toe te trekken. ‘Vrouwen hebben iets unieks en belangrijks bij zakelijke gesprekken toe te voegen', zegt hoofonderzoeker Chris Karpowitz, 'Maar bij het nemen van zakelijke beslissingen gaat hun stem vaak verloren wanneer mannen als van nature de leiding nemen.’
Hiërarchie snel vastgesteld
Elizabeth Aries, hoogleraar Social Sciences, analyseerde op haar beurt 45 uur conversatie van groepen bestaande uit mannen en vrouwen. Ze concludeerde dat mannen steevast domineren. Volgens haar komt dit doordat vrouwen zich nu eenmaal flexibeler opstellen in conversaties. Maar ook in discussiegroepen tussen enkel mannen merkte ze dat er snel een hiërarchie wordt vastgesteld waarbij de dominante mannen het grootste deel van de gesprekken naar zich toetrekken.
Praten lucht op
Wanneer je met iemand praat, zijn er drie fases, zo verklaart Mark Goulston, psychiater en auteur van de beststeller Just Listen, in een recente blog op Harvard Business Review. In het begin spreek je kernachtig, relevant en to the point. Maar onbewust realiseer je je hoe aangenaam dat praten voor jou is. Het geeft een gevoel van opluchting. Minder fijn is het echter voor de toehoorder. Nu begint de tweede fase: het voelt zo aangenaam om te praten dat je niet meer opmerkt dat de ander niet meer luistert.
Monoloog vermomd als conversatie
In de derde fase ben je de draad kwijt geraakt van wat je nu eigenlijk wilde vertellen. Dan begint het te dagen dat het misschien wel nodig is de ander weer terug in het gesprek te gaan trekken. Gedurende deze derde fase van de monoloog, die zich voordoet als een conversatie, probeer je te zoeken naar een manier om de ander weer betrokken te krijgen. Helaas bestaat er de neiging om dan alleen nog maar meer te praten om de interesse van de ander weer op te wekken, in plaats van – beter – eens proberen te luisteren naar de ander.
Dopamine komt vrij
Maar hoe komt het nu dat dit gebeurt? Vaak tegen beter weten in. Allereerst om de simpele reden dat wij mensen nu eenmaal graag willen dat er naar ons geluisterd wordt. Tijdens het proces van praten over onszelf komt ook het gelukshormoon, dopamine, vrij, Dat geeft een goed gevoel en dus praten praatgrage mensen graag nog wat meer.
Verkeerslichtenregel
Voor wie al gauw te veel aan een stuk door praat, raadt Marty Nemko, psycholoog, carrière-coach en auteur van diverse managementboeken, aan om de zogeheten verkeerslichtenregel toe te passen. Is volgens Nemko geschikt voor de meeste mensen en met name voor Type A-persoonlijkheden, die vaak over wat minder geduld beschikken.
Het werkt als volgt: in de eerste twintig seconden staat het licht op groen. De luisteraar staat open voor je, zeker zolang hetgeen je te vertellen hebt ook relevant is voor de conversatie, en als het even kan ook in dienst van de andere persoon. Mensen die vervolgens direct ruim een halve minuut doorstomen zijn – tenzij het geweldige vertellers zijn – over het algemeen saai, vervelend en beginnen hun toehoorders te irriteren.
Het licht staat daarom voor de volgende twintig seconden op oranje. Na die twintig seconden groeit de kans snel dat de ander begint af te haken en op z’n minst vindt dat je langdradig bent. Na veertig seconden staat het licht op rood. Misschien wil je zelf door het rood heen en nog doorgaan, maar ophouden is nu wel zo wijs.
Gebrek aan tijdsbesef?
Er zijn natuurlijk verschillende redenen waarom iemand te veel praat. Misschien omdat je indruk op de ander wil maken en laten zien hoe slim je bent. Helaas is dit juist een manier om het tegenovergestelde te bereiken. Soms heeft iemand ook gewoon geen goed tijdsbesef. Het kan in dat geval een goed idee zijn om eens een keer met een stopwatch te checken hoe lang twintig of veertig seconden nu eigenlijk is.
Hoe dan ook is het zelfs bij het vol praten van twintig seconden toch wel handig andere gesprekspartners zo snel mogelijk eens te gaan betrekken voor een evenwichtig gesprek waarbij iedereen zich prettig voelt.